Door Johan Sanctuorum – www.doorbraak.be

Heel het verhaal van duurzame energie heeft, dankzij de politieke mismeestering, in Vlaanderen een enorme knauw gekregen.

Meer éénpansgerechten klaarmaken, de koelkast snel dicht doen liefst zonder uw neus ertussen, een spons in de brievenbus steken – ik lach niet -: het zijn maar een paar van de vele aanbevelingen die ons worden gedaan om een black-out, zijnde een afschakeling van de elektriciteitsvoorziening de komende winter, te vermijden. De Nederlanders, nooit te beroerd voor een Belgenmop, zijn alvast begonnen met een inzamelingsactie van wokpannen voor hun zuiderburen onder het motto ‘Niet mokken, lekker wokken’.

eandis

Toch is enig mokken hier op zijn plaats. De manier hoe het beleid van de laatste decennia België op energievlak tot de status van ontwikkelingsland degradeerde, is zonder meer tekenend voor het amateurisme en de laissez faire-mentaliteit van dit regime, waar politieke overleving alle andere agenda’s overschaduwt.
Er werd wel een kernuitstap voorzien, maar geen technisch becijferde energiewende zoals Duitsland dat met succes doet. Na een paar defecten in verouderde kerncentrales was het duidelijk dat het licht (en al de rest) deze winter zou uitgaan. En zal er die dag ook geen enkele trein rijden, lees ik nu net, dit keer niet omwille van een staking maar gewoon wegens geen stroom in de seinhuizen. No train today, this must be Belgium.
Laten we echter ook niet vergeten wat voor een boeltje de Vlaamse regering er op energievlak van maakte, via het gesol met de fameuze groene stroomcertificaten (GSC’s). Hoe zat dat ook weer ? Bezitters van zonnepanelen creëren via hun opbrengst groene stroomcertificaten, die ze voor een vast bedrag kunnen verkopen aan hun netbeheerder. Die kan daarmee bewijzen dat een deel van zijn stroom ‘groen’ is, want er moet een Europees quotum gehaald worden. Maar daar schuilt een adder : door het succesverhaal van de zonnepanelen kwamen er zoveel GSC’s op de markt dat hun waarde daalde, terwijl de netbeheerder ze toch aan een door de overheid vastgestelde prijs moest afnemen van de paneeleigenaars.
Resultaat : de distributeurs maakten verlies (voor een totaal van ca. 1,7 miljard euro), dat ze nu mogen compenseren via een forse verhoging ten belope van zomaar eventjes 35% vanaf 1 januari 2015. Voor alle duidelijkheid : dit is een verhaal dat zich compleet op het Vlaamse niveau afspeelt. Wat we zelf doen, doen we beter, zeg dat wel.

electriciteitspaal

Freyataks

En dan begint het spelletje zwartepieten. Wie is er verantwoordelijk voor deze ontsporing, waardoor vooral armere gezinnen in Vlaanderen, zonder zonnepanelen dus, zullen opdraaien voor de subsidies aan de panelen-bezittende middenklasse ? Men kan burgers moeilijk met de vinger wijzen wanneer ze gewoon gebruik willen maken van overheidstoelagen. Temeer omdat bij velen van hen naast het rendement toch een ecologische motivatie speelde.

Terecht stelt PvdA-energiespecialist Tom De Meester in een DS-opiniestuk dat vooral de industriële exploitatie het systeem onbetaalbaar maakte. Het voorbeeld van de Antwerpse Katoennatie is kenschetsend : havenbaron Fernand Huts liet in 2011 tientallen hectaren havenloodsen vol zonnepanelen leggen. Ze leveren hem jaar na jaar 13,4 miljoen subsidies op.
In totaal krijgen zo 3.386 grootschalige zonnepanelenparken elk jaar 231 miljoen euro subsidie cadeau van de Vlaamse overheid. En dat nog twintig jaar lang. Het was hen niet te doen om het milieu maar om het pure rendement. Zelfs grote varkenskwekers hadden ontdekt dat ze hun laarzen mochten uitdoen, eventuele illegale wietplantages konden opdoeken, en slapend rijk konden worden door hun stallen met zonnepanelen te bedekken. Het is dan ook een typisch Vlaams fenomeen : in Wallonië is de subsidiestroom naar grootproducenten te verwaarlozen en worden voornamelijk residentiële installaties betoelaagd, wat ook de bedoeling van het systeem is. Maar hoe is het in Vlaanderen anders gelopen ?

Hier komen ontegenzeggelijk de Vlaamse socialisten in beeld. Onze GSC’s zijn indertijd ingevoerd door Steve Stevaert, de man van de gratis-politiek en de niet kloppende rekeningen. Maar ook toenmalig bestuurder bij Interelectra, dus ook al een electricien. Freya Van den Bossche mocht het systeem verder gaan verkopen. Achter de schermen echter was vooral Johan Vande Lanotte de drijvende kracht, voormalig Minister van Noordzee én directeur van Electrawinds, het bedrijf dat met zijn off-shore windmolenparken gretig mee profiteerde van de groene stroomsubsidies (zie ook ‘De Keizer van Oostende’ een boek van VRT onderzoeksjournalisten Wim Van den Eynde en Luc Pauwels). Daarom moesten dus de grootproducenten van groene stroom mee in het Vlaamse certificatensysteem worden betrokken : heel het systeem was op hun maat gemaakt. Vande Lanotte was uiteindelijk de federale minister die de elektriciteitsprijzen tijdelijk bevroor om zo het fatale effect van de GSC’s te maskeren. Tot de aap uit de mouw kwam.
Grappig detail : na het dreigend failliet, door de afbouw van het GSC-systeem, werd Electrawinds ontmanteld en de winstgevende activiteiten verkocht aan … de Waalse intercommunale Tecteo waarin de PS de plak zwaait. Het kan verkeren. Eerlijkheidshalve dient ook gezegd dat de Vlaamse coalitiepartners (CD&V, Open-VLD, nadien ook N-VA) de socialisten met hun belangenvermenging en zelfbedieningswinkel voluit lieten begaan, wellicht in het stille besef dat zij de politieke rekening vroeg of laat zouden gepresenteerd krijgen. Wat vandaag dus ook gebeurt, getuige daarvan de ingeburgerde term ‘Freyataks’ als het gaat over de verhoogde electriciteitsfactuur.

Igean energielening

Quid Vlaams Energiebedrijf ?

In een Knack-column lijst Jean-Marie De Decker de aspecten van heel het Vlaamse groene stroommisbaksel nog eens op, in zijn gekende kleurrijke stijl. De aversie tegen zijn stadsgenoot en oervijand Johan Vande Lanotte stoomt uit de tekst, net als zijn grote liefde voor kerncentrales. De populistische inslag van De Deckers schotschrift valt niet te onderschatten : heel het verhaal van duurzame energie heeft, dankzij de politieke mismeestering, een enorme knauw gekregen. De Vlamingen zonder zonnepanelen zijn kwaad op hun buren mét, die zelf met de schrik zitten dat de overheid vroeg of laat de subsidieverbintenis zal opzeggen (dat is de volgende stap), terwijl heel de markt voor alternatieve energiewinning in Vlaanderen op apegapen ligt.
De kernlobby en Electrabel zijn de lachende derde in het zwartepietendispuut. De manier hoe de Vlamingen, en in de eerste plaats de SP.a, het groene dossier politiek verkloot hebben, zal Gaz de France/Suez tot grote tevredenheid stemmen. Zeker na de winter en de nodige één pansgerechten zal het publiek draagvlak voor kernenergie vele malen groter worden.
En dat is een ongezonde dynamiek. De Fukushima-catastrofe van maart 2011 heeft ons geleerd dat nucleaire energie een enorm risico van onomkeerbare vervuiling teweeg brengt. Terwijl Duitsland op schema zit om tegen 2050 90 tot 100% van zijn energie duurzaam te produceren (Zweden zit nu al aan 50%), bengelt België met zijn 6,8% helemaal onderaan de Europese lijst. Ondanks de Vlaamse varkensboeren, de natiebazen en de keizer van Oostende. De groene stroom is bij ons kostelijke folklore. De nucleaire lobby komt versterkt uit dit verhaal.

Het contrasteert enorm met de windstilte rond het Vlaams Energiebedrijf dat ooit onder impuls van de N-VA werd opgericht. De bestuursmandaten werden partijpolitiek netjes ingevuld. Maar meer dan wat folders uitdelen rond energiebesparing en zorgen dat de verwarming niet te hoog staat in de overheidsgebouwen, doet deze instelling niet, terwijl ze ooit werd aangekondigd als het fundament van ‘een Vlaamse Electrabel’. Misschien deze ambitie eens terug opnemen : een overheid die investeert en participeert in een groots project rond (duurzame) energiewinning, vanuit de filosofie dat energie een noodzakelijke dienstverlening uitmaakt zoals het openbaar vervoer, watervoorziening en afvalbeheer, en geen banaal marktproduct is. Heel het groene stroom-gegeven zou van daaruit moeten verder geactiveerd en gestuurd worden.

Maar die visie druist dan weer helemaal in tegen de rechts liberale ideologie van de Vlaamse én de federale regering, die wil dat alles aan de privé-sector moet worden overgelaten. De wind zal dus meer dan ooit uit Parijs komen. Meer bepaald vanuit een groep die voor 33 % door de Franse staat wordt gecontroleerd.

 

Johan Sanctorum
Johan Sanctorum