Jef Nys, de beginjaren als cartoonist
ANTWERPEN
Deze 48ste tentoonstelling kan je een buitenbeentje noemen. Het Bormshuis ging namelijk in op het aanbod van ’t Pallieterke in het raam van zijn 70ste verjaardag, meer bepaald een tentoonstelling met cartoons van Jef Nys uit zijn beginperiode. Hij heeft inderdaad bij het “Weekblad met een goed hart en een slecht karakter” de stiel geleerd. En maakte ook een aantal politieke cartoons en karikaturen van politici uit de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog.
De opening van deze tentoonstelling had plaats op zaterdag 24 oktober jl. voor een 40-tal aanwezigen. De gelegenheidsrede werd gehouden door Tomas Verachtert, de auteur van het boek waarvan de titel ook de titel van de tentoonstelling geworden is. Het gaat om de periode waarin bedenker van Jommeke voor ’t Pallieterke tekende.
De tentoonstelling is voor het publiek open tot 30 januari 2015 tijdens de openingsuren van het Bormshuis, op dinsdag- en woensdagnamiddag (14.00-17.00u.) en op zaterdag (10.00-16.00u.). Begeleide groepsbezoeken, ook buiten de gewone openingsuren, zijn mogelijk mits afspraak. Tel. 03 / 238.27.49. Lieve Van Onckelen of via info@bormshuis.org .
Bormshuis, Volkstraat 30 in 2000 Antwerpen, tel. 03/ 238.33.99. – www.bormshuis.org .
***************************
Openingstoespraak van Tomas Verachtert :
“Dames en heren,
Ook ik wens u alvast van harte te bedanken voor uw komst vanmiddag. Het doet mij plezier dat na 70 jaar ’t Pallieterke niet alleen nog zoveel duizenden lezers telt, het kan zelfs hele zalen doen vollopen. Natuurlijk worden we vandaag wel wat geholpen door die grote naam op de affiche. Met spijt in het hart voeg ik daar meteen aan toe dat de man in kwestie onze hulde van vandaag niet meer kan meemaken.
Inderdaad, dames en heren. ’t Pallieterke verschijnt nu reeds 7 decennia week in week uit. Bij dergelijke jubilea is men al vlug geneigd om terug te grijpen naar de wortels, naar het allerbegin. Ik deed het eveneens met dit boek “Jef Nys, de beginjaren als cartoonist”. Men zou dit verhaal in eerste instantie kunnen lezen als een geschiedenis van de eerste jaren van ’t Pallieterke aan de hand van de cartoons en karikaturen die Jef Nys tussen 1946 en 1956 voor het blad maakte. Wat zou een satirisch blad uiteindelijk zijn zonder spotprenten ? De Antwerpse journalist Bruno De Winter, die het blad in mei 1945 oprichtte, besefte maar al te goed dat hij goede tekenaars nodig had om origineel te zijn en te blijven en vooral ook, om te overtuigen. Eén goed beeld zegt immers zoveel meer dan een ellenlang artikel.
Dat broodnodige tekentalent vond De Winter reeds in 1945. Via een ludieke cartoonwedstrijd, trok hij twee jonge en tot dan toe onbekende tekenaars aan: Willy Mertens, alias Sinjoorke, en Jef Nys, op de redactie beter bekend als Jefke. Die bijnaam had niet alleen met Jefs jeugdigheid – hij was nog maar 18 –, maar allicht ook met z’n lengte van 1m63 te maken. Iedereen die hem kende, wist echter dat in dat stille Jefke een enorme vindingrijkheid en artistiek uitdrukkingsvermogen schuilde. Ik ben ervan overtuigd dat Jef Nys met die talenten, maar ook met zijn aanvoelen voor wat leefde onder de man in de straat, de basis heeft gelegd voor die typisch Pallieteriaanse cartoontraditie, die tot op de dag van vandaag voortleeft. De grote mentor in dat hele verhaal blijft de ervaren satiricus Bruno De Winter. De gevatte journalist was en bleef de grote aftoetser, de man die de richting aangaf en die de teugels van zijn jonge cartoonisten al naargelang de situatie strakker aantrok of net los liet.
