Hoe moet links omgaan met het Europese dilemma ? In Nederland klinkt het antwoord niet zo uniform als aan de Vlaamse linkerzijde.

Groenlinks magazine, zoals de naam al doet vermoeden het magazine van de Nederlandse partij GroenLinks, brengt in het julinummer een coververhaal over Europa, ‘op de rem of volle kracht vooruit ?’. Lara de Brito, redactrice van het blad en politiek leider GroenLinks Wageningen, publiceert op het web een overzicht van de standpunten aan de Nederlandse linkerzijde of althans een deel er van. In haar artikel komen haar eigen partij aan bod en René Cuperus, verbonden aan de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Nederlandse PvdA. De linkse SP, Socialistische Partij, krijgt in het overzicht geen ruimte. Die partij stelt zich nadrukkelijk eurokritisch op.

 

De Europese inburgering moet beter !

Progressieve beknelling

De Brito formuleert het probleem van links met Europa als volgt : ‘Het publiek vertrouwen in Europa is in een vrije val terechtgekomen. Het huis van Europa wankelt. Links-progressieve partijen raken bekneld tussen de wens om een sterker Europa en de hardvochtige sociaaleconomische realiteit die miljoenen Europeanen raakt.’ Het verhaal van GroenLinks klinkt bekend in Vlaamse oren, want spoort ongeveer parallel met dat van Groen bij ons. Dat verhaal ziet alle ellende voortvloeien uit een streng begrotingsbeleid en zet in op méér sociaal Europa, méér Europese belastingsbevoegdheid, eigenlijk op méér Europa tout court. Wel eigen aan de Nederlandse versie is de eis dat de uitbreiding van de economische bevoegdheden voor de EU aan de bevolking wordt voorgelegd via een referendum.

René Cuperus brengt wel een andere kijk op de EU. Cuperus is historicus en ‘behoort tot de zeldzame linkse opiniemakers die, al ver voor de crisis, op de gevaren van Europa wezen. Cuperus noemt zichzelf een eurocriticus, maar zeker geen anti-Europeaan.’

Dat Europa zoveel jaar vrede heeft gebracht, vindt Cuperus ‘waar maar ook naïef’. ‘Voor mijn gevoel bewegen we op dit moment binnen Europa eerder richting conflict en polarisatie, dan richting harmonie en eendracht. De Frans-Duitse verhoudingen zijn nog nooit zo beroerd geweest.’

Volgens Cuperus zit het probleem in het feit dat er ‘geen grens en geen rem zit op het Europese project. Nog geografisch, noch qua invloed op nationale volkshuishoudingen en democratieën.’ Europa wordt bestuurd door ‘beleidsmakers die geen oog hebben voor de culturele verschillen en verhoudingen binnen Europa : door economen, juristen en bestuurskundigen.’ Cuperus noemt dat ‘one-size-fits-all-disciplines’ met ‘een compleet gebrek aan cultuur-historische sensibiliteit’.

 

La poubelle

Hij geeft als illustratief voorbeeld dat Europa bij de selectieprocedure voor ambtenaren drie categorieën hanteert : juristen, economen en de overschot, ‘la poubelle’. ‘De mensen die een andere blik op Europa kunnen hebben, worden in Brussel in de prullenbak gegooid.’ Cuperus vindt ‘de wereldvreemdheid in het hart van de kosmopolitische droom’ stuitend.

Links-progressieven zijn zelden eurokritisch om twee redenen : angst en onwetendheid. Ze hebben angst dat ze het rechts-populisme bevorderen door zelf Europa-kritische accenten te leggen. ‘Maar als je doordendert met Europa zonder rem en grens, kun je die terugslag ook als een tovenaarsleerling juist over je afroepen.’

Mensen, ook hoogopgeleiden, weten overigens weinig af van Europa. ‘Ze zijn wel pro-Europa, maar verder totaal niet betrokken bij een project dat ze saai en ver van hun bed vinden. Die pro-Europahouding is voor een groot deel vooral een lifestylekeuze voor academische professionals. Je wilt niet bij de eigen-volk-eerst-mensen horen, dus ben je internationaal, kosmopolitisch, wereldwijs.’

Die hoogopgeleiden hebben geen oog voor degenen die het hardst geraakt worden door de open grenzen. Beroepen als die van arts zijn beschermd, die van loodgieter niet. ‘Dan zijn anti-EU-sentimenten geen onderbuikgevoelens, maar dan gaat het over de reële economie. Het laconiek openzetten van de grenzen voor onbeperkt vrij personenverkeer zet de nationale verzorgingsstaat en arbeidsorde onder riskante hoogspanning’, vindt Cuperus.

GroenLinks trekt de Europese kaart ‘om culturele aspecten : vrede en veiligheid, gezamenlijke solidariteit, mensenrechten. Op die waarden staan we in Europa dicht bij elkaar in vergelijking met bijvoorbeeld Azië’. Europa wordt dan gezien als een ‘waardenproject en emancipatiemachine’. Cuperus merkt dan weer op dat ‘uitbreiding met Turkije, Servië en Polen niet echt goed is voor homorechten.’ Hij noemt links hypocriet : ‘Feministen raken totaal van de kook als je hen vraagt naar hun kritiek op de vrouwonvriendelijke dimensies van de islam. Die gooien ons vijftig jaar terug in de tijd, maar daar mag in goed-linkse kring niet over worden gesproken omdat het vulgair en rechts is.’

Wat is nu het verstandigst ; uit de EU stappen of toch niet ? ‘Begrenzen’, klinkt Cuperus’ antwoord. Hij begrijpt niet dat Kroatië wordt opgenomen en de gesprekken met Turkije of Oekraïne gewoon doorgaan. Jasper Blom, de directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks besluit uit de confrontatie alvast dat ook eurokritische geluiden een podium verdienen bij hem. 

Els Lepoutre – www.doorbraak.be