De brave zielen die dachten dat met de 13 miljard euro aan budgettaire maatregelen van de regering Di Rupo 1, er een einde zou komen aan de belastingsverhogingen, is eraan voor de moeite. Het tegendeel is eerder waar. Volgens de recente Economische vooruitzichten van het federaal Planbureau stijgt de parafiscale druk dit jaar nog met 1,6% tot 45 % van het bruto binnenlands product (= alles wat we gedurende één jaar in ons land produceren). In de periode 2012-2017 zou de parafiscale druk stabiliseren rond dit recordniveau. De federale Belgische regering voorziet niet in een daling van de belastingen. Daar is gewoonweg geen ruimte voor. Volgens het stabiliteitsprogramma 2012 blijkt dat de totale belastingsheffingen stijgen van 46,6 % in 2011 tot 49,0% in 2015 of een stijging van 2,4% over een periode van 5 jaar.
Zweden en Denemarken bewijzen dat het anders kan
De jaarlijkse studie over belastingstrends in de Europese Unie van Eurostat (mei 2012) bevestigt de hoge cijfers. Enkel Zweden (45,8%) en Denemarken (47,6%) hadden in 2010 een hogere belastingsaanslag dan ons land. (43,9%). Het gemiddelde belastingsniveau in de EU der 27 lidstaten bedroeg 38,4 %. In Zweden en Denemarken is de welvaartstaat veel sterker uitgebouwd dan hier. Er is weinig of geen verdoken armoede zoals bij ons. Zweden behoort met een inkomen per hoofd van 39.013 US dollar (2010) tot een van de rijkste EU-lidstaten. Het EU-gemiddelde ligt op 31.737 US dollar. De Zweedse beroepsbevolking is uitstekend opgeleid. Deze behoort tot de hoogst opgeleide van de EU- en ook OESO-lidstaten. Het aantal Zweden met betaald werk ligt, als percentage van de beroepsbevolking, aanzienlijk boven het gemiddelde van het eurogebied. Denemarken en Nederland scoren op dit vlak nog iets hoger. In de periode 2000-2010 groeide de Zweedse economie met gemiddeld 1,8 procent per jaar, tegenover 1,4 procent in het eurogebied. De gemiddelde Deense (4,0 procent) en Nederlandse (1,5 procent) bbp-groei lagen lager. Voor 2012 en 2013 verwacht EU een bbp-groei van respectievelijk 0,5 procent en 1 procent.
Zweedse (8,5% werklozen in januari 2012) en Deense (4,2 % in juli 2012) werklozen worden strikt opgevolgd in hun zoektocht naar een nieuwe job.
Hoog Belgisch tarief
Met een hoogste tarief van 53,7 % in de personenbelastingen staat België in 2012 nog steeds riant in de top drie en fors boven het EU-gemiddelde van 38,1%.
In de EU stabiliseert het gemiddelde standaardtarief in de vennootschapsbelasting op 23,5%. België hanteert nog steeds een tarief van 34 % en moet hier enkel Frankrijk (36,1%) en Malta (35%) laten voorafgaan.
In tijden van zware financiële tekorten hebben verschillende landen hun toevlucht gezocht in een verhoging van het BTW-tarief: van gemiddeld 19,2% in 2000 tot 21% in 2012.
De structuur van de Belgische fiscale ontvangsten (43.9% in 2010 of 155.6 miljard euro) wordt nog steeds gekenmerkt door een hoog aandeel van directe belastingen (16.3% of het derde hoogste in de EU van 27) en sociale bijdragen (14.2% of de 6de plaats in de EU-rangschikking.
Het aandeel van de indirecte belastingen ligt met 13.3% juist onder het EU gemiddelde van 13.5%. Onze accijnzen en overige consumptiebelastingen brengen slechts 7.7 miljard euro op, de op twee na laatste plaats van de EU. De Belgische milieubelastingen en vooral de energiebelastingen zijn de laagste in Europa. De milieubelastingen brachten inn 2010 7.3 miljard euro op (22ste plaats in de EU). De lasten op transport liggen hier met respectievelijk de 11de en de 7de plaats dan weer hoger dan het gemiddelde in de EU 27.
Dexia-spook blijft hangen
Volgens Luc Coene, de gouverneur van de Nationale Bank, zijn we vandaag in een economische recessie terechtkomen en hij vreest ook voor een kapitaalverhoging bij de Dexia-groep die onafwendbaar wordt. Daarom moeten we niet wachten tot eind september e.k. om van de regering-Di Rupo 1 te horen wat ze gaat doen om de problemen aan te pakken. Het is de taak van het parlement om de regering te controleren en om na te gaan of de regering wel maatregelen neemt wanneer zich zo’n negatieve evolutie voordoet. Parlementsleden verdienen voldoende (minstens 5.500 euro netto /maand) en moeten dan maar vervroegd uit vakantie komen.
Op 14 oktober e.k. zijn er gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Eens die voorbij zijn, wacht “de brave burger” zeker nog enkele negatieve fiscale maatregelen die ons allen pijn gaan doen. Want 90 % van de gemeenten kampt met financiële tekorten – door het steeds uitgebreide takenpakket – en vele gemeentebegrotingen worden kunstmatig recht gehouden door meer leningen aan te gaan.