De verstandhouding tussen de drie eerste wapenbroeders van ’t Pallieterke, De Winter, Nys en Mertens, was fenomenaal, zo sterk zelfs dat enkel de dood hen kon scheiden. Dat gebeurde helaas veel te vroeg. De Winter viel als eerste uit in 1955. Mertens overleed twee jaar later. Nys had zijn carrièrewending toen reeds gemaakt en kon op dat moment al terugblikken op een erg productieve loopbaan als cartoonist bij een populair weekblad.
Opzet en indeling van boek
Dames en heren, uiteraard herinneren we ons wijlen Jef Nys in de eerste plaats als de geestelijke vader van Jommeke, een ondertussen legendarische stripfiguur waar generaties Vlamingen mee zijn opgegroeid. Het verkoopcijfer van bijna 60 miljoen albums zegt genoeg. Of om het met de woorden te zeggen die Karl Van Camp onlangs gebruikte : “Wie Jef Nys zegt, zegt Jommeke.” Het zijn allemaal mooie feiten, maar het verhaal dat hier voor ons ligt wil de platgetreden paden verlaten. Het wil op zoek gaan naar die andere Jef Nys, de tekenaar uit de periode voor Jommeke. We mogen immers niet vergeten dat het eerste avontuur van Jommeke in 1956 werd getekend door een man die reeds gehuwd was en jonge kinderen had. Wat het brede publiek niet weet, is dat diezelfde man toen al 10 jaar professioneel aan de slag als tekenaar. Dit boek wil daarom meer zijn dan zomaar een vroege geschiedenis van ’t Pallieterke in prentjes. Het ambieert de later zo succesvolle stripauteur op de meest volledige manier te portretteren in zijn beginjaren als cartoonist bij het blad voor “mensen met een goed hart en een slecht karakter.”
Jef Nys zou gedurende meer dan 10 jaargangen ongeveer 2.500 cartoons, karikaturen en illustraties voor ’t Pallieterke tekenen. Vooral zijn politieke spotprenten en in tweede instantie de karikatuur, inzonderheid de prachtige film- en sportkarikaturen, nemen de voornaamste plaats in. Naast politieke satire, die vooral gericht was tegen de links-liberale regeringen vlak na WO II, wenste Bruno De Winter zijn publiek ook te vermaken met sport, literatuur, film, theater, moppen enz. Ik selecteerde uit al die rubrieken uit de eerste 10 jaargangen een 300-tal prenten van Nys en heb deze thematisch ingedeeld. De inhoud en standpunten van het blad en heel wat historische achtergrond, dienen als leidraad voor de duiding van de cartoons. We zien Jef Nys’ stijl ook duidelijk evolueren, van eenvoudige maar rake grappen zonder al te veel franjes in de eerste jaargangen, naar pagina vullende composities met veel interactie tussen tal van figuren vanaf 1949. Laatstgenoemde composities gaan al meer naar het stripgenre overhellen.
Zij die echter uit zijn op hele bladzijden stripverhalen moet ik helaas teleurstellen. De strip bleef in ’t Pallieterke sterk onderbelicht. De eerste creaties van Nys die aan de criteria van het genre beantwoorden, zoals “De familie Knol” en “Adam leeft nog” (beiden uit jrg. 1948) zijn naar mijn bescheiden mening hoegenaamd geen hoogvliegers. Ik laat het graag aan de kenners onder u om daar anders over te oordelen. Alleszins begon Nys zich even later verder in het stripverhaal te bekwamen, maar het resultaat daarvan verscheen in andere kranten. Zijn rol als tekenaar speelde zich bij ’t Pallieterke in eerste instantie af op het domein van de politieke satire.
