Op vrijdagavond 4 juli ging in C.C. De Markgraaf de academische zitting door naar aanleiding van de jaarlijkse viering van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap.

Gastspreker was dit jaar Erik Stoffelen, wonende in Hove en voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond (ANZ) en secretaris van het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AKVSZ).

Gelet op de concurrentie van het WK Voetbal waren er nog een veertigtal aanwezigen, wat niet slecht is. Alle gemeenteraadsleden van de N-VA waren aanwezig, evenals de OCMW-raadsleden Nelly Bellens en Jan Wouters, de anderen ‘stuurden hun kat’ of hadden voetbalinteresses vanuit hun ‘luie zetel’ ….

Na de voordracht van de heer Stoffelen was er nog een korte gedachtenwisseling met het publiek rond de kosten van de zetelverdeling in Vlaanderen en Wallonië en de mogelijkheden van een meerderheidsstelsel bij verkiezingen.

Nadien volgde een gezellig samenzijn in de bar op de benedenverdieping.

[AFG_gallery id=’49’]

 

Toespraak van de heer Erik Stoffelen :

“VLAANDEREN, QUO VADIS ?
QUID CD&V ?

Geachte heer burgemeester,
Geachte schepenen,
Hovenaars,
Vlaamse vrienden,

Erik Stoffelen
Erik Stoffelen

Alvast bedankt voor de uitnodiging om hier vanavond de feestrede ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag te mogen uitspreken. Om het even in populaire WK-termen uit te drukken : vandaag heb ik een thuismatch, voor eigen publiek. Ik trek graag het Vlaamse land rond, maar het is extra prettig om in je eigen gemeente te mogen spreken. Ook al zijn we een kleine gemeente, ik vond het een aangename beslissing om hier vorig jaar te starten met de traditie van een 11-juli-viering, een officiëlere waar we graag eens even stilstaan bij de politieke situatie en de toekomst van Vlaanderen. Deze toespraak is getiteld : Vlaanderen, quo vadis ? Met als subtitel Quid CD&V ? En ik kan u geruststellen : meer Latijn komt er vandaag niet bij te pas. Verder vond ik inspiratie in de kaartersclub van de federale Kamer om de politieke situatie van vandaag en morgen in enkele kaarttermen samen te vatten.

25 mei 2014 werd betiteld als de “moeder aller verkiezingen”. De verkiezingsdag gaf alweer een duidelijk signaal, duidelijker dan ooit, Vlaanderen werd opnieuw stevig op de kaart gezet. Maar misschien nog niet stevig genoeg.

Wie droomde van een Vlaamse soloslim, waarbij alle troeven in één Vlaamse korf zouden komen, was eraan voor de moeite. Het Belgisch kaartenhuisje is dan wel niet stabiel, het laat zich niet zo maar van de kaart blazen. De vraag die men zich kan stellen is dan ook: Vlaanderen, quo vadis ?

Die vraag wordt heus niet alleen gesteld door Vlaamse independisten, confederalisten of verdedigers van een zevende staatshervorming. Op een Vlaamse feestdag als vandaag, is die vraag echt wel aan de orde. Modderen we wat aan ? Blijven we verder wegzinken in het federale moeras waar weinigen nog klaar in zien ? Of spelen we open kaart ? En gunnen we elkaar het beleid waarvoor we langs de twee kanten van de taalgrens democratisch gekozen hebben ?

De these dat België een land van twee democratiën is, vindt meer en meer ingang in de publieke opinie. Terecht ! Men hoeft echt geen hoogleraar in politieke en sociale wetenschappen te zijn, om zoals Yves Leterme ooit zei, te begrijpen dat het Belgisch model zijn limieten echt wel bereikt heeft. Of – we kunnen zelfs Karel De Gucht citeren – om te beseffen dat België een permanente diplomatieke conferentie is. De toestand beschrijven is één zaak. Daarover groeit er links en rechts steeds meer eensgezindheid. De vraag is wat ermee te doen.

Het politieke spel kan natuurlijk maar gespeeld worden met de kaarten die op 25 mei gelegd zijn. Wie legt zijn kaarten open op tafel ? Of beter, wie laat er in zijn kaarten kijken ? Er zijn immers verschillende politieke pistes mogelijk. Een voortzetting van de onzalige tripartite van de drie politieke partijen is helaas niet onmogelijk gemaakt. De eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat die formule in tegenstelling tot voorheen zelfs langs Vlaamse kant een politieke meerderheid heeft. Maar er is officieel althans weinig animo voor.

