U zag het misschien op twitter of Facebook ook al verschijnen: Een Vlaamse partij heeft meer stemmen nodig voor een zetel dan een Franstalige. Wij geven u de cijfers en de redenen waarom dat zo is, zelfs een alternatief.
De stemmen zijn geteld en de zetels verdeeld. Dat hebben we gehad. Maar, de manier waarop de zetels verdeeld worden, dat is een politieke beslissing.’ Kiesrecht is geen positieve wetenschap, maar het resultaat van politieke keuzes. Niet alleen de kiezer, maar ook het kiessysteem bepaalt het uiteindelijke resultaat.’ schreef Hendrik Vuye daar eerder over. Een ander systeem zorgt voor een andere verkiezingsuitslag. Niet zelden wordt de kieswet aangepast om politieke redenen. Zo is er in België een kiesdrempel ingevoerd… om de N-VA tegen te houden, weet je nog wel.
Vuye nam in zijn artikel een tabelletje op om het allemaal duidelijk te maken
Hoe raar het ook mag zijn, met uitzondering van de Parti Populaire hebben alle Franstalige partijen minder kiezers per zetel dan de Vlaamse partijen. De verleiding is te groot om de oefening voor de stembusslag van 2014 eens over te doen. De cijfers zijn makkelijk te vinden op de officiële website verkiezingen2014.belgium.be (dan kan u alles zelf eens natellen).
Partij | Stemmen | Zetels | Stemmen/zetel |
MR | 650.290 | 20 | 32.514,5 |
PS | 787.165 | 23 | 34.224,5 |
Ecolo | 222.551 | 6 | 37.091,8 |
cdH | 336.281 | 9 | 37.364,5 |
N-VA | 1.366.414 | 33 | 41.406,4 |
CD&V | 783.060 | 18 | 43.503,3 |
sp.a | 595.486 | 13 | 45.806,6 |
Open VLD | 659.582 | 14 | 47.113 |
Groen | 358.947 | 6 | 59.824,5 |
FDF | 121.403 | 2 | 60.701,5 |
PTB-GO! | 132.956 | 2 | 66.478 |
Vlaams Belang | 247.746 | 3 | 82.582 |
Parti Populaire | 102.599 | 1 | 102.599 |
PVDA+ | 118.333 | 0 | – |
Ook in 2014 zien we eerst de vier grote Franstalige partijen, die vertegenwoordigen het minst kiezers per zetel, dan de vijf grootste Vlaamse partijen en dan de uitzondering FDF en PTB, daarna Vlaams Belang en de Parti Populaire. Bij die onderste partijen is het duidelijk dat vele ‘verloren stemmen’, stemmen die niet vertegenwoordigd zijn in een zetel, het aantal stemmen/zetel opvoeren. Dat geldt voor de partijen vanaf FDF tot PVDA+. Die laatste heeft meer stemmen dan de PP, maar geen zetel.
Het bevolkingscijfer
Hoe zit dat dan ? Hoe wordt dat allemaal bepaald ? Wel, ga even zitten. Het aantal zetels wordt verdeeld in het ‘Koninklijk besluit (KB) tot indeling van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers over de kieskringen’ van 31 januari 2013 : Volgens dat KB moet het totale bevolkingscijfer gedeeld worden door 150 (het aantal kamerzitjes), de uitkomst van die deling is ‘de federale deler’. Van dan af is het eenvoudig. De bevolkingscijfers per provincie worden gedeeld door die ‘federale deler’ en de uitkomst daarvan legt het aantal zetels per provincie of dus per provincie vast.
Let wel, de basis is niet het aantal kiezers, wel het bevolkingscijfer; dat zijn voor de verkiezingen van 25 mei 2014 ‘het aantal in het Rijksregister van de natuurlijke personen ingeschreven inwoners op datum van 28 mei 2012, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 27 november 2012’. Natuurlijke personen? Dat is een juridische term waarmee wordt bedoeld, zoals het rijksregister zelf uitlegt, ‘personen ingeschreven in de bevolkingsregisters of in de vreemdelingen registers’. Iedereen met een rijksregisternummer is dus in de telling opgenomen, ook minderjarigen en vreemdelingen. U kan de cijfers vinden in het Belgisch Staatsblad van 27 november 2012. Maar wij hebben ze voor u opgelijst. Voor het gemak hebben we even berekend wat de verhouding is tussen het aantal geregistreerde kiezers (via http://verkiezingen2014.belgium.be/ ) en het bevolkingscijfer. We hebben ze gerangschikt van kleinste verhouding tot grootste verhouding.
gewest | bevolkingscijfer | stemgerechtigden | b/c |
West-Vlaanderen | 1.169.640 | 934.827,00 | 1,25118337403605 |
Oost-Vlaanderen | 1.456.042 | 1.131.874,00 | 1,28639936954113 |
Namen | 480.283 | 367.833,00 | 1,30570938442173 |
Luxemburg | 274.061 | 204.988,00 | 1,33696118797198 |
Limburg | 850.273 | 634.734,00 | 1,33957374270167 |
Vlaams Brabant | 1.095.804 | 814.062,00 | 1,34609403214989 |
Antwerpen | 1.784.349 | 1.321.053,00 | 1,35070205358907 |
Waals-Brabant | 386.269 | 284.359,00 | 1,35838499924391 |
Luik | 1.083.481 | 779.692,00 | 1,3896269296081 |
Henegouwen | 1.323.612 | 926.732,00 | 1,42825757608456 |
BHG | 1.140.898 | 608.577,00 | 1,87469786074728 |
U ziet, er is geen Belgisch complot. Integendeel, de verhouding klopt met wat men zou verwachten: het grootst in Brussel, waar meer jongeren en niet-stemgerechtigden wonen. De drie boven Brussel zijn zelfs Waalse provincies. Tot hiertoe dus geen probleem.
Van bevolkingscijfer naar zetels
De federale deler, waarover boven sprake, was voor 25 mei 2014 : 11.044.712/150 = 73631,41. Via de berekening zoals hierboven uitgelegd, wordt dan het aantal zetels per provincie verdeeld. De wiskundigen zullen onmiddellijk beseffen dat zoiets nooit precies goed uit komt. Het KB voorziet dat ‘de overblijvende zetels worden toegewezen aan de kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.’ Om een lang verhaal kort te maken leverde dat voor de jongste verkiezingen volgend resultaat op:
Zoals u kan zien, geen grote verschuivingen ten opzichte van de vorige keer en niemand bevoordeeld.
Het systeem D’hont
Dan zijn er verkiezingen om de toegewezen zetels op te vullen. Ook daar is een politieke keuze nodig. Hoe zet je een stemmenaantal om naar zetels ? Die verdeling gebeurt volgens ‘de methode D’hont’. Genoemd naar Victor D’hont een jurist en wetenschapper en volgens Wikipedia wordt zijn systeem in nog wel wat landen gebruikt. Het is niet het meest eenvoudige systeem.
Samengevat werkt het zo: in elke kieskring (provincie) wordt het aantal stemmen per partij gedeeld door opeenvolgende positieve gehele getallen (1, 2, 3, 4 ,5, …) de quotiënten worden in volgorde van grote gezet en telkens gaat er een zetel naar de grootste quotiënt, zo verder tot de zetels op zijn. U bent niet goed mee ? Een voorbeeld kan het duidelijk maken. Neem nu de kieskring Luxemburg (die hebben maar 4 zetels dat maakt het overzichtelijk). U ziet (hieronder) de vier grootste partijen, met daaronder hun stemmenaantal gedeeld door 1 en door 2 en daarna tussen haakjes de eerste tot en met de vierde zetel. Ecolo heeft niet genoeg voor een zetel, moest er een vijfde zetel zijn zou die naar de MR gaan.
deler | cdH | MR | PS | ECOLO |
1 | 56.702 (1) | 41.346 (2) | 37.373 (3) | 13.471 |
2 | 28.351 (4) | 20.673 | 18.686,5 | 6735 |
Hopelijk is het zo een beetje duidelijk. Ook in het systeem D’hont zit geen pervers effect.
Voorlopig kunnen we dus concluderen dat je kan discuteren over het systeem, maar er is geen systeem dat een bepaald deel van het land bevoordeelt. Het schijnt tot nu toe ‘toeval’ te zijn dat de vier grootste Franstalige partijen er hun voordeel mee doen.
Een alternatief
Maar moet het zo ? Zoals we in het begin al zeiden, neen het moet niet zo. Interessant is de situatie in Nederland. Die hebben, wat op een Doorbraak redactieraad, ‘het eerlijkste systeem’ genoemd werd. Nederland is één grote kieskring. Alle stemmen worden op een hoop gegooid (er is trouwens geen lijststem enkel een ‘kopstem’). Hoe verdeelt men die ? Het totale aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels. De uitkomst daarvan heet de ‘kiesdeler’. Het aantal zetels is gelijk aan het aantal keren dat de kiesdeler afgerond wordt behaald. Vervolgens worden nog restzetels verdeeld. Voor die restzetels gaat men berekenen hoeveel stemmen elke partij heeft per behaalde zetel. De partijen met het meest aantal kiezers per zetel krijgen de restzetels, en dat gaat zo door tot alle restzetels verdeeld zijn. De verleiding is te groot om dat eens toe te passen op ons systeem.
Op de officiële website kan je lezen dat er op 25 mei 2014 in totaal 6.745.059 geldige stemmen uitgebracht in België. Zoals u, ondertussen zeker, weet, zijn er 150 Kamerzetels dus 6.745.059 : 150 = 44.967,06 zoveel stemmen heb je nodig om een zetel te halen volgens dit systeem. Dat hoeft niet noodzakelijk een unitaire kieskring in te houden trouwens.
Partij | Stemmen | Syst B | Syst –NL +reststem | Verschil B:NL | Kiezer/ zetel NL | Kiezer/zetel B |
MR | 650.290 | 20 | 14 (+1) | -5 | 43.352 | 32.514,5 |
PS | 787.165 | 23 | 17 (+1) | -5 | 43.731 | 34.224,5 |
Ecolo | 222.551 | 6 | 4 (+1) | -1 | 44.510 | 37.091,8 |
cdH | 336.281 | 9 | 7 (+1) | -1 | 42.035 | 37.364,5 |
N-VA | 1.366.414 | 33 | 30 | -3 | 45.547 | 41.406,4 |
CD&V | 783.060 | 18 | 17 (+1) | 0 | 43.503 | 43.503,3 |
sp.a | 595.486 | 13 | 13 | 0 | 45.806 | 45.806,6 |
Open VLD | 659.582 | 14 | 14 (+1) | +1 | 43.972 | 47.113 |
Groen | 358.947 | 6 | 7 (+1) | +2 | 44.868 | 59.824,5 |
FDF | 121.403 | 2 | 2 (+1) | +1 | 40.467 | 60.701,5 |
PTB-GO! | 132.956 | 2 | 2 (+1) | +1 | 44.318 | 44.3186 |
Vlaams Belang | 247.746 | 3 | 5 (+1) | +3 | 41.291 | 41.291 |
Parti Populaire | 102.599 | 1 | 2 (+1) | +2 | 34.199 | 51.299 |
PVDA+ | 118.333 | 0 | 2 (+1) | +3 | 39.444 | 59.166 |
Debout Les Belges | 58.056 | 0 | 1 (+1) | +2 | 29.028 | 58.056 |
150 | 137 (+13) |
Opvallend is dat alle grote partijen verliezen, op Open VLD en Groen na. Het Nederlandse systeem is duidelijk gunstiger voor de kleinere partijen, die halen sneller een restzetel. In het systeem bestaat er ook geen kiesdrempel, tenzij een natuurlijke. Wie onder de ‘kiesdeler’ scoort haalt geen zetel. Ook in dit systeem valt het doek voor LDD, maar PVDA+ haalt drie zetels. In ieder geval toont het dat er een systeem mogelijk is dat de grote verschillen in n kiezers/zetel wegwerkt. Maar ook hier met een duidelijker gunstiger systeem voor de kleinere partijen. Ook dat is een politieke keuze.