Paradox
Dat brengt ons meteen bij de grote paradox die rond de protagonist hangt. Jef Nys was allesbehalve een politiek activist. Jef Nys – en dat zullen een aantal aanwezigen hier zeker kunnen bevestigen – was een voorzichtig en teruggetrokken man, die zich ver hield van manifestaties of gelijk welke andere vorm van opwinding. Op de Antwerpse academie had hij als toegewijd student de talenten geperfectioneerd die hij reeds voor zijn tiende levensjaar uitdrukkelijk bezat. De gereserveerde artistiekeling leek voorbestemd voor een leven in de kunst. Met het luchtigere cartoongenre had hij voor 1945 slechts op de schoolbanken wat geëxperimenteerd, meer niet. Zijn eerste werkervaring deed hij op als technisch tekenaar in een architectenbureau. Hoe sensationeel moet dat niet geweest zijn ?
De plotse wending van brave bediende naar politiek cartoonist komt als een donderslag bij heldere hemel. En dan nog wel cartoonist voor ’t Pallieterke, een zopas opgericht gazetje dat als enige in volle repressie de onrechtvaardige en wrede behandeling van de zogenaamde “zwarten” en “incivieken” durfde aanklagen. De links-liberale tegenstanders, die het op dat moment voor het zeggen hadden, werden door de eenmansredactie onder leiding van Bruno De Winter hard op de korrel genomen. Zij noemden De Winters krant smalend, maar ook een beetje flauwtjes, ’t zwart moniteurke. Voorts deden ze er alles aan om van hem een nazi te maken. Quod non uiteraard. Hoewel, zulke stemmingmakerij kon destijds vergaande gevolgen hebben.
En toch verscheen de anders zo bedachtzame Jef Nys op een mooie dag in 1945 in het kantoor van Bruno De Winter. Voor mij is dat het teken dat Jef Nys door hetzelfde rechtvaardigheidsgevoel, dezelfde zin voor waarheid en orde werd gedreven als de moedige journalist. Uitgerekend hij boot zich aan, uit die massa van verontwaardigden, maar tevens stilzwijgenden. Anderzijds, speelde ook het financiële mee. We gaan niet ontkennen dat De Winter ervoor zorgde dat Jef Nys bij ’t Pallieterke een mooi inkomen had.
Nys’ start bij ’t Pallieterke in die woelige tijden van repressie, Koningskwestie en de ontbrandende Koude Oorlog, is hoe dan ook bewonderenswaardig. Het valt anderzijds wel op hoe Jef, in tegenstelling tot zijn harde spotprenten gericht tegen links, ten aanzien van de christendemocraten steeds een slag om de arm zou houden. Bruno De Winter, die zelf katholiek en net zoals de CVP hevig pro Leopold III was, deinsde er niet voor terug ook tegen de “verraders” van de CVP van leer te trekken. Zeker na het debacle van de Koningskwestie in 1951 en de slappe houding inzake amnestie en andere Vlaamse belangen. Tegelijkertijd moest De Winter toezien hoe zijn tekenaar geregeld voor katholieke bladen en bij de gemeenteraadsverkiezingen, zelfs voor de CVP tekende. Die ambiguïteit zou Jef geen windeieren leggen. Jommeke kende niet voor niets zijn ontstaan in Kerk en Leven. Kortom, de vroege Jef Nys was een complexe figuur die met nuance moet benaderd worden.