Het lijkt me ook niet de beste formule om de enorme besparingen waar we voor staan te realiseren. En het negeert de toch wel duidelijke tendens in Vlaanderen naar de gevraagde verandering.

Momenteel blijkt deze piste volgens diverse bevragingen niet echt populair, maar ik durf mijn zuur verdiende centen toch niet inzetten op het uitblijven van zo’n scenario.

Het kan doorgestoken kaart zijn om – zoals Yvan Mayeur, de burgemeester van Brussel stelde – De Wever en Michel enkele pirouettes te laten draaien om dan na de zoveelste regimecrisis uiteindelijk toch te landen via de PS. Na een traditioneel rondje zwarte pieten, kan de landing dan ingezet worden.

VL feestOp het zangfeest wordt er altijd open kaart gespeeld. Wij laten al een aantal jaren verstaan dat een onafhankelijk Vlaanderen onze voorkeur geniet. Dat lijkt ons de beste staatkundige piste, maar we beseffen dat dit wellicht een proces is van voortschrijdend inzicht bij de toch wel brave Vlaming en dat confederalisme wellicht een noodzakelijk tussenstation zal zijn. We leven nu eenmaal niet in Schotland of Catalonië waar het onafhankelijkheidsdenken veel verder staat en waar men de brede bevolking veel beter en massaler kan mobiliseren rond deze gedachte. Of wat te denken van een menselijke ketting van Catalanen, zo’n honderden kilometers lang, die ‘independencia’ scanderen. Wie er bij was op de VVB-manifestatie in Brussel (30 maart 2014), is nog onder de indruk van hun vastberadenheid en enthousiasme.

Intussen tijd tikt de klok en rijden we ons vast in een federaal moeras terwijl we dringend toe zijn aan beslissingen ten gronde die ons voorbereiden op de uitdagingen van de toekomst. Willen we onze sociale zekerheid en specifieker onze pensioenen en ons belangrijk sociaal ziekte verzekeringsmodel toewijzen aan een stabiele Vlaamse regering of aan een besluiteloze blokkerende federale overheid ?

Voor de verkiezingen pakte de regimepers nog enthousiast uit met de wetenschap dat de bedrijfsleiders in ons land geen vragende partij waren voor een verdere staatshervorming. Het zal u misschien verbazen, maar ook in de Vlaamse Beweging is daar weinig animo voor.

Als men ziet met welke voorrechten deze lamentabele zesde staatshervorming afgekocht werd, is de vraag of men niet beter geen staatshervorming heeft dan een slechte. We zouden beter dringend werk maken van staatsvorming.

Wordt het zoals Rik Van Cauwelaert al eerder neerschreef, niet stilaan tijd voor een definitief gesprek tussen noord en zuid ?

Over wat we nog samen kunnen doen ? Vanuit de filosofie dat de deelstaten heel veel zaken misschien beter zelf beheren, naar eigen inzicht én financieel vermogen. Een confederaal samengestelde federale regering dus, zonder sterk programma want wie kan er nu vuur en water verzoenen ? Dan blijft er slechts smurrie over.

Neen, geef mij maar een federale regering die verder uitbesteedt waarover onenigheid blijft bestaan. De Vlaamse en Waalse regering kunnen dan naar eigen inzicht – en democratisch gedragen in de eigen achtertuin – de zaken verder behartigen. Vandaag horen we de Vlaamse werkgevers stellen dat ze liever een lange crisis hebben dan een voortzetting van de onzalige tripartite. Uit diverse peilingen blijken 80 % van de Vlamingen hen hierin te volgen. Enkel de vakbondsleiders zetten een pokerface op en blijven hardleers het zaligmakende unitair model verdedigen, tegen de belangen van hun eigen volksgemeenschap in.

Wat een verschil met onze Waalse vrienden uit het zuiden. Zij lijken voor sommigen verstokte belgicisten maar denken in de praktijk enkel aan hun eigen belang. Waar nodig gaan ze resoluut voor hun regio. Of wat te denken van een PS die zonder dralen een Waalse regering op poten zette. Eerst Wallonië en dan het Belgisch staatsbestel. Blokkeren wat kan, en dat is veel na de diverse onzaligmakende blokkeringsmechanismen die na het Vlinderakkoord nog intensief toenamen.

Wat een verschil met de CD&V die eerst aan de federale regering dacht en in tweede instantie slechts aan Vlaanderen. Voor de verkiezingen weerklonk nog de slogan ‘Sterker Vlaanderen, sterker land’.

We zijn benieuwd welke prioriteit ze gaan leggen. De Waalse confederale logica dwong de CD&V om alsnog het Vlaamse niveau niet te verwaarlozen.

De CD&V heeft volgens vele politieke waarnemers de sleutel in handen voor het verder overleg op federaal niveau. Gaan ze overstag richting de gevreesde tripartite, met in het ergste geval ook nog een tripartite in Vlaanderen ? ‘Quid CD&V’ kunnen we dus stellen.

Het is nu toch zonneklaar dat er van politieke families in België geen sprake is. De zogenaamde band tussen CD&V en CDH is gewoonweg onbestaande. Het zal de CDH worst wezen wat de CD&V vindt of wenst. Zij hebben meer binding en respect voor wat er bij de PS beweegt, dan bij hun zogenaamde Vlaamse broeders. Hoeveel duidelijker kan de kloof tussen noord en zuid aangetoond worden. Eén Waals mini-partijtje blokkeert de mogelijkheid van een centrum-rechtse coalitie waarbij de PS eindelijk eens in de oppositie zou belanden. Na ‘madame Non’ hebben we nu ook een ‘monsieur Non’.

Of de zogenaamde kamikaze-coalitie enige kans maakt is maar de vraag. De Open VLD bezondigt zich na een Belgisch geïnspireerde kiescampagne nu ook aan een bizarre logica. Na het verwerpen van het confederalisme, ooit goedgekeurd op een ledencongres, wordt nu zelfs het federalisme bij het huisvuil gezet. Want welke federale logica zit er in hun vraag om met hun ondeelbaar programma én in de federale én in de Vlaamse regering te willen zitten. Elke federale logica stelt dat aparte entiteiten aparte regeringen kunnen krijgen. Toppunt is dat de liberalen hun bizarre logica alvast niet doortrekken naar het Brussels niveau en daar alvast enthousiast zaken doen met het fransdolle FDF.

Dit surrealistisch land is eigenlijk onbestuurbaar geworden. Misschien is het nog een verkiezing te vroeg, maar eerder vroeg dan laat komt de dag – en ik citeer Europees president Herman Van Rompuy – dat een federale regering niet langer kan worden gevormd. De CD&V heeft zoals gezegd de sleutel in handen: ofwel gaan ze overstag voor een steriele tripartite, met het duidelijke risico dat ze als partij de neerwaartse trend nog verder doorzetten, ofwel houden ze het been stijf, en gaan we stilaan richting Tjechisch-Slovaaks model. De toekomst zal het uitwijzen.

De vele burgemeesters die hun carrière in de Dorpstraat abrupt beëindigd zagen, weten ook waarom dit is. Zij hebben mee de sleutel in handen. Zij moeten revolteren tegen de belgicistische vleugel van de CD&V en de Vlaamse vleugel sterker maken.

Alleen met een Vlaamser wordende CD&V hebben zij nog een toekomst. De eerste signalen bereiken ons trouwens dat dit momenteel volop gebeurt. Men zal Vlaams zijn, of men zal niet zijn. Voorwaar een leuke gedachte op deze Vlaamse feestdag. De Vlaamse leeuw heeft geen partijkaart, en we wensen elke politicus of partij die het goed voorheeft met Vlaanderen, alle succes toe. Maar de Vlaamse leeuw, heeft dan officieel misschien geen tanden meer, in de praktijk wel. En wie dit negeert, verdiende in het verleden, vandaag en in de toekomst electoraal een stevig pak slaag. Het is en blijft de taak van een ongebonden Vlaamse Beweging, om de belangen van Vlaanderen steeds nauwlettend in het oog te houden.

Los van deze institutionele uitdagingen, staat ons land uiteraard voor tal van zware uitdagingen. Sociaal-economische uitdagingen, op vraag van Europa, het IMF en vooral vanuit de noodzaak om ons sociaal model te kunnen blijven betalen. Wanneer gaan zogenaamd sociale organisaties eens beseffen dat je pas een omelet kan bakken als je eieren hebt ?

Sociaal zijn betekent niet dat je de mensen die werken en dus het sociaal zekerheidsmodel mogelijk maken, plat belast. België deed het sinds 28 jaar niet slecht in het WK voetbal, maar is al jarenlang, elk jaar op rij, wereldkampioen inzake belastingsdruk.

Een triest record, en als het aan de PS ligt, mag er nog een schepje bovenop gedaan worden. Als er sociaal economisch geen drastische koerswijziging komt, zullen de Vlaamse werkgevers die terecht boos zijn, toch eens moeten nadenken om ook communautair de zaken wat harder te gaan spelen.

Het wordt tijd dat de studies rond onafhankelijkheid niet langer in handen blijven van vrijwilligers van Vlaamse verenigingen, maar het gespreksonderwerp worden onder Vlaamse CEO’s en sociale middenveldorganisaties, al zullen die laatste nog niet meteen warm lopen voor meer Vlaamse autonomie.

Zij waarschuwen immers graag voor het zwarte gat na België en verwijten ons egoïsme en navelstaarderij als we het Belgisch systeem in vraag durven stellen. Verwijten van egoïsme zijn  evenwel totaal misplaatst. Uit een recente studie van het Actie komitee Vlaamse Sociale Zekerheid bleek immers dat jaarlijks zo’n 11 miljard euro van noord naar zuid vloeit. Zonder dat dit structureel iets ten goede verandert, zonder perspectief dus, en wat erger is, zonder één woord van dank en zonder enige vorm van loyauteit.

Mag ik u – als commercieel directeur van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds – één voorbeeld uit de praktijk geven dat tot de verbeelding spreekt ? Maar het vat alles wat tot hiertoe gezegd is, zo goed samen. Ziekenfondsen bieden hun leden voordelen en terugbetalingen aan via de aanvullende verzekering. Ziekenfondsen werken onder de vleugels van een federale koepel, landsbonden genaamd. Die landsbonden hebben ook federale of unitaire aanvullende voordelen, die over heel het land lopen, zoals de sociale zekerheid dus.

Binnen de Neutrale landsbond waar we met ons ziekenfonds actief zijn, werd er correct vastgesteld dat er voor heel wat nationale voordelen meer uitgaven gebeurden in Vlaanderen dan Wallonië. De oorzaak hiervoor was voor alle duidelijkheid niet te zoeken in een frauduleuze toepassing of een of ander misbruik, maar valt logisch te verklaren door het feit dat de Vlaamse ziekenfondsen heel commercieel actief zijn en meer aangesloten kinderen tellen, waardoor er logischerwijze ook meer uitgaven zijn voor bv. orthodontie en lidgelden voor een sportclub. Nadat deze cijfers gepubliceerd en geëvalueerd waren, vroegen de Franstaligen zelf de splitsing van de nationale diensten. Er was geen 5 minuten politieke moed noodzakelijk.

Alle nationale terugbetalingen werden onverwijld, jawel onverwijld, gesplitst zodat geen euro van zuid naar noord hoefde te vloeien. Dit voorval toont haarfijn aan hoe onze Waalse vrienden de sociale zekerheid bekijken.

Van zodra er één euro in de andere richting gaat, wordt de stekker er onverbiddelijk uitgetrokken en zo zal het ook met België geschieden.

Is het u trouwens ook opgevallen dat er bij de zesde staatshervorming enkele brokjes overgeheveld werden die toevallig meer gingen kosten in Vlaanderen ? Die brok mochten de regio’s dan zelf gaan behartingen. Toevallig. Het vertelde verhaal uit onze ziekenfondssector is overduidelijk en spreekt wellicht tot de verbeelding.

Vlaamse vrienden,

Het ANZ is een belangrijke organisatie binnen de Vlaamse Beweging. Als Vlaamse organisatie besteden wij daarom de nodige aandacht aan de staatkundige evolutie van ons land. Wij doen dat al decennia lang, steeds met één doel voor ogen : de verdere ontvoogding van Vlaanderen.

Het ANZ is verder ook een culturele vereniging, met de nodige aandacht voor wat er cultureel in Vlaanderen gebeurt en beweegt. Wijlen Gaston Eyskens stelde ooit dat wat we zelf doen, beter kunnen doen. Het woordje kunnen is later weggevallen maar is in deze uitspraak geen onbelangrijk hulpwerkwoord.

Wij vinden het normaal dat onze Vlaamse overheid inzet op een breed cultureel spectrum en investeert in de toekomst, maar wij verwachten van onze Vlaamse overheid een volwassen, complexloos cultuurbeleid dat vooruitkijkt, maar tegelijkertijd respectvol omgaat met zijn rijke verleden.