NL/FR
Opvallend is dat volgens het systeem dat we hier toepassen de verhouding Nederlandstaligen Franstaligen grondig dooreengeschud wordt. Op 25 mei 2014 zijn in het Belgische systeem 63 Franstalige en 87 Vlaamse zetels toegewezen. (eigenlijk klopt dat niet, de taalrol van de verkozenen wordt eigenlijk bepaald door de taal waarin ze de eed afleggen maar wij tellen ze volgens de taal van de partij waarvoor ze verkozen zijn. Een verantwoorde gok lijkt me.) Als we het Nederlandse toewijzingssysteem gebruiken dan verschuift die verhouding naar 57 Franstaligen en 93 Nederlandstaligen. Er klopt dus iets niet aan de vertegenwoordiging. Ziedaar de reden waarom het nooit zal veranderen. Ziedaar ook de reden waarom men in de ‘federale kieskring’ op voorhand al met quota’s wil werken. Maar we dwalen af en het is hoe dan ook een wat scheefgetrokken voorbeeld. Moesten we met kieskringen werken die een heel taalgebied bestrijken zou de uitslag sowieso anders geweest zijn.
Zou dat Nederlandse systeem kunnen met ons provinciaal kiessysteem ? Ja, je kan met hetzelfde systeem, per provincie werken. De zetels kunnen verdeeld worden op basis van de kieslijsten : het aantal kiesgerechtigden per provincie bepaalt het aantal zetels. Op de avond zelf bepaal je de provinciale kiesdeler en je kan beginnen. Dan zijn de Franstaligen zeker dat er niet aan hun aantal zetels wordt geraakt, maar dan beslis je politiek om een voordeel te geven aan de ‘kleintjes’. Grote partijen noemen dat versnippering.
Conclusie
Een eerste conclusie is, dat een politieke keuze voor een manier van zetels vastleggen en stemmen naar zetels omzetten altijd een effect heeft. Politici moeten dus goed moeten weten wat ze willen, voordeel voor grote partijen in naam van de heilige stabiliteit ? Of zoveel mogelijk stemmen omzetten in een zetel om zoveel mogelijk politieke meningen vertegenwoordigd te zien ? En ja eigenbelang is politici in deze discussie nooit vreemd.
Nergens is er een complot, toch is het zo dat er meer kiezers per zetel zijn voor grote Vlaamse partijen dan voor Franstalige. Hoe komt dat dan ? De oorzaak zou wel eens kunnen liggen bij de overvloed van kleine partijtjes in het Franstalige landsgedeelte en in Brussel. Kent u La Droite (26.035 stemmen), Debout Les Belges (58.043 stemmen), Faire place Nette (15.467 stemmen), Islam (13.760 stemmen), Nation (10.226), Wallonie D’abord (11.226), … als je alle kleine partijtjes optelt kom je aan zo’n 200.000 van de 2, 5 miljoen Franstalige stemmen die niet vertegenwoordigd zijn. Daardoor hebben de Franstalige partijen met minder stemmen meer zetels. Daar is dus niets fundamenteel ondemocratisch aan. Vlaams-nationalisten gebruiken dit dus beter niet als argument in een discussie over Vlaamse autonomie. Er zijn echte en goede argumenten genoeg.
Pieter Bauwens – www.doorbraak.be