De N-VA voelt als geen ander de tijdsgeest aan, en wisselt de V van Vlaams in voor die van Veiligheid
De fabelachtige verkiezingsscore van 33% in 2014 was het resultaat van een tactisch slim spel waarin tegelijk het klassieke flamingantisme, het liberalisme en (extreem-)rechts werden opgevrijd. De twee laatste respectievelijk via het kiespubliek van Open-VLD en het Vlaams Belang. Het resultaat was een centrumrechts flou waarin vooral de Vlaams-republikeinse missie, nog steeds statutair verankerd binnen de partij, verdronk. De staatshervorming ging de koelkast in, en het heette dat nu eerst de sociaal-economische problemen aan de orde waren, die binnen het Belgisch bestel dienden te worden opgelost, zonder PS uiteraard, de eeuwige pispaal van de partij. Mits enig gemopper slikte de modale N-VA-militant deze doctrine van de Realpolitik : in 2019 zou de klus geklaard zijn en zou de partij een groots communautair eisenpakket op tafel leggen, dat, wie weet, wel het einde van België zou inluiden. Ondertussen bewees de N-VA zich als Belgische beleidspartij, kreeg sleutelposities toegewezen (economie, landsverdediging,…), maar vervelde ook geleidelijk aan tot machtspartij met een behoudsgezinde strategie, wat haar de bijnamen Nouveau CVP en Vlaamse PS opleverde.
Grondstroom
De electorale successtrategie is de partijcommunicatie blijven bepalen. Nu eens op het rechts-liberale been steunend (met besparingsvoorstellen in de zorg- en sociale sector), dan weer op het flamingante (met de oprichting van de denktank Objectief V als grootste blikvanger), beoefende de partij steeds meer de kunst van het ballonnetjes oplaten : lippendienst aan een deel van het electoraat, met in het achterhoofd de wetenschap dat daar binnen de huidige coalitie toch niets van kwam. Aan de rechterzijde werd vooral het moslim-bashen beoefend, of dacht iemand dat het voorstel tot verbod van onverdoofd slachten ingegeven werd door bekommernissen rond dierenwelzijn. Maar de terreurdreiging die vanaf begin 2016 de politieke agenda begon te overheersen, doorkruiste dit delicate evenwichtsspel, gericht op het beurtelings bedienen van doelgroepen. Niemand, behalve de absolute Volksunie-erfgenamen, ligt nog wakker van een staatshervorming, laat staan Vlaamse onafhankelijkheid, en zelfs de economische links-rechts-polariteit komt in de schaduw te liggen van de cluster vluchtelingen/terreur/moslims. Kijk maar wat SP-voorzitter John Crombez laat optekenen. De laatste peiling van 9 september, georganiseerd door La Libre Belgique en de RTBF, geeft voor de N-VA een verlies aan van 7,2%, en net evenveel winst voor het Vlaams Belang. Noodtoestand bij de N-VA, grapte Filip Dewinter. Vanaf dan wisten ze bij de partij van Bart De Wever hoe laat het was : de V in de partijnaam moet vanaf nu staan voor Veiligheid, en dat is wel een federale kwestie. Volgens futurologen zitten we nog zo’n twintig jaar opgescheept met de problemen van radicalisering, moslimextremisme en vluchtelingenstroom (uiteraard gelinkt aan een compleet gedestabiliseerde regio van het aloude Tweestromenland). Dus daar mag een partij ook een langetermijnvisie aan ophangen. De ballon die Bart De Wever gisteren in L’Echo opliet (“Voor ons is ook in 2019 de staatshervorming geen must”), is dan ook niets meer dan de voorbereiding van de grote bocht richting V van Veiligheid. De N-VA zal zich nu niet alleen in de etalage zetten als de partij die België economisch weer gezond maakt, maar vooral als de partij die ervoor zorgt dat u nog de straat op kunt of zonder kleerscheuren een vliegtuig kunt nemen. Binnen dit perspectief van de angst mag het er demagogisch gespierd aan toegaan. Bart De Wever is wel geen Donald Trump, maar de partijmegafoons, met Peter De Roover voorop, zullen ongetwijfeld steeds weer op de veiligheidsnagel kloppen, daaraan gekoppeld natuurlijk het vluchtelingenprobleem, de clash met de moslimwereld, tot en met de boerkini.
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist