Chris Ceustermans op zoek naar Conservatieve denkers in een boek van Jelle Dehaen.
www.doorbraak.be
Ik was erg nieuwsgierig naar het boek Het Conservatieve Denken van Jelle Dehaen. Zoals voor zovelen zijn de conservatieve denkers voor mij grotendeels onontgonnen terrein. Ik ben opgegroeid met linkse denkers zoals Chomsky. Het onderwijs en de media gaven bovendien weinig prikkels om ‘conservatieve denkers’ te ontdekken.
Het Conservatieve Denken speelt in op de groeiende interesse voor de conservatieve traditie. Jelle Dehaen presenteert zes conservatieve stemmen via diepgaande interviews, zowel binnenlandse denkers (Herman De Dijn) als buitenlandse (o.a. Dalrymple, Paul Cliteur, Thierry Baudet).
Dat conservatieve denken voorstellen, is een taaie opdracht. Een van de rode draden van het boek is net dat het conservatisme geen strak uitgewerkte en consistente ideologie is zoals het marxisme. Het is een geesteshouding. Meer nog, het conservatisme hoeft niet noodzakelijk rechts te zijn, zoals velen geloven. Verder heeft het conservatisme niks te maken met neoliberalisme. De verenging van de mens tot consument, ronddwalend in een mondiale supermarkt, staat haaks op het conservatisme.
Dehaen schetst in een prikkelende inleiding de essentie die bij elke conservatieve denker terugkeert. De conservatieve kern gaat in tegen het systeemdenken waarbij men de samenleving probeert te bestieren zoals een ingenieur dat met een elektriciteitsnet doet. Alle conservatieve denkers vinden de mens en de samenleving te complex voor grote plannen vol wenselijke mensbeelden. Een doorgedreven geloof in de maakbaarheid van de samenleving is in hun ogen pure waanzin en gedoemd om meer leed te berokkenen dan goed. Dit gaat zowel op voor linkse waanbeelden zoals de ‘multiculturele samenleving’ als de rechts-liberale revolutie van Margaret Thatcher.
De mens is een tegenstrijdig en irrationeel wezen met naast goede ook inherente slechte aandriften zoals racisme. De conservatief ziet deze complexe, tegenstrijdige werkelijkheid onder ogen. Daarom wordt er in alle gesprekken van Dehaen zoveel belang geschonken aan de traditie : een kostbaar weefsel dat al lange tijd de menselijke aandriften in goede banen tracht te leiden en er zelfs betekenis kan aan geven.
Hoe divers de zes geïnterviewde denkers ook zijn, altijd zullen ze onderstrepen dat verandering geënt moet worden op het bestaande. Geen grootschalige top-downhervormingen in het onderwijs, geen ondersteboven gooien van de Vlaams-Brussels media en het afschaffen van radiostations op basis van een presentatie van 26 slides vol holle marketingtermen aan kabinetten van Pascal Smet (sp.a) en Sven Gatz (Open Vld).
Niet toevallig waren het progressieve partijen die als olifanten in een porseleinwinkel te keer gingen en het sinds jaren gegroeide redactionele weefsel van de Vlaamse gemeenschap in Brussel aan flarden scheurden. Diezelfde Pascal Smet lag ook aan de basis van de teloorgang van de ooit zo rijke Muntpunt Bibliotheek in Brussel die plots een ‘belevingscentrum’ worden moest. Een dergelijk olifantenbeleid doet elke conservatieve denker gruwelen.
Het Conservatieve Denken bleek voor mij erg prikkelende en verfrissende lectuur. Naast de schets van die rode draden, zorgen de zes denkers immers voor een breed palet van thema’s. Paul Cliteur verwoordt een realistische blik op migratie en integratie. Dalrymple bespeelt zijn klassieke thema’s van burgerschap en de ontwrichting van de onderklasse door de hypocriete dubbele standaard van de culturele elite (tolerantie prediken vanuit ‘gated communities’). Herman De Dijn beschrijft de teloorgang van de universiteit als academische instelling. Gregory L. Schneider analyseert de invloed van het conservatisme op het Amerikaanse politieke systeem.
Fascinerend is ook de vaststelling dat al die conservatieve denkers met hun nadruk op de tegenstrijdigheid van de mens en de onvoorspelbaarheid van de effecten van beleid, veel dichter aanleunen bij de wereld van literatuur en de kunsten dan de progressieve visie van de maakbaarheid en van de sociaaleconomische context als passe-partout verklaring voor alle kwaad.
Onbedoeld legt het boek daarmee ook een bizarre paradox bloot. De Vlaamse cultuurwereld en schrijversgild is sinds de Tweede Wereldoorlog doordrongen van een links wereldbeeld. De wereld die in goede kunst en literatuur opgeroepen wordt, is echter net deze van de tegenstrijdige mens die de conservatieve denkers als uitgangspunt nemen en voluit erkennen.
Voor iemand als de filosoof Roger Scruton is conservatisme dan ook ‘a philosophy of love’. Wanneer bepaalde problemen onoplosbaar blijken, kan de traditie ons troosten. Zo kan de schoonheid en de herkenbaarheid van de literaire klassiekers ons verzoenen met het leven.
Jelle Dehaen, Het Conservatieve Denken Met voorwoord van Bart De Wever, Uitgeverij Houtekiet, 2015, 230 blz., 19.9 € , ISBN nummer : 978 90 8924 335 5.
Foto’s : (C) Reporters.