Voorstel tot wijziging van de Grondwet blijft stof verzamelen

De Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois wil dat alle haatmail op het internet door de correctionele rechtbank kunnen worden beoordeeld. Nu kan dat in de meeste gevallen niet en dat schept niet alleen discriminaties tussen gediscrimineerde groepen, het bemoeilijkt ook de strijd tegen organisaties als Sharia4Belgium. Maar het parlement ligt hier voorlopig niet wakker van.

Het parket wil van de strijd tegen haatmail op het internet een topprioriteit maken. Dat staat in een kersverse circulaire. Maar op 6 maart 2012 besloot het Hof van Cassatie dat haatmail op het internet een ‘persmisdrijf’ zijn. Persmisdrijven moeten altijd voor een assisenhof komen. Alleen racistische persmisdrijven (haatmail) kunnen door de correctionele rechter bestraft worden.

Mails waarin je dus aanzet tot haat tegen bijvoorbeeld Marokkanen of zwarten gaan naar de correctionele rechtbank, mails waarin je aanzet tot haat tegen homo’s, gehandicapten, moslims of niet-moslims niet. Zij moeten behandeld worden door assisen, maar dat is in de praktijk onhaalbaar en dus gebeurt het ook niet. De strijd tegen organisaties als sharia4Belgium wordt hierdoor extra moeilijk.

 

De Blokkendoos

Wat is daar immers het probleem ? Een probleem dat we ook vaststellen bij de opruierij tegen twee juffen in de Antwerpse school ‘De Blokkendoos’.

De duidelijkste en makkelijkst te bewijzen aanzetten tot haat tegen deze juffen en hun school staan in tekstjes op het internet, op sociale netwerksites. Dat zijn dus persmisdrijven en moeten naar assisen, omdat ze niet racistisch zijn. Maar voor haatmail zal men geen assisenhof samenroepen, wegens te duur, te lang en het zouden er dan veel te veel moeten zijn. Gevolg : opruierij op het internet is de facto volledig straffeloos.

Daarnaast zorgde de intussen aangehouden oproerstoker ook voor opruierij aan de schoolpoorten zelf. Dat kan wél voor de correctionele rechtbank komen, want gebeurt niet in de pers, niet op het internet maar in het echt, van man tot man. Deze opruierij kan dus wel gestraft worden maar is dan weer heel moeilijk te bewijzen, het is woord tegen woord.

De situatie is dus potsierlijk : wat doodsimpel te bewijzen is, kan niet gestraft worden en wat wél gestraft kan worden, is moeilijk te bewijzen.

 

Filmpje of tekst ?

Dit probleem zal zich meer en meer voordoen in alle processen voor aanzetten tot haat. Het Antwerpse parket heeft wel geprobeerd om er tussenuit te komen. Door een leuke juridische constructie probeerde het aan te tonen dat er géén persmisdrijf is als er op het internet geen tekst bij staat. Dus : een filmpje zonder tekst kan wel vervolgd worden voor de correctionele rechtbank. Die visie werd tot nu toe gevolgd maar het is twijfelachtig of Cassatie dat ook zal doen.

 

In ieder geval dreigen alle processen rond Sharia4Belgium te verzanden in discussies over het persmisdrijf : is de opruierij gepleegd op papier of niet op papier ? Is er een tekst bij of geen tekst bij ? Gaat het om een mening of eerder om een bedreiging ? Is assisen bevoegd of de correctionele rechtbank ? Deze oeverloze discussies staan ons meer en meer te wachten. Maar uiteindelijk zullen al die zaken bij Cassatie belanden en dan dreigt alles wat op het internet wordt gezegd volgens de huidige rechtspraak voer voor assisen te worden.

Daarom vond de Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois dat alle persmisdrijven naar de correctionele rechtbank moeten. Anders blijven ze immers onbestraft. Assisen is een heel dure en heel logge procedure en er zijn iedere dag misschien wel duizend haatmail op het internet. Er kan niet telkens een jury worden uitgeloot voor al die haatmail.

 

Grondwet herzien

Om alle haatmail van assisen naar de correctionele te versassen is een herziening van de grondwet nodig. Dat kan, want het vorige parlement had artikel 150 dat gaat over persmisdrijven, voor herziening vatbaar verklaard. Het was wachten tot 12 oktober 2012 vooraleer een parlementslid een initiatief nam. Het ging om Dirk Van der Maelen (sp.a). Hij wil alle ‘discriminerende persmisdrijven’ naar de correctionele sturen. Als racistische haatmail voor de correctionele rechter moet komen, dan ook homofobe of haatmail wegens godsdienst, handicap, gezondheid of geslacht, zo vond hij. De discriminaties in de antidiscriminatiewet moeten weg. Maar er gebeurde helemaal nog niets met het voorstel.

Een rondvraag bij de politieke partijen toont aan dat ze allemaal lippendienst bewijzen aan het voorstel. Alleen MR, nochtans een fervente bestrijder van moslimextremisme, en…N-VA hadden na een maand nog altijd niet gereageerd op onze vraag, ondanks herhaald aandringen. Voor hen is de efficiënte strijd tegen de haatmail blijkbaar geen prioriteit, hoezeer Bart De Wever in Antwerpen ook anders laat uitschijnen. Ook de betrokken staatssecretarissen en ministers, Servais Verherstraeten (CD&V), bevoegd voor institutionele hervormingen, en Annemie Turtelboom (Open Vld), bevoegd voor justitie en de strijd tegen terroristische groepen, reageerden niet.

Alleen Groen en cdH denken dat dit probleem nog tijdens deze legislatuur kan worden geregeld. De andere partijen gokken op ‘later’, maar ze zijn bereid om het bewuste grondwetsartikel weer vatbaar te verklaren voor herziening, zodat het ‘na de verkiezingen van 2014’ kan worden herzien.

 

Romantisch idee

Een beetje show is dat want als het probleem niet in vier jaar tijd kan worden geregeld, dan zal dat tijdens de volgende legislatuur ook wellicht niet lukken. Zoals een lid van de Kamercommissie Justitie informeel zei : ‘Eigenlijk wil men dit artikel niet herzien, men denkt er ook niet over na. Men heeft een eerder romantisch idee over persmisdrijven. Je zal veel lippendienst aan het voorstel van Van der Maelen horen, maar er zal niets van komen.’

De Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois, die al op meerdere vlakken zijn tijd ver vooruit is, betuigde nu zijn steun aan het voorstel. Hij weet als geen ander dat de strijd tegen haatmail anders een lege doos dreigt te worden.

John De Wit – www.doorbraak.be
De auteur is justitieredacteur bij Gazet van Antwerpen en publiceerde rond deze problematiek ook dit artikel.