Op zaterdag 11 oktober jl. organiseerde de vereniging “De Nederlanden Verenigd” in Bray-Dûnes (Brayduinen) in Vlaanderen-in-Frankrijk een symposium rond het thema ‘Grensoverschrijdende eigenheid’. Er waren een vijftigtal aanwezigen.

Historicus Eric Vanneufville (Rijsel) belichtte de historische eenheid van Frans-Vlaanderen met de rest van de Nederlanden. “Er is lange tijd handel gevoerd met Engeland, reeds vanaf 650 na Christus. Met de Godsdienstoorlogen verdwenen de protestantse elites. Bij de industrialisatie in de 19de eeuw is er een sterke verfransing doorgevoerd via o.a. vele immigranten uit de rest van Frankrijk. Tijdens de eerste wereldoorlog zijn er in de streek vele vernielingen aangebracht. Het interbellum was hier erg Vlaams gericht”.

 

Dan was het de beurt aan Ward Maillet van de vereniging “Twee Talen/ Deux langues”. “Na 350 jaar Franse bezetting is het Vlaams uit het openbare leven verdwenen. Nu begint het ook te verdwijnen uit het private leven. De grens bestaat nog in de geesten, het is nu ook een taalgrens aan het worden. Frans-Vlaamse jongeren gaan uit in De Panne en worden er in het frans aangesproken in horeca-zaken. Dit is niet bevorderlijk voor hun studie van de Nederlandse taal, de taal van hun (groot)ouders. De helft van de jongeren in Frans-Vlaanderen (regio Duinkerken) is werkloos. Deze jongeren gaan de grens niet over om werk te zoeken. In onze regio blijft de Vlaamse folklore nog over (carnaval). Met onze vereniging Twee Talen willen we het Vlaams zelfbewustzijn bevorderen via o.a. tweetalige signalisatie. We willen het Nederlands op de officiële borden krijgen. Voor officiële teksten moet er ook een vertaling zijn. We willen ook dat men de Nederlandse taal aanleert op de scholen. Via de nieuwe sociale media kunnen we een deel van de bevolking bereiken, zie radio Uylenspieghel en Flandres TV.

Onze regio zal steeds een overgangsgebied blijven tussen Frankrijk en de Nederlanden. Op korte termijn wensen we een platform (brug) te scheppen tussen deze twee. Vandaag werken er vele Franse grensarbeiders als handarbeider over de grens. Om een verantwoordelijke functie te krijgen in een firma is de taal heel belangrijk. Rijselse studenten trekken naar Parijs, niet naar Nederland of Vlaanderen. Dit is nog steeds een psychologische grens. De gediplomeerden verlaten onze regio.”

Dan volgde er een tussenkomt van de Frans-Vlaamse regionalist Chris Mercier die er aanwezig was met zijn dochter Sigrid. “Frans-Vlamingen kunnen hun kinderen over de grens naar school sturen, zoals ik heb gedaan in Poperinge. Mijn dochter studeert nu rechten aan de UGent.

Groeten uit de Elzas

Er volgde een korte beschrijving van de toestand in de Elzas, een regio lange tijd betwist tussen Frankrijk en Duitsland. François Schaffner van de vereniging René Schickele-Gesellschaft ging dieper in op de taaltoestand in zijn streek. “Over de Rijn, in de Duitse deelstaat Baden-Würtenberg staan er 20.000 vacatures open. Men vraagt tweetaligen. In 1950 was 90% van de bevolking van de Elzas nog Duitstalig, vandaag is dit bij de min 11 jarigen nog 4%. Een onderzoek uit 1999 wees uit dat er toen nog 750.000 Duitstaligen woonden in de streek. Ieder jaar sterven er wel 18.000 Duitstaligen. Vandaag wordt hun aantal geschat op 500.000 mensen. Er zijn een aantal beperkte mogelijkheden om in de Elzas Duits te leren.”

Meer info www.cg68.fr .

Belang van het Nederlands

Henri Vaassen – afkomstig uit het Limburgse Bree – en vandaag docent Nederlands aan de universiteit van Rijsel, benadrukte het belang van het Nederlands voor Frans-Vlamingen. “Hoe de noord-Fransen aan de universiteit voorbereiden op de Vlaamse arbeidsmarkt ? De Benelux bestaat voor 80% uit Nederlandstaligen. Ze zijn de eerste toeristische klant in Noord-Frankrijk. Komen op de tweede plaats na Duitsland op het economische vlak. De regio Nord/Pas-de-Calais is de eerste handelspartner van de Benelux. De werkloosheid bedraagt in West-Vlaanderen 5% en in Nord/Pas-de-Calais 15%. Hoogopgeleiden moeten de streek verlaten wegens gebrek aan jobs. De salarissen liggen 10% hoger in Vlaanderen. Op fiscaal gebied is het interessant om in Frankrijk te wonen en in Vlaanderen te werken.

Zijn Fransen gemotiveerd voor het Nederlands ? Jonge Fransen bezien dit vanuit een economisch standpunt. Vroeger had men geregeld nog iemand in de familie die ‘Vlaamsch’ sprak. Vandaag is dit grotendeels verleden tijd. Fransen gaan naar De Panne en worden er in het Frans aangesproken. Voor vele gewone Fransen is hun taal superieur aan alle anderen. Vanaf een zeker cultureel peil heeft een Fransman wel interesse voor vreemde culturen. Er is dikwijls het probleem om een vreemde taal te kunnen spreken. Nederlandstaligen schakelen soms onmiddellijk over op het frans als ze horen dat het een Franstalige is.

In de regio zijn er 4.000 leerlingen in het basisonderwijs die ½ uur per week Nederlandse les krijgen, gesteund door de Nederlandse Taalunie en het rectoraat van de universiteit van Rijsel. 34 colleges en lycea promoten het Nederlands (3 uur / week). Het gaat over 700 leerlingen in de lycea en 1.000 leerlingen in de colleges, vnl. in de gemeenten gesitueerd tegen de grens. Er zijn nog een aantal private initiatieven om Nederlands te leren zoals La maison du Néerlandais in Belle, la Maison de l’ Europe in Duinkerke, het Huis van het Nederlands in Ieper, een opleidingscentrum in De Panne, taalcafé’s.”

Daarna was er nog een tussenkomst van Edwin Truyens uit Kontich die benadrukte dat we ons moeten inzetten voor het Nederlands en niet voor het lokale dialect. “Wat moeten we doen ? Eerst een inventaris maken van al het bestaande. Daarna kijken wat het wettelijk kader is waarin we kunnen ageren. Welk zijn de plaatselijke behoeften ? Vb. vroeger in Voeren was dit de toeristische infrastructuur uitbouwen. Hotelinfrastructuur.”

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Edwin Truyens

Er is nog veel werk in Frans-Vlaanderen maar er zijn ook vele mogelijkheden.

Het geheel werd in goede banen geleid door Marnixring voorzitter Jan Verleysen. Nadien volgde nog een receptie.

Foto’s (c) Gazet van Hove.