In de aanloop naar de verkiezingen van 2014 draait het merkenbureau België op volle toeren. Rode Duivel Vincent Kompany, de zanger Stromae en andere publiekslievelingen scharen zich achter België als een natuurlijke evidentie. Achter de schermen houden koele strategen de touwtjes in handen.

 

In het Belgisch-nationalistische kamp zijn ze er niet gerust in. De vrees voor een volgende ‘Vlaamse’ overwinning bij de verkiezingen van 2014 zit er dik in. Maar ditmaal gaan ze niet over een nacht ijs. Daarom hebben ze hun voorcampagne al opgestart. Stemmingen bespelen is een kunst, iets waar gladde jongens goed in zijn. Mannen als zanger-tekstschrijver Stromae zijn er als het ware voor in de wieg gelegd. In 2009 werd hij een ster aan het muzikale firmament. Zijn artistiek talent staat buiten kijf. Maar Stromae heeft ook een neus voor commercie en is niet verlegen voor stunts. Voor de promotie van zijn jongste hit Formidable wandelde hij schijnbaar stomdronken richting een tram over het Brusselse Louizaplein. Zogezegd na een nachtje doorstappen omdat zijn liefje hem de bons had gegeven. Een ‘amateurfilmpje’ hiervan op het internet werd een ware hit. Enige tijd later deed hij dit nog eens over in Montréal. Tweemaal opgezet spel, bleek achteraf. Maar de kassa rinkelt.

Belgische vlag WK

‘Spreken jullie Vlaams ?’

Even ‘spontaan’ richtte Stromae zich einde september bij het Feest van de Franstalige Gemeenschap tot het publiek op de Brusselse Grote Markt. ‘Alles goed ? Spreken jullie Vlaams ? Spreken jullie Vlaams ?! In Brussel spreken we Frans én Vlaams, oké ?’. Die ‘we’ moeten wij alvast met een groot korreltje zout nemen. Want Stromae zelf is Franstalig opgevoed en spreekt nauwelijks Nederlands. Het staat in de sterren geschreven dat zijn intro werd ingefluisterd door zijn Belgenvrienden.

Het is geen toeval dat Stromae wordt ingeschakeld om de belgitude te dienen. Eerder werden al de Rode Duivels opgevoerd, met aanvoerder Vincent Kompany op kop. Die gaf na de 2-0 overwinning tegen de Schotten een sneer naar Bart De Wever (N-VA) met de tweet ‘België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons !’, een parafrase van wat de N-VA voorzitter had gezegd over Antwerpen na zijn overwinning in de gemeenteraadsverkiezingen. Hij stuurde ook de volgende boodschap op twitter : ‘Proud of my team, proud of my country, together we can achieve anything # Belgium’, in het Engels zoals ook de campagneslogan ‘Make us proud’ van de Rode Duivels.

De Belgenvrienden haastten zich om de zogezegde politieke maagdelijkheid van hun populaire spreekbuizen in de verf te zetten. Zoals Béatrice Delvaux, als gewezen hoofdredactrice van Le Soir jarenlang verantwoordelijk voor vuilspuiterij op de Vlamingen. ‘Ze staan boven en buiten de politiek. En tegelijk zijn het erg betrokken burgers. Belgisch, al zou het me verwonderen dat ze de Brabançonne kennen. Ze stralen elegantie en creativiteit uit. Inclusie ook, nooit exclusie’. Wie tussen de regels leest, heeft de boodschap begrepen. Delvaux heeft nooit wat anders gebracht. Belgisch wordt altijd geassocieerd met een positieve boodschap, Vlaamsvoelendheid keer op keer met bekrompenheid en vreemdelingenhaat.

 

Voorbeeldfunctie

Maar Delvaux staat lang niet alleen. Voor filosoof Philippe Van Parijs, de man achter Rethinking Belgium, staan Kompany en Stromae voor het nieuwe België : ‘Ze tonen dat we het ‘Belgique à papa’ ver voorbij zijn. Dat Brussel en bij uitbreiding België veel meer zijn dan alleen maar het naast elkaar leven van Vlamingen en Franstaligen. De Brusselse identiteit die ze uitstralen, is die van Zinneke Parade en al lang niet meer die van het FDF’. Van Parijs declareert Brussel tot een pars pro toto voor België. Alvast prof. Dave Sinardet, Belgisch-nationalist in hart en nieren, stapt hierin volmondig mee : ‘Graag Stromae op volgende 11 juli’.

Zowel Van Parijs als Sinardet lopen hoog op met de belgitude van Kompany en Stromae. Waarom ? De eeuwige dada van Van Parijs is meertaligheid, zeker wat Brussel betreft. Het is zijn droom dat elke Brusselaar minstens Frans, Nederlands en Engels zou beheersen. Zo zou elke Vlaming, Waal en ‘wereldburger’ er zich thuis kunnen voelen. Dan bekleedt Stromae alvast geen voorbeeldfunctie. Anders dan de tweetalige Kompany spreekt Stromae nauwelijks Nederlands – hij weet niet eens dat de Vlamingen Nederlands praten. Tot zover Stromae. Scoort de tweetalige Kompany dan beter ? Kompany verdient momenteel groot geld bij het Engelse Manchester City, ver weg van de dagdagelijkse Belgische realiteit.

