In onze gemeente ontbreekt tot op vandaag een degelijk toeristisch beleid. De vroegere schepenen van Cultuur, respectievelijk Monique Stevens en Els Pauwels (beiden CD&V) “hoorden het in Keulen donderen” als we ze aanspraken over het voeren van een toeristisch beleid in Hove. “Wat kunnen wij daaraan doen ? Wat hebben wij als gemeente te bieden ?” waren hun twee vragen die ze onmiddellijk tegenwierpen. Ze kwamen er ook gemakkelijk mee weg, omdat er van de toenmalige cultuurraad weinig initiatief uitging. Teveel politieke knechten in deze raad ? Is dit vandaag anders ?

brochure VTBKultuur

Volgens de Toeristische Federatie van de Provincie Antwerpen is de Antwerpse Zuidrand (Azura) ‘toeristisch moeilijk te verkopen’. Wij hebben daar een andere mening over en gelukkig heeft het huidige Hovese schepencollege al een deel van onze zienswijze overgenomen. Deze problematiek kwam ook ter sprake bij het jongste werkbezoek van provinciegouverneur Cathy Berx aan onze gemeente, in het historische domein Hoveberg.

De Hoofse Gaffel
De Hoofse Gaffel

Hove heeft op toeristisch vlak een aantal troeven die men veel beter dan vandaag kan uitspelen. We denken in de eerste plaats aan de volkssterrenwacht Urania (de nabije kerk van Sint-Jozef komt binnen afzienbare tijd vrij te staan), de vele historische kasteeltjes en grote hoeven, de aanwezigheid van de letterkundigen Paul van Ostaijen en René Verbeeck, de gastronomische specialiteiten als “de Hoofse Gaffel”, “Seefbier” en de “Congoleeskes”, de groene omgeving met terug opduikende diersoorten die we reeds lang vergeten waren. We vergeten zeker nog een aantal troeven op te noemen.

Hove is actief in heel wat intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (filmbank Azura, Bibkwintet, Neerdorpen Klassiek, enz…).

Een verdere uitbouw van deze intergemeentelijke samenwerking – die ook toerisme als vol aanziet – is afhankelijk van verschillende andere factoren.

  • een structurele uitbouw voor deze samenwerking. Dit gaat via overleg tussen de verschillende gemeentebesturen van de deelnemende gemeenten, de betrokken schepenen, de gemeentelijke cultuurmedewerkers, de cultuurraden, enz … Liefst komt er een engagementsverklaring – graag met een resultaatsverbintenis – want de betrokken gemeentebesturen moeten het zelf willen.
  • een ondersteuning door de provincie. Er moet initiatief van bovenuit komen en ook ondersteuning via de subsidieregeling voor een intergemeentelijke samenwerking.
  • een betere samenwerking tussen de gemeentelijke culturele verenigingen en tussen de betrokken cultuurraden van de deelnemende gemeenten. Niet louter een samenwerking op het gebied van “erfgoed”, maar ook een samenwerking door uitwisseling en afstemming van culturele (jaar)programma’s en initiatieven naar een gezamenlijk cultuuraanbod voor onze regio.

Hierbij moeten we op de zich aandienende gelegenheden inspelen, bijv. naast de plaatselijke herdenkingen van 100 jaar Eerste Wereldoorlog (1914-18) in elke afzonderlijke gemeente ook ingaan op wat deze oorlog voor onze regio en ons land betekende. Zie naar een soortgelijk initiatief dat de werkgroep “Nooit brengt een oorlog vrede” indertijd in de Westhoek heeft kunnen realiseren.

We kunnen ook zelf gelegenheden scheppen door een beter gecoördineerde aanpak van nationale activiteiten, bijv. de Erfgoeddag, de Open Monumentendag, boomplantacties, enz …

  • de betrokken geëngageerde vrijwilligers meer betrekken bij het concept. Hen samenbrengen (intergemeentelijk) en met hen bewust ingaan op wat onze eigen regio te bieden heeft. Alles begint bij de vrijwilligers die in hun project geloven.
  • onze regio bleef bij de laatste fusies van gemeenten in 1976 grotendeels gespaard. De meeste gemeenten bleven zelfstandig. We hebben hier weinig ervaring of voorgeschiedenis in verregaande samenwerking of verplichte samenwerking tussen gemeenten. De stuwende kracht van de provincie zal voor deze verdergaande samenwerking zeker van pas komen.
  • onafgezien van het feit dat we geografisch geprangd zitten tussen de cultuursteden Antwerpen en Mechelen, heeft onze regio toch wel wat te bieden : de Romeinse nederzettingen (studies Prof. Van Passel), de kerkgebouwen met hun erfgoed en kunstschatten, de vele kastelen en kasteeltjes met hun huidige bestemming, onze Hovese Urania, de vele natuurdomeinen met bijpassende wandel- en fietsroutes.

Heel deze cocktail van mogelijkheden kan gebruikt worden om het recreatieve dagtoerisme in de zuidelijke rand van Antwerpen – waar wij een klein deeltje van zijn – meer te stimuleren.

De dagrecreant moet letterlijk en figuurlijk uitgenodigd worden om in Hove en omgeving langer te blijven hangen. De mogelijkheden zijn legio. De Hovese middenstand en vnl. de horeca-zaken kunnen er enkel maar beter van worden. Toerisme is een belangrijke factor in de Vlaamse economie. Onrechtstreeks komt een beter toeristisch beleid ook de Hovese schatkist ten goede.

Lier, onze toeristische bondgenoot
Lier, onze toeristische bondgenoot

Maar spijtig genoeg verloopt een groot gedeelte van het toeristische beleid via de Toeristische Federatie van de Provincie in Antwerpen. Daar zien ze onze kleine gemeente – met onze buren – niet direct staan, want hun aandacht gaat volledig naar de Metropool.

Hove moet zich op toeristisch vlak ook meer richten op de stad Lier met zijn Zimmertoren en zijn Vlaamse literatoren. Lier ligt immers vlakbij en is via allerlei fietsroutes goed bereikbaar. De omvang van de Pallieterstad is ook overzichtelijker.

Vanuit ons gemeentebestuur moet er ook meer initiatief uitgaan om Hove toeristisch op de kaart te zetten. Op de webstek van onze gemeente staan er onder de rubriek toerisme enkele fotootjes van de geklasseerde monumenten met een summiere uitleg. Vorig jaar schreef ondergetekende de eerste toeristische brochure van de gemeente Hove, voor een private vereniging. Dit kan in samenwerking met de gemeente verder uitgewerkt worden. We deden ook het voorstel om Hove te laten verzusteren met zijn 12 naamgenoten in de hele wereld, van in Engeland, over Australië tot in de USA. Hieruit kan veel meer worden gehaald dan de bijhorende brochure die in 2010 hierover verscheen.

Om een gecoördineerde samenwerking op te zetten van de betreffende gemeenten in de Antwerpse zuidrand kan de provincie starten met een thematisch project, waarbij de provincie iedereen samenbrengt en van daaruit activiteiten uitwerkt, bijv. een gezamenlijke publicatie. De klemtoon kan liggen op dagtrips, arrangementen, geschiedenis, geleide bezoeken, enz … Liefst beginnen met geïnteresseerden uit de regio zelf. Met wat stimulans van hogerop is veel mogelijk … ”Hoop op den oogst” …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *