www.doorbraak.be
Ter gelegenheid van de 175ste verjaardag van zijn geboortedag is een boek verschenen met hedendaagse brieven aan Priester Daens. Ook onze hoofdredacteur, Pieter Bauwens, kroop in zijn pen en schreef de Aalsterse priester een brief.
“Eerwaarde Heer Daens
Moest dat zo vroeger ? Eerwaarde Heer voor een priester ? Ik ben nooit goed thuis geweest in het beleefdheidsjargon voor geestelijken dat halfweg vorige eeuw van kracht was. Vandaag zou ik schrijven naar een priester als :
Beste Adolf
Of als ik hem niet zo goed kende, misschien
Beste priester Daens
De tijden zijn veranderd. Priesters worden niet meer spontaan aangesproken als ‘Eerwaarde Heer’. Ze zijn ook in de beleefdheidsformules van hun voetstuk gehaald. Het is heel verleidelijk om te denken dat u dat goed zou gevonden hebben. ‘Een herder moet de geur hebben van zijn schapen’ heeft de huidige Paus Franciscus gezegd. Het is heel verleidelijk om te denken dat die paus je niet zomaar had weggestuurd. Hij lijkt het te begrijpen, priesters die het opnemen voor de armen, voor die mensen die in de maatschappij niet meetellen. Het is heel verleidelijk om te denken dat u het met die paus heel erg eens zou zijn, de manier waarop hij spreekt en schrijft over de wet van het geld bijvoorbeeld. Hij kiest als kerk niet de kant van de machtigen. Eindelijk. De tijden zijn gelukkig veranderd.
Weet u beste Adolf, we zijn slimmer geworden. We verstoppen onze uitbuiting beter, we hebben ze geëxporteerd. We hebben in onze tijd de armoede en de miserie, zoals in uw tijd in Aalst, geglobaliseerd. Nu zijn het niet meer de mannen, vrouwen en kinderen van om de hoek die tegen een hongerloon werken ten bate van een rijke fabrieksbaas. Maar wel de mannen, vrouwen en kinderen van Bangladesh, Vietnam, Pakistan … zo vele landen ter wereld. Allemaal ten bate van grote internationale bedrijven die niks menselijks meer hebben, ze kennen enkel statistieken, niet de mensen die erachter zitten. Ze kijken enkel naar balansen en jaarresultaten en verplaatsen vlot hun fabrieken als de wetgeving de winst te veel drukt. Op naar een ander land, met minder wetten, lager uurloon, langere werktijden. Er vallen, net als in uw tijd, nog slachtoffers in slecht beveiligde fabrieken, maar dat zit ver weg ergens in de rubriek ‘buitenland’. Als het al het nieuws haalt. En wij, rijke westerlingen zijn verslaafd geworden aan ‘zo goedkoop mogelijk’. Niemand die zich de vraag stelt wie die kleren, schoenen en andere spullen maakt die ze hier verkopen voor een paar euro. Niemand die die verre anonieme arbeiders in de ogen moet kijken, die dag en nacht voor ons werken. Het is in zekere zin nog gesofisticeerder georganiseerd dan in uw tijd. De bazen zitten ver weg van alle miserie, ver genoeg om de miserie te kunnen ontkennen. Die bazen hebben wel vaak nog de regering in hun zak. Sommige zaken veranderen nooit.
We zijn erin geslaagd om onze miserie te exporteren, zodat we er niet meer zo vervelend onverwacht mee geconfronteerd kunnen worden. Maar dat wil niet zeggen dat we hier in Vlaanderen (ook in Aalst) alles op een rijtje hebben. 175 jaar na uw geboorte en 107 jaar na uw dood, zijn er nog altijd uitkeringen die onder de armoedegrens liggen. De kloof tussen arm en rijk groeit, niet alleen in de wereld, ook in Vlaanderen. Net zoals ook het aantal armen (dat heet nu ‘mensen met een armoederisico’) groeit, vaak alleenstaanden met kinderen. Ja ook nu nog zijn de kinderen het grootste slachtoffer. Sommige dingen veranderen nooit.
Solidariteit met wie het minder heeft, is nog altijd geen evidentie. In uw tijd vonden de rijken het zinloos om iets te geven aan de armen ‘ze drinken toch alles op’ werd gezegd. In wezen is er aan die mentaliteit niet zo veel veranderd. Excuses om niet solidair te hoeven zijn liggen voor het rapen, gelukkig zijn er bakens van hoop.
Want weet u, beste Adolf, er zijn mensen die uw voorbeeld volgen, in Vlaanderen en in de wereld zijn er mensen die zich inzetten voor anderen. Mensen die armen het woord geven, hun voet zetten tegen het paternalisme. Er zijn mensen geïnspireerd door de medemenselijkheid, of die dezelfde oproep lezen in het Evangelie als u. Jovel, die gezinnen in armoede een nieuwe kans geeft door hun schulden weg te nemen. Of zuster Jeanne Devos die het in India opneemt voor het ‘huispersoneel’ (huisslaaf in vele gevallen) en net als u ook de politieke weg kiest. Want als er iets is dat ik aan u bewonder, is het niet alleen uw solidariteit, uw zich laten raken door de miserie van een ander. U wou ook echt iets veranderen, u hebt geschopt tegen het systeem, met Bijbelse gedrevenheid en daarbij machtige vijanden gemaakt. Ze zijn er u voor blijven achtervolgen, tot op uw sterfbed. De kerk kan het mooiste, blijkbaar ook het slechtste uit een mens halen. Wij kunnen dat tegen elkaar zeggen, u als priester, ik als gelovige, geëngageerde in de kerk en godsdienstleraar. We weten waar het over gaat.
Beste Adolf, het belangrijkste houd ik voor het laatst. Ik schrijf u deze brief, niet louter uit bewondering. Ik schrijf u deze brief uit dankbaarheid. Nu, 175 jaar na uw dood is uw leven nog altijd een inspiratiebron voor velen. U was uw tijd vooruit. U was een profeet, in de beste oudtestamentische traditie : u zei wat de machthebbers niet wilden horen, u bracht God aanwezig zoals Maria zong : ‘Hij drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen.’ (Lucas1, 51-53).
Had men u op uw sterfbed gezegd dat honderd jaar later de bisschop van Gent zou staan dringen om een mis op te dragen te uwer nagedachtenis, niemand had het geloofd. Bijna niemand kent nog de naam van de bisschop van Gent in uw tijd, laat staan dat hij iemand ter inspiratie is, maar uw beeld hangt vandaag, uitkijkend over Aalst en omstreken aan een grote fabrieksmuur. Uw leven, werk en lijden is niet voor niets geweest. Priester Daens, voorloper, profeet, kerkleraar. In de canon zal u niet worden opgenomen, maar bij het volk leeft uw naam nog. Ik ben gerust, over 175 jaar zullen nog altijd mensen zich inzetten voor anderen. Ik besluit graag met de belofte dat ik altijd zal proberen één van hen te zijn. Ik zal proberen uw oude spoor verder te trekken.
Vriendelijke maar ook eerbiedige groeten
Pieter Bauwens”