Het einde van de rode mens
Dit is hét boek dat u moet lezen om Poetin en zijn volk te begrijpen. “Het Einde van de Rode Mens” las ik in een bijzonder hotel op de top van het Russenduin in het Nederlandse Bergen-aan-Zee. In de duinpan aan de voet van de zandberg verloren de Russen in 1799 een bloedige veldslag van Frans-Bataafse verdedigers.
De Russische invallers verloren 3.000 soldaten. Twee eeuwen later, manoeuvreert president Poetin, in zijn hoge Kremlin bij het Rode Plein, zijn land in een even breekbare economische situatie. Hoe ziek zijn Rusland wel is, blijkt op elke van de 500 bladzijden van het interview- en verhalenboek van Svetlana Alexijevitsj, een Wit-Russische razende reporter en schrijver. De ondertitel is direct en raak: leven op de puinhopen van de Sovjet-Unie. Karl Marx noemde Rusland “de onwrikbare mongool”. Die onwrikbare mongool leefde zeven decennia door bloedstollende slachtingen van het eigen volk. Na de perestrojka gingen de archieven open en las men een typische zin van de bolsjewiek Zinovjev, die in 1918 schreef : “We moeten negentig van de honderd miljoen in Sovjet-Rusland aan onze kant krijgen. De rest moeten wij niet overtuigen maar vernietigen.” Zijn woord werd werkelijkheid.
Alexijevitsj verdeelt de Sovjettijd in vier generaties: die van Stalin, van Chroestsjov, van Brezjnev en van Gorbatsjov. Zij hoort bij de laatste generatie. De ineenstorting van het communisme was voor haar generatie gemakkelijker te aanvaarden, omdat die niet geleefd had in de tijd toen het ideaal lokte van de superieure Sovjetmens die komaf zou maken met de kapitalistische uitbuiting en de strijd tussen de volkeren, in de Russische (straf)kolonie die de USSR werd.
Broers gaven broers aan. Buren gaven hun buurman aan. Als gevolg van een ruzie om een moestuin, om een kamer in een gemeenschappelijke woning. Door een lied op een bruiloft : “Dankzij Stalin met zijn snor, kom je warm de winter door.” Dat was genoeg. De beulen konden zo hun plancijfers halen. Zoveel burgers dienden opgepakt te worden, ‘t stond op papier. Enerzijds vermaalde het systeem de mens, anderzijds waren mensen onderling meedogenloos. Ze waren bereid tot alles, om te overleven. De beulen waren slachtoffers en de slachtoffers waren beulen.
Verhaal na verhaal, gesprek na gesprek, schommelt het leven in de Sovjet-Unie tussen liefde en haat, hoewel die laatste stemming overheerst. Echter, één van de honderden getuigen verklaarde: “Ik hield van Stalin. Zelfs toen ze over hem gingen schrijven dat hij klein en rossig was en een verdorde arm had. Dat hij zijn vrouw vermoord had. Toen hij ontluisterd werd. Toen hij uit het mausoleum gehaald werd.” De revolutie van Gorbatsjov en Jeltsin is mislukt, de hoop van toen is gebroken. Gorbatsjov is voor de Russen een spion, een marionet van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA die één oogmerk had: het vernietigen van het Sovjetrijk. De Russen blijven vandaag met lege handen achter, gekneveld als zij worden door de kleptocraten van president Poetin.
Ondanks de terreur, de Goelag, de beulen, de onredelijkheid, en ondanks de uitzichtloze miserie van vandaag, verschijnen opnieuw de ouderwetse ideeën: het “grote imperium”, de “ijzeren hand” en de “Russische eigen weg”. Het Sovjetvolkslied is terug. Er is weer een Komsomol, al heet die jeugdbeweging vandaag “De Onzen”, en de partij aan de macht kopieert de communistische partij. Alexijevitsj komt op straat jongeren tegen in T-shirts met hamer en sikkel en het portret van Lenin. Weten zij wel wat het reële communisme was ? Uit haar boek blijkt dat communisme een mengeling te zijn geweest van slavenstaat, dagelijkse afschrikking en onvervuld idealisme. Weten de neo-Sovjets wat de nomenklatoera – de heersers voor Gorbatsjov – geworden is ? Wie bezit de villa’s op Cyprus en in Miami ? De ex-partijbonzen. Zo snap je waar het geld uit de partijkas is gebleven: in vastgoedspeculatie, omkoping, favoritisme. De militanten van de perestrojka maken zich vandaag het verwijt: we hadden dag en nacht op straat moeten blijven en moeten volhouden om een internationaal strafhof zoals in Neurenberg (tegen het naziregime) tegen de communistische partij af te dwingen. Men doet het omgekeerde van wat Marx zei, na het socialisme bouwen wij het kapitalisme. Het boek van de Wit-Russin stroomt als een rivier waarin Rusland drijft als een drenkeling.
Frans Crols in ’t Pallieterke
Svetlana Alexeijevitsj , “Het Einde van de Rode Mens. Leven op de puinhopen van de Sovjet-Unie”, uitgeverij De Bezige Bij, Antwerpen, 2014, 478 blz., 29,99 euro, ISBN 9789085 425717.