Op woensdag 2 december jl. werd er geschiedenis geschreven op het Antwerpse Stadhuis : het Vlaamsgezinde weekblad dat enkele voorgangers van de huidige burgemeester decennia geleden wilden vernietigen, vierde er zijn 70 jarig bestaan op “het Schoon Verdiep”. Dit met de uitgave van een nieuw boek en een feestelijke receptie, muzikaal opgeluisterd door Jacques Vandevelde op harp.
Het was schepen van Sport, publiek domein, diamant, markten & foren en personeel Ludo Van Campenhout (N-VA) die de goede honderd aanwezigen – vele vooraanstaanden uit de Vlaamse Beweging – mocht verwelkomen. Ludo Van Campenhout is sedert 2000 gemeenteraadslid in Antwerpen (toen voor de liberalen) en sedert 2014 zetelt hij ook in het Vlaams Parlement.
“Weekblad ’t Pallieterke is alles behalve buigzaam en kneedbaar. Eén centrale constante is het streven naar Vlaamse onafhankelijkheid. Dit is politiek incorrect. Dit is een ‘geuzentitel’ voor ’t Pallieterke” stelde Van Campenhout. “ ’t Pallieterke is een buitenbeentje in de Vlaamse media. Van jongs af aan het ik het gelezen. Mijn ouders hadden een volkscafé in Merksem en daar lagen alle kranten, ook ’t Pallieterke. Als schepen van Sport vind ik het een hele eer dat ’t Pallieterke wekelijks aandacht besteed aan de oudste club van het land, F.C. Antwerp.”
’t Pallieterke wordt ook gelezen op ‘Le Palais/Het Paleis’ in La(e)ken
“Jaren geleden hield ik eens een voordracht voor de Marnixring in Kalmthout over ‘de Confederatie der Lage Landen’ met Antwerpen als economische motor. Enige tijd later kreeg toenmalig collega Havenschepen Leo baron Delwaide een telefoontje van het Paleis van de Koning in Brussel met de vraag of hij even wilde langskomen. Aldus geschiedde. Ter plaatste werd de Antwerpse liberale havenschepen geconfronteerd van de kabinetschef van de Koning, Jacques van Ypersele de Strihou, die hem de bewuste uitgave van ’t Pallieterke voorlegde waarin verslag werd gedaan van mijn voordracht, de uitspraken met fluo-stift aangeduid. Nadien werd ik op het matje geroepen door mijn liberale partijvoorzitter, de provinciegouverneur en de Kamervoorzitter om geen onbezonnen uitspraken meer te doen die mijn politieke loopbaan zouden kunnen schaden”.
Het eerste nummer van ’t Pallieterke verscheen op 17 mei 1945 – een goede week na het einde van WO II in Europa.
De stichter-hoofdredacteur van ’t Pallieterke was “een witte”
Als tweede spreker kwam auteur Mark Vanvaeck aan bod. Hij studeerde geschiedenis aan de KU Leuven en was er praeses (voorzitter) van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Nadien werkte hij bij het Davidsfonds en vandaag is hij hoofdredacteur van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen. Vanvaeck maakte zij licentiaatsthesis over ’t Pallieterke. Dit werk werd in 1987 reeds uitgegeven door de toenmalige uitgeverij De Nederlanden. De nieuwe uitgave van het boek is een verwerkte versie van de thesis met een aantal verbeteringen (chronologisch en thematisch) en vele foto’s en cartoons. Mark Vanvaeck stelde dat de toenmalige Antwerpse machthebbers echt niet opgezet waren met de komst van een zeer kritisch weekblad. “Toenmalig burgemeester Van Cauwelaert had in juni 1945 reeds plannen om ’t Pallieterke te nekken. Maar het waren de Antwerpse socialisten die de grootste moeite hadden met ’t Pallieterke. Hun probleem was dat stichter-hoofdredacteur Bruno De Winter ‘een witte’ was, iemand zonder fout verleden tijdens de Duitse bezetting. De Winter praatte de collaborateurs niet naar de mond, maar hij hekelde de uitwassen van de repressie. Men heeft De Winter proberen te pakken via zijn broer Albert maar dit is mislukt. Betrokkene werd vrijgesproken door de rechtbank. In de socialistische Volksgazet deed men aan sfeerschepping. De Winter met ’t Pallieterke liepen in de weg van de gevestigde politieke partijen. Het weekblad had 15.000 exemplaren oplage bij zijn verschijning in mei 1945. Dit was reeds gestegen tot 60.000 exemplaren in november 1945. ’t Pallieterke schreef zijn artikels in totale onafhankelijkheid. Andere hoofdredacteurs van kranten waren ook parlementslid en zo waren hun kranten niets anders dan partrijkranten.”
“Je suis ’t Pallieterke”
Als derde spreker kwam Jacques Claes, prof. Em. UA, aan de beurt. Claes staat bekend om zijn heldere filosofische geest, een scherpzinnige blik en humorvolle taal. Hij was en staat bekend als boeiend spreker op lezingen waarin het verband tussen geschiedenis, filosofie en psychologie centraal staat. Vanuit zijn werkkamer op de Antwerpse Groenplaats met zicht op de Antwerpse kathedraal denkt hij na over de zin van het leven. Hij schreef hierover vele boeken.
Claes vergeleek ’t Pallieterke met een ‘monument’, niet een monument van steen dat op een kerkhof staat maar met iets veel groter. “ ’t Pallieterke is wonderlijk en mooi. Langs de economische kant bestaat het reeds 70 jaar zonder noemenswaardige vorm van reclame. Men is geen slaaf van de sponsors. Anderzijds ook de manier waarop ’t Pallieterke met taal omgaat, geen ABN maar ook geen verkavelings-vlaams. ’t Pallieterke doet dit op een buitengewone manier tegen de heersende opvattingen.”
Claes hekelde ook de politieke correctheid van vnl. politicologen, sociologen en toneelspelers. “Zij vinden zich een klein beetje geniaal, en leggen daarom de waarheid vast. Het zijn intellectuelen ‘maar dat is een gevaarlijk woord, eigenlijk informatiefascisten die de stijl en de mode bepalen van wat je hoort te doen en denken. Spreek je niet zoals hen, dan hoor je er niet bij en ben je een populist, enz’.
Claes eindigde zijn toespraak met “Je suis ’t Pallieterke”, verwijzend naar het Parijse “Je suis Charlie” n.a.l.v. de terreuraanslag van een groep moslimfanatici op kritische journalisten en tekenaars.
Nadien was het de beurt aan hoofdredacteur Karl Van Camp om de eerste boeken uit de delen aan de familie, enkele verdienstelijke Vlaamse figuren van ’t Pallieterke en de sprekers.
Een uitgebreide receptie volgde tot in de late uurtjes.
Foto’s © Gazet van Hove.
Foto’s © Gazet van Hove.