 

Realiteiten

Je kunt geen abstractie maken van de Belgische federale realiteit, of je België nu koestert of niet. Hetzelfde geldt voor de Vlaamse, Waalse en Brusselse realiteiten. Of voor de dynamiek in het staatshervormingsproces. Ook de talrijke nieuwkomers moeten hun weg zoeken in die realiteiten. Je daarboven plaatsen is illusoir en enkel houdbaar voor enkelingen die zich dat kunnen permitteren – zoals een Kompany en een Stromae. Andere jongens van allochtone afkomst, met minder talent en/of minder geluk, zullen dag in dag uit worden geconfronteerd met die realiteiten en daarin hun weg moeten zoeken, met vallen en opstaan. Waarbij ze in Vlaanderen zullen te maken krijgen met een andere regelgeving dan in Wallonië of in Brussel.

separatisme buitenEnerzijds is het juist dat we onze ogen niet mogen sluiten voor de realiteit van onze sterk diverse en gefragmenteerde samenleving. Maar anderzijds heef die samenleving wel een voorgeschiedenis en is ze georganiseerd volgens bepaalde krijtlijnen. Net als de autochtone Vlamingen zullen ook de nieuwkomers keuzen moeten maken in hun loyaliteiten en worden aangesproken om zich te positioneren in het communautaire debat. In een democratie is dat onvermijdelijk – gelukkig maar.

 

Mist

Commentatoren als Marc Reynebeau spuien bewust mist om hier omheen te fietsen. In De Standaard van 2 oktober schrijft hij over Kompany en Stromae : ‘Hun discours is minder Belgisch dan a-communautair, minder pro-België dan ‘in België’. Pragmatisch en flexibel als zij en hun generatiegenoten zijn, ervaren ze de fixaties en demonen van vroeger als een hinder om de toekomst te veroveren, om de relevante vragen te stellen’. De ‘fixaties en demonen’ waarnaar Reynebeau verwijst zijn ‘de Belgisch-communautaire fixaties over Frans- en Nederlandstaligheid’. Met die reductie van de communautaire kwestie tot een taalproblematiek verengt hij het breder plaatje. Ronduit misleidend is dat Reynebeau Kompany en Stromae als ‘pragmatisch’ en ‘flexibel’ ‘in België’ schetst. Dat is puur gezwets om toch maar niet te moeten schrijven dat beide heren zweren bij het behoud van België, overigens hun goed recht. De kritische lezer ziet doorheen de regels wel dat Reynebeau er op aanstuurt België te redden door de feitelijke, bestaande situatie tot norm te verheffen.

De commentaar van Reynbeau is geen uitzondering. Integendeel, in een krant als De Standaard is hij de regel. De apologie van België wordt vermengd met platte commercie. Op de voorpagina van 30 september blokletterde de krant in reuzenletters : ‘Het nieuwe België is formidable’, meteen goede reclame voor de nieuwe hit van Stromae. Sinterklaas laat nog even op zich wachten, maar wie braaf is krijgt nu al lekkers. In een redactioneel stuk deed Filip Rogiers, ex-De Morgen, er nog een schepje lofbetuigingen aan het adres van de zanger bovenop.

Voor de federale regering is dit alles mooi meegenomen. Maar ook zij mag niet klagen. Toen premier Elio Di Rupo op 19 september het eerste college mocht geven aan de studenten Politieke en Sociale Wetenschappen van de universiteit van Louvain-la-Neuve werd dat in de Belgisch-nationalistische krant met veel welwillendheid omkaderd en verslagen onder de kop ‘België is een manier van leven’. De tegenhangers in dit verhaal zijn de Vlaamse ‘V’-partijen. Naar hen toe is De Standaard allesbehalve welwillend. Het Vlaams Belang wordt verder doodgezwegen en de N-VA wordt voortdurend in de hoek gedrumd. De commentaren van Bart Brinckman, net als Filip Rogiers overgekomen van De Morgen, op De Wever lijken geschreven in opdracht van Di Rupo zelf.

 

‘Natuurlijk’ gegeven

het genoom van de geldstroomBelgië als ‘natuurlijk’ gegeven, ‘boven en buiten de politiek’, cf. Béatrice Delvaux. Op die, fundamenteel ondemocratische wijze profileert het Belgische establishment zich in het vooruitzicht van de verkiezingen met de hulp van bevriende media zoals De Standaard en populaire figuren. De campagne rond de Rode Duivels en blikvangers zoals het optreden van Stromae op het Feest van de Franstalige gemeenschap zijn niet meer of minder dan voorzetten in de verkiezingscampagne. Marketingstrategieën moeten het pad effenen voor een overwinning van Di Rupo en zijn ploeg, de belgitude ten bate.

Guy Leemans, is historicus en directeur van het Verbond VOS, Vlaamse Oud Strijders en woont in Boechout.