Actuele waarde van het boek
Dames en heren. Tot slot, zou ik graag nog iets willen zeggen over de actuele waarde van dit boek. Want u zult zich bij de lectuur misschien wel eens afvragen of al die geschiedkundige achtergrond niet een beetje achterhaald is. Men moet weten dat de behandelde periode voor jongere lezers helemaal niet zo evident is. In ieder geval is het niet mogelijk het vroege werk van Jef Nys volledig te begrijpen zonder enige kennis van wat er zich zestig, zeventig jaar geleden allemaal afspeelde in ons land en de wereld. Wie waren Frans Van Cauwelaert, Camille Huysmans, Paul Henri Spaak en al die andere politieke snoodaards nu weer ? Wat was de ware dynamiek achter de repressie en epuratie en wat betekende dat voor de na-oorlogse Vlaamse Beweging ? Hoe kwam het tot een Koude Oorlog tussen oost en west en hoe hard haatten Stalin en Truman elkaar echt ? Wat dat betreft kan ik u vertellen dat de communisten onder u het boek best misschien best laten voor wat het is. En wat met die Koningskwestie ? Welke beslissingen nam Leopold III tijdens de Duitse bezetting en hoe leidden die bijna tot een Belgische burgeroorlog ? Al die vragen dienen eerst beantwoord te worden, alvorens we de cartoons van Nys uit die tijd kunnen begrijpen.
De jongere lezers zullen eveneens inzien dat achter de cartoons die Jef Nys over dat stukje geschiedenis maakte heel wat actualiteit schuilt. Denken we maar aan de eeuwige tegenstelling tussen Vlaanderen en Wallonië. U weet wel : de Vlaamse lamme goedzak, die zich steeds laat ringeloren door de sluwe, assertieve Waal. Bij Jef Nys wordt dat het leidmotief van de fiere, triomferende haan en het zielige leeuwtje aan een leiband. Of denk maar aan de arrogantie waarmee zogenaamde wereldleiders vrede en welvaart denken te bewerkstelligen. Bij Jef Nys gaat het dan over de wapenwedloop en de oorlogen van zij die even voordien het oorlogszuchtige fascisme hadden verslagen. Om maar te zwijgen van de zogenaamde kloof tussen Wetstraat en Dorpsstraat. Want zoals Nys de wereldvreemdheid en hypocrisie van parlementairen en bestuurders allerhande afbeeldde, zo zult u het nog niet veel anderen hebben zien doen.
Diezelfde lezers zullen evenzeer in staat zijn om de grote verschillen te zien met vandaag. De Winter, Nys, Mertens en de andere redactieleden, waren volop actief in een tijd waarin grote ideologische verhalen nog van belang waren, ja zelfs een directe impact hadden op het leven van alle dag. Het was een tijd die bepaald werd door een compromisloze strijd tussen goed en kwaad: witten versus zwarten, NAVO versus Warschau-pact, katholieke leopoldisten versus rode anti-leopoldisten, vrij onderwijs versus staatsonderwijs enz… De kloof met onze onbezielde tijden kan niet groter zijn. Want politiek vandaag, laat ons eerlijk zijn, is gereduceerd tot een kleurloos economisch-materialistisch verhaal, dat zijn hoogtes en laagtes kent bij de sensatie van de dag.
Voor de jonge Jef Nys, die in dergelijke zaken niet meteen haantje de voorste was, was het toch duidelijk ergens bij te horen – bij de goeden uiteraard. Of hij het nu wilde of niet, Jef Nys heeft 10 jaar lang meegestreden in een verhaal van grote tegenstellingen. Met zijn prachtige tekeningen, die vandaag eindelijk gedeeltelijk ontsloten worden, heeft hij een steen verlegd in de strijd voor een Vlaanderen dat zijn ziel en zijn waardigheid niet wilde verliezen.
Beste mensen, ik ga u niet langer ophouden. Mij rest enkel nog te zeggen dat dit boek u veel en hard zal doen lachen, maar ook ontroeren, verontwaardigen en wie weet wat nog allemaal… Ik zou zeggen, bekijk het, waardeer het en vooral, sluit wijlen Jef Nys in uw hart…
Ik dank u voor uw aandacht. “
Nadien was er receptie en tekende de auteur enkele boeken.
Tomas Verachtert, ‘Jef Nys – De beginjaren als cartoonist’, uitgeverij ’t Pallieterke, Antwerpen, 2015, 219 blz., 22 euro.
Foto’s (c) Gazet van Hove