Dat gebeurt te weinig. Niemand minder dan de vorig jaar overleden Vlaamse koorcomponist Vic Nees uitte een duidelijke noodkreet die we hier graag herhalen.

Los van elke polemiek stelde Vic Nees dat het toch niet kon dat onze Vlaamse toondichters onder het stof belandden, dat zij zelden of nooit geprogrammeerd werden. Wij hebben voor alle duidelijkheid niets tegen het programmeren van het werk van buitenlandse culturele grootmeesters.

Maar in elk normaal land is men fier om ook eigen werk uit te voeren, zou men als het ware apetrots zijn op monumenten als Benoit, Preud’homme of Feremans en hun de plaats geven die hen toekomt. Hier loopt het enigszins anders. En daarom herhalen we hier de noodkreet van Vic Nees : speel ook het werk van onze Vlaamse grootmeesters en laat ons volk onze culturele geschiedenis ontdekken. Intussen blijkt dit af en toe te gebeuren op radio Klara. Mooi zo, als het goed is, zeggen we het ook graag.

Eind 2013 vierden wij de geboorte van onze 500ste gedigitaliseerde partituur. Die eer viel te beurt aan het Daenslied ‘De Groene Vlag’, van het Priester Daensfonds. We zijn blij dat we in dit Daensjaar ons steentje kunnen bijdragen tot de nagedachtenis van priester Daens, die zo symbool stond voor de associatie van de Vlaamse Beweging met de sociale beweging.

Op tien jaar tijd hebben we met vele vrijwilligers een huzarenstukje verricht. Honderden strijd-, kunst-, kinder- en kerstliederen werden digitaal en dus toekomstgericht vereeuwigd. Heel wat koren, scholen en dirigenten maken er intussen gebruik van.

Het ANZ doet er via het digitaliseringsproject alles aan om ons cultureel erfgoed te bewaren voor de toekomst en het modern ter beschikking te stellen. Maar wij zouden dit graag sneller doen, intensiever en er meer ruchtbaarheid willen aangeven. Met die oprechte doelstelling zullen we binnenkort gaan aankloppen bij de nieuwe Vlaamse minister van cultuur.

Vlaamse vrienden,

Op een dag als vandaag mag én moet er gefeest worden. Vaak vragen mensen me wat er te vieren valt. Ook ik heb enkele ongerijmdheden aangekaart, enkele Vlaamse verzuchtingen geuit. Maar we moeten ook positief zijn. Nooit eerder was het zo overduidelijk dat dit land fundamenteel ondemocratisch werkt. 712 jaar geleden zorgden onze voorouders ervoor dat de grenzen van Frankrijk niet tot in onze contreien komen. In onze geschiedenis zijn er ook heel wat zaken om fier op te zijn. Als we vandaag economisch niet meer onderdoen, als we vandaag in het Nederlands kunnen studeren, dan hebben we dat te danken aan onze Vlaamse voorouders.

We moeten als Vlamingen trots zijn op wat we al bereikt hebben en ambitieus en optimistisch over wat we nog zullen bereiken. Alleen met een positieve ingesteldheid kunnen we de massa bereiken en overtuigen. Die massa is heel volatiel. Dat merken we aan de vlaggen die aan vele gevels reiken. Op de Ronde van Vlaanderen klauwt de Vlaamse leeuw, tijdens de wereldbeker herleefde de tricolore. De ergernis rond identiteit en het bespotten van Vlaamse symbolen is ronduit hypocriet uit bepaalde hoek. Wie nationalisme en symbolen verfoeit, moet dat uiteraard consequent altijd doen. Maar dat gebeurt niet. Voetbal is een leuk spelletje, maar sport is sport. Wie via sport aan politiek wil doen, is verkeerd bezig.

Wie het ANZ, de Vlaamse Beweging en onze rijke nederlandstalige cultuurschat graag eens wil beleven, nodig ik graag uit op het 78ste Vlaams-Nationaal Zangfeest, op zondag 8 maart 2015 in de Antwerpse Lotto-Arena, waar we over alle partijgrenzen heen onze rijke liederenschat beleven. Ik klink zo dadelijk graag met u allen op onze Vlaamse feestdag, op Vlaanderen, op een Vlaamse staat in wording.

Ik dank u.”


Erik Stoffelen

Hove, 4 juli 2014.