De leraar heeft veel ‘goesting’ om er weer aan te beginnen. Lesgeven kan je niet zonder passie.
Aan het begin van het schooljaar worden we altijd overstelpt met enerzijds ‘hoera-berichten’ van het onderwijsministerie en ‘ja, maar-klanken’ uit het werkveld. Ik wil even wegstappen van dit gezeur en een lans breken voor de schoonheid van mijn beroep: leerkracht.
Gierende zenuwen
’t Is waar. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Ik heb ondertussen al verschillende collega’s gehad die het moeilijk hadden. Het onderwijs is niet altijd een gemakkelijke sector. Maar ik durf boud stellen dat deze mensen een minderheid zijn. Ik sta op een school waar de passie voor de job primeert op de zorgen die de job met zich meebrengt. Elk jaar opnieuw word ik in augustus geconfronteerd met zenuwachtige mensen. Al geven ze 30 jaar of 3 jaar les. De zenuwen gieren door hun lijf en leden. Eén september is er immers altijd snel. Het verbaast hoe gemotiveerd al die mannen en vrouwen zijn. Ze geloven in hun job. Ze willen die echt goed doen. Ik vind stellingen als ‘het onderwijs is verstard’ daarom zo verrassend. Vele leerkrachten spannen zich jaarlijks in om hun lessen te vernieuwen en bij te stellen. Elk schooljaar levert nieuwe gezichten op die allemaal een andere aanpak wensen. Voor starre en stugge mensen is er in het onderwijs van vandaag geen plaats.
Noteer : het sleutelwoord is passie
Lesgeven kan je niet zonder die passie. Tot op zekere hoogte klopt het dat je lesgeven kan leren. Maar mis je de passie voor je vak en de gedrevenheid om kinderen vooruit te helpen, dan ben je een vogel voor de kat. Kinderen zijn op dat gebied vrij genadeloos. Een flinke dosis humor en zelfrelativering (een leraar moet beseffen dat hij/zij niet alwetend is) zijn perfecte hulpmiddelen voor de dagelijkse lespraktijk (veel meer dan multimediale toestanden). Daar zijn kinderen eindeloos dankbaar voor. Samen met hen beleef je dan volop plezier aan je job. Je kan je niet inbeelden hoeveel genoegdoening het geeft wanneer een leerling je met pretoogjes aankijkt en zegt : ‘Ja, ik begrijp het.’
Een leermeester, geen coach
Zelf heb ik nog altijd de beste herinneringen aan de leraars die echt hielden van hun vak. Zij waren geen ‘coaches’, maar echte leermeesters. Ze toonden ons hoe het moest en door de goesting die ze uitstraalden, namen ze hun leerlingen mee in hun verhaal. Het vak en de kinderen zijn de reden waarom mensen zich dagelijks uitsloven in de klas. Dit gebeurt in duizenden scholen in ons land. Waarom dit dan beknotten door steriele beslissingen genomen ergens op een kantoor in Brussel ?
Harry De Paepe – www.doorbraak.be – De auteur is leraar geschiedenis