Franstalige ministers wegen te licht
Voor Hervé Jamar is nu een elegante uitweg gevonden, maar ook andere MR-excellenties wegen inhoudelijk licht – en dat baart zorgen.
Door Daniël Walraeve – www.doorbraak.be .
‘Minister van Begroting verlaat de federale regering’. De kans is groot dat heel wat mensen zich bij het horen van dat nieuwtje zorgen hebben gemaakt over Johan Van Overtveldt (N-VA). De federale minister van Financiën wordt zelfs door oplettende burgers vaak voor de minister van Begroting gehouden. De titelvoerende excellentie, Hervé Jamar, bleef het voorbije jaar volstrekt onzichtbaar. Zelfs veel journalisten zouden de nieuwe gouverneur van Luik niet uit een rijtje met lookalikes kunnen halen.
Het is maar goed dat Jamar met een prestigebenoeming geëvacueerd kan worden uit de Wetstraat. Hervé Jamar is de minister die bij zijn aantreden toegaf dat hij nog niet alles begreep van zijn bevoegdheid, en in de maanden daarna illustreerde dat zelfs die inschatting nog te optimistisch was. Van Overtveldt was niet alleen voor Vlaamse journalisten het aanspreekpunt voor begrotingszaken: zelfs binnen de regering Michel rekende niemand echt op Jamar voor het cruciale begrotingswerk.
De MR-personeelsproblemen zijn evenwel nog niet van de baan. Jamar was gewoon het ergste voorbeeld van een breder probleem : de Franstalige ministers vallen te licht uit. Met uitzondering van Charles Michel, die velen zeer positief verrast, is er op elke MR-excellentie heel wat aan te merken.
Onrustwekkend ondermaats
Na het vertrek van Jamar heet het grootste MR-zorgenkind Marie-Christine Marghem. De minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame ontwikkeling geeft blijk van veel onhandigheid en weinig dossierkennis – terwijl dat bij voorkeur toch omgekeerd verdeeld is. Eén van haar weinige verdiensten, toch vanuit oogpunt van de regering, is de levensduurverlenging van Doel I en Doel II – een beslissing die stilaan meer scheurtjes vertoont dan de gemiddelde Belgische reactor. In veel andere dossiers laat Marghem het gewoon afweten. Een Energienorm ? Geen spoor van. Een Energiepact ? Niet te bespeuren. De nucleaire veiligheid ? In het gedrang. Over de broodnodige energieconversie durven wij hier niet eens iets te schrijven. De oppositie heeft al bloed geroken – Kristof Calvo is niet van plan om los te laten.
De rijzige Daniel Bacquelaine beheert de sleutelpost Pensioenen. De Vlaamse coalitiepartners houden hem nauwlettend in het oog, want een slimme en structurele pensioenhervorming wordt een lakmoesproef voor de regering Michel. Op grote publieke uitschuivers valt Bacquelaine nog niet te betrappen, maar het valt op dat er aan de pensioenplannen van de federale regering nog wel wat losse eindjes zitten. Denk maar aan de concrete invulling van wat nu zware beroepen zijn, en wat niet. Bij N-VA is er ook wat ergernis over de passieve houding van Bacquelaine in het heikele dossier van het vervroegd pensioen bij de politie, dat door MR vrolijk in het bakje van vicepremier Jambon werd gedraaid.
Een andere cruciale hervormingspost zit bij Jacqueline Galant. Als er ergens ‘verandering’ nodig is, dan wel bij de NMBS. Met name de N-VA begint steeds nadrukkelijker te hameren op hervormingen bij de spoorwegen – en voorlopig blijven die pijnlijk uit. In het belangrijke symbooldossier van de gegarandeerde dienstverlening (bij de NMBS en Infrabel, maar ook bij Belgocontrol) laat Galant amper van zich horen. Ook het protocol rond wilde stakingen werd nog niet wettelijk verankerd. Van een nieuw beheerscontract met NMBS en Infrabel, of een beslissing over nieuwe treinstellen is al helemaal geen sprake. De vraag is hoe lang de Vlaamse pendelaar genoegen blijft nemen met een ambitieuze, maar amper onderbouwde visienota.
Dan is er nog Willy Borsus – Willy wie ? Als minister van Middenstand en Zelfstandigen had hij een belangrijke stem moeten hebben in het debat rond de taxshift, maar niemand heeft hem gehoord – en dat kunnen middenstanders en zelfstandigen trouwens ook merken aan de uiteindelijke taxshift, die voor hen weinig goeds belooft. Als minister van Maatschappelijke Integratie zou Borsus op dit moment ook te horen moeten zijn over de vluchtelingencrisis, maar ook in dit dossier valt de minister niet te betrappen op enig beleid.
Tenslotte is er de overlever Didier Reynders, maar die kan putten uit een rijke ervaring, en is op Buitenlandse Zaken relatief ongevaarlijk. Voor de rest blijft de man een gluiperd, die alleen betrouwbaar is in de zin dat je zeker mag zijn dat hij volstrekt onbetrouwbaar is.
Zwakste schakel
De zwakke MR-ploeg in de federale ministerraad wordt nu aangevuld met een politieke neofiet. Sophie Wilmès kwam pas een jaar geleden als opvolger in de Kamer. Terwijl iedereen bij de start van de regering Michel met bezorgdheid keek naar N-VA, blijkt nu dat de Franstalige liberalen de grootste moeite hebben om elke positie op niveau in te vullen. Je vraagt je af hoe de MR in hemelsnaam deel had moeten nemen aan de Waalse of Brusselse Gewestregering. Blijkbaar hebben de Franstalige liberalen niet eens het geschikte politieke personeel om één regering fatsoenlijk te bemannen.
CD&V blijft voor N-VA en Open VLD de meest problematische coalitiepartner op ideologisch vlak, maar op inhoudelijk vlak zijn het de Franstalige liberalen die voor hoofdbrekens zorgen. De unieke samenstelling van de regering Michel zet sowieso al grote druk op de (enige) Franstalige regeringspartij. In combinatie met zwakke ministers kan dat in de komende jaren nog explosieve situaties opleveren. De coalitiegenoten hebben het vel van Marghem al een paar keer moeten redden – dat blijft niet duren. De onheilsprofetie over de “kamikazecoalitie” voorspelt al meer dan een jaar dat de regering Michel de dood zou worden van minstens één coalitiepartner. Eerst was het MR, toen leek het N-VA, daarna CD&V. Misschien loog de eerste aanblik dan toch niet. Charles Michel kan niet al het gewicht op zijn eentje blijven dragen. En er zijn niet voor iedereen gouverneurspostjes voorhanden.
Foto’s © Reporters & Gazet van Hove.