De medische kloof tussen Vlaanderen en Wallonië en Brussel blijft groeien. Miljardentransfers naar Wallonië hebben daar blijkbaar geen impact op. Dat zegt het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ).

Het V&NZ houdt al jaren netjes de statistische informatie bij. Omdat de “gekleurde” grote ziekenfondsen geen gedetailleerde regionale informatie vrijgeven, gebruikt VNZ die van de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen (LNZ). Die kleinere bonden dekken zowat vijf procent van de Belgische bevolking, of 536.652 verzekerden van zeven verschillende ziekenfondsen in de drie regio’s. Dat is statistisch alvast degelijk materiaal.

De uitgaven voor gezondheidszorg zijn in dit land en in deze tijd gigantisch groot. Het gaat voor 2017 om meer dan 25 miljard euro voor 11,3 miljoen inwoners. De overheid betaalt 2.251 euro per inwoner.

Hier maakt VNZ zijn punt : het verschil tussen de gemiddelde ziektekosten voor een Vlaming en een Waal bedroeg in 2017 meer dan honderd euro per persoon (103,19 euro). In Wallonië werd per hoofd van de bevolking bijna vijf procent meer uitgegeven.

Bekijken we dat per modaal gezin van vier personen, dan loopt dat bedrag aardig op, tot 412 euro. Voor de hele Vlaamse gemeenschap gaat het om een gigantisch bedrag.

Verhoogde tegemoetkoming 

Veel zieken kunnen op basis van hun “armoede” rekenen op een bijzondere voorkeurregeling of verhoogde tegemoetkoming. In Brussel leeft 32 procent in armoede, in Wallonië 21 procent, in Vlaanderen 15 procent, blijkt uit de dossiers hierover van alle ziekenfondsen samen over 2017.

Jürgen Constandt, algemeen directeur van het VNZ, wijst erop dat die spagaat er is en blijft “ondanks de enorme solidariteit van 12 miljard euro per jaar vanuit Vlaanderen met Wallonië en Brussel. Bovendien is het goed erop te wijzen dat tegenover dat uitgavenverhaal van de sociale zekerheid ook een inkomstenverhaal staat. Een Vlaamse titularis binnen de Neutrale landsbond betaalt jaarlijks 2.185 euro meer in Vlaanderen dan een Franstalige.

Schort er dan iets aan de organisatie van gezondheidszorg over de taalgrens ?

Het Globaal Medisch Dossier (GMD) – met een inherent grotere rol voor eerstelijnsgeneeskunde en huisartsen, en derhalve minder overbodige onderzoeken – wordt in Vlaanderen meer gebruikt. Bijna 68 procent van de Vlamingen heeft een GMD, tegen 51 procent van de Walen en 43 procent van de Brusselaars. Die kloof krimpt de jongste jaren, maar blijft opmerkelijk groot.

Ook het aantal hospitalisatiedagen ligt in Wallonië en Brussel hoger dan in Vlaanderen. De hospitalisatieduur is in Vlaanderen korter.

Nog een opmerkelijk verschil is het regionale verschil tussen het aantal dagen arbeidsongeschiktheid en invaliditeit: 20,8 dagen per gerechtigde in Vlaanderen, 26,8 dagen in Wallonië (Brussel doet het met 18,5 dagen wat beter, maar in een regio met hoogoplopende werkloosheid lijkt dat nogal evident). Dat in Wallonië gemiddeld zes uitkeringsdagen per jaar meer worden voorgeschreven, is moeilijk objectief te verklaren. Bovendien loopt dat verschil nog op. Enkele jaren geleden ging het nog om een verschil van vier dagen.

Taboe

Rust er een taboe op die informatie ? De media hebben doorgaans weinig aandacht voor de cijfers van het VNZ. De grote ziekenfondsen zwijgen over die verschillen. Het sociale middenveld reageert nauwelijks.

We herinneren ons de reactie van Maggie de Block : van transfers was volgens haar geen sprake, “want er waren ook binnen Vlaanderen grote verschillen tussen arrondissementen”. De gekende truc van de ontkenners van elk communautair verschil.

Die arrondissementele verschillen zijn er natuurlijk, vanzelfsprekend, absoluut … Die tussen kantons en gemeenten ook. En wellicht ook die tussen straten en buren. Maar het zijn niet de straatcomités, gemeentebesturen of arrondissementen die het gezondheidsbeleid voeren. Dat zit – vastgeroest – bij de federale overheid. Is het dan niet de overheid die moet uitkijken voor een verschil dat in een federaal land eigenlijk niet te verantwoorden is ?

De verschillen zijn er. Maar waarom ? Waarom zijn onze Waalse buren zoveel zieker ? Voor Jürgen Constandt blijven die ziekenfondscijfers aantonen dat de gezondheidscultuur in Vlaanderen en Wallonië zeer verschillend is. “Financiële transfers van noord naar zuid zorgen blijkbaar niet voor een kentering.” Integendeel, de kloof wordt groter, dus ook de transfers. “Onze cijfers tonen aan dat er voldoende reden is om te pleiten voor meer responsabilisering en voor de volledige communautarisering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.”

Blijven we aanmodderen en passief aanvaarden dat de Vlaming minder ziek is dan de Waal of de Brusselaar, dan leggen we een hypotheek op de betaalbaarheid van de zorg voor de komende generaties.

Anja Pieters

in (c) ’t Pallieterke. – Foto’s (c) Gazet van Hove.