Volgens Vlaams minister voor Inburgering Geert Bourgeois kwamen in 2012 ongeveer 9.400 Polen, Roemenen en Bulgaren op permanente basis in Vlaanderen wonen. In werkelijkheid gaat het echter om een veelvoud van dit cijfer, aangezien velen niet de moeite doen om zich in hun gemeente administratief in te schrijven en dus in de illegaliteit verdwijnen. Maak maar eens een wandeling in verschillende Gentse wijken en je wordt er lijfelijk mee geconfronteerd.

Voor de meeste van deze Oost-Europeanen zijn hun kansen op integratie op de Vlaamse arbeidsmarkt nihil, zeker wanneer zij geen Nederlands spreken. De meeste van deze mensen kennen ook geen andere taal die een groot aantal Vlamingen wel begrijpen zoals Engels, Frans of Duits. Communicatie met hen is bijna onmogelijk. De minister bevestigt dit ook. Maar minister Bourgeois lijkt echter te denken dat de problemen opgelost zijn door deze Oost-Europese inwijkelingen te verplichten een inburgeringscursus te laten volgen. Aan zo’n cursus is hier geen resultaatverbintenis (examen) gekoppeld. In Nederland, Zwitserland en Duitsland is dit wel het geval. De minister “dweilt verder met de kraan open”.

De aanpak van minister Bourgeois is verkeerd. Het is de immigratiestroom vanuit Oost-Europa die moet worden aangepakt. Het is een grote schande dat er zoveel Bulgaren en Roemenen naar hier komen, terwijl Bulgarije en Roemenië nog niet eens deel uitmaken van de Schengenruimte. De “Verdragen van Schengen” zijn overeenkomsten tussen een aantal Europese landen om het vrije verkeer van personen en goederen mogelijk te maken. ‘Schengen’ is een grote mislukking : de controles aan de binnengrenzen zijn weggevallen, maar de buitengrenzen zijn zo lek als een zeef. De Europese lidstaten moeten dus de mogelijkheid krijgen om hun eigen nationale grenzen opnieuw te beschermen wanneer de Europese Unie in gebreke blijft.

Onze noorderburen pakken het beter aan. De Nederlandse regering o.l.v. minister-president Mark Rutte (VVD) blijft zich vandaag als  enige EU-lidstaat verzetten tegen de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenruimte. Deze landen horen daar nog niet in thuis, zeker door hun hoge graad van corruptie en door het probleem van de georganiseerde misdaad. Bovendien is de grens tussen Bulgarije en Turkije (het grootste transitland voor illegale immigratie naar de Europese Unie) zeer poreus. Beide landen willen maar al te graag hun probleem met de Roma-zigeuners exporteren naar de andere EU-lidstaten, zodat zij er dan grotendeels van af zijn.

Op de komende Europese ministerraad van 7 maart e.k. staat de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenzone op de agenda. De Nederlandse regering staat hier niet voor te springen. We zijn ook niet zo naïef om te denken dat de Belgische regering o.l.v. belastingsfanaticus Elio Di Rupo onze noorderburen hierin zal steunen. Het blijft dus “dweilen met de kraan open” op het vlak van immigratie en inburgering in Vlaanderen.