Deel 5 : Onze verplaatsingen

Korte verplaatsingen wegen zwaar door in het verkeer. Meer dan de helft van onze  verplaatsingen zijn korter dan 5 km en ruim een vijfde ervan blijft binnen een straal van één kilometer. Korte autoritjes vervuilen veel meer omdat de motor en de katalysator dan nog koud staan waardoor de verbranding niet optimaal verloopt en je auto ook een stuk meer verbruikt.

Daarnaast kan een zuinige rijstijl tot 20% brandstof besparen. Rustig rijden heeft ook een gunstige invloed op de uitstoot van schadelijke stoffen. Bij 90 km/uur in plaats van 120 km/uur geeft dat 40% minder Nox en 30% minder CO2. De meest brandstofefficiënte snelheid ligt tussen de 70 en 90 km per uur, afhankelijk van het type auto. Snel rijden kost dus meer brandstof, levert een grotere milieubelasting op en is bovendien een stuk minder veilig. Het energieverbruik van een auto is voor een groot deel ook afhankelijk van het gedrag van zijn bestuurder.

De auto neemt een dominante plaats in ons woon-werkverkeer in en het woon-school-verkeer. Deze (dagelijkse) trips naar de school en het werk vertegenwoordigen één derde van al onze verplaatsingen. Ruim 7 op tien personen gebruikt de wagen om de afstand tussen woonplaats en werk te overbruggen. Ongeveer 14%  doet dit met het openbaar vervoer en 7 % per fiets. Van de jeugd gebruikt ook 1 op 4 de auto om de school te bereiken (Gegevens VRIND 2000).

Uit het laatste huishoudbudgetonderzoek blijkt dat een gemiddeld huishouden ongeveer 200 euro per jaar besteedt aan openbaar vervoer. Dat bedrag valt in het niet in vergelijking met het bedrag dat men aan de eigen auto besteedt.

Geld euro's

Enkele tips om mobiel te blijven met respect voor het milieu :

  • Voor de fiets kiezen of te voet gaat is niet altijd gemakkelijk. Een mentaal hulpmiddel om op de fiets te springen, is bedenken dat je de auto voor dergelijke kleine afstanden toch vooral als paraplu of winkelkar dient. Als je er bij stilstaat dat een brood halen met de auto, eigenlijk twee broden kost (de prijs van het brood en de prijs van de brandstof en de afschrijvingskosten van de auto), dan lukt het gemakkelijker.
  • Maar wat als je inderdaad heel wat te sleuren hebt over zo’n korte afstand? Met de fiets kun je ook ‘bagage’ vervoeren. Er bestaan kinderzitjes in alle mogelijke formaten en uitvoeringen. Boodschappen kun je opbergen in tassen (die je kunt gebruiken als boodschappentas) of manden. Misschien is een fietskar een nuttige investering ? Er bestaan speciale karren voor het vervoer van goederen (aanhangwagentjes waarin je bijv. een bak bier kunt laden) of om kinderen mee te vervoeren.
  • En bij regenweer? Als je bedenkt dat je de auto eigenlijk als paraplu gebruikt, kun je in de plaats daarvan de investering in degelijke fietskleding gemaakt uit waterafstotend maar ademend materiaal overwegen.
  • Een zware voet is een dure voet. Op de autosnelweg 100 i.p.v. 120 km/uur rijden bespaart 20% energieverbruik. De ideale snelheid voor het laagste verbruik ligt tussen 80 en 90km/uur in de hoogste versnelling.
  • Starten doe je zonder gas te geven. Ook dat bespaart brandstof.
  • Een ‘sportieve’ rijstijl (snel rijden, snel optrekken en plots afremmen) verbruikt gemiddeld 20% meer brandstof. Hanteer eerder een anticiperende rijstijl en speel tijdig in op veranderende verkeerssituaties.
  • Schakel op tijd naar een zo hoog mogelijke versnelling en dus een zo laag mogelijk toerental.
  • Beperk de weerstand bij het autorijden zoveel mogelijk. Met bagagedragers, fietsrekken enz… verbruik je 3 tot 4% meer benzine.
  • Het gebruik van airconditioning in de wagen doet het benzineverbruik met 15 tot 25% toenemen. Zuinig mee omspringen is de boodschap.
  • Zet de motor af wanneer je langer dan 30 seconden moet wachten en de omstandigheden dit toelaten. De motor onnodig laten draaien betekent extra energieverspilling.
  • Dat België met een gebrekkig openbaar vervoer is uitgerust, wordt het meest beweerd door mensen die er zelden of nooit gebruik van maken. Met het openbaar vervoer raak je verder dan je denkt, maar je moet er wel goed voorbereid aan beginnen. Gebruik maken van het openbaar vervoer betekent altijd : plannen.
  • Carpooling betekent met verschillende mensen samen in één auto naar het werk rijden. Carpoolen is niet alleen een pak zuiniger dan alleen rijden. Er zijn ook vele andere voordelen aan verbonden : als het openbaar vervoer geen efficiënt alternatief is, bespaar je tijd. Je auto kan overdag voor andere doeleinden gebruikt worden (en dus heb je er geen tweede nodig) en carpoolen belast het milieu een pak minder dan alleen rijden.
  • Afspraken maken met ouders uit de buurt om kinderen samen te voet of met de fiets naar school te brengen.

Meer info rond mobiliteit :  

  • Ben je geïnteresseerd in de aankoop van een fietskar: www.fietskar.be
  • De Fietsersbond brengt de fietsproblematiek onder de aandacht van het publiek: www.fietsersbond.be .
  • De voetgangersbeweging komt op voor de rechten van de voetganger:  www.voetgangersbeweging.be .
  • Op de webstek van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) vind je niet alleen tips om energiebewust en veilig te rijden. Je krijgt er ook informatie over het verbruik en de brandstofefficiëntie van voertuigen op de Belgische markt: www.emis.vito.be/mobiliteit.
  • De dienstregeling van de Spoorwegen: www.b-rail.be.
  • De dienstregeling van de bussen van De Lijn: www.delijn.be
  • Op de webstek www.taxistop.be vind je een pak informatie over carpoolinitiatieven voor bedrijven, gemeenten en scholen. 

Volgende week 9 maart: Deel 6 – Papier