Hove

Hove had vroeger, net als in verscheidene andere gemeenten, folkloristische reuzen die buiten kwamen bij stoeten en speciale feestelijke gelegenheden. Deze mannelijke en vrouwelijke reuzenfiguur van Venerho (Vereniging Neringdoeners Hove) zijn enkele jaren na de oorlog uit het dorpsbeeld verdwenen. De heemkundige kring beschikt helaas niet over meer gegevens en wacht op iemand die hen hierover meer kan vertellen. Later werd ter gelegenheid van de braderiefeesten het besluit genomen om een nieuwe reus te vervaardigen, die hier nader beschreven wordt.

Peer de Garde is geen product van een of andere sprookjesverteller, maar was werkelijk de zesde veldwachter van Hove en staat geboekstaafd als Petrus Marie Van Clapdurp. Het gemeentebestuur stelde hem op 12 oktober 1884 aan als veldwachter. Hij werd geboren in Sinaai (Oost-Vlaanderen) op 31 augustus 1850 en was na zijn benoeming bij de Hovenaars vlug bekend als Peer de Garde. Mevrouw Vedus uit Mechelen zou zijn veldwachterstenue maken voor de som van 193,45 frank. Dit kostuum bestond uit een frack of tunique, een overfrack of kapot, een kepie en een broek. Peer was een rijzig man met een streng gelaat en begon zijn loopbaan in de tijd dat de tegenstelling tussen katholieken en liberalen in Hove naar zijn hoogtepunt evolueerde, terwijl deze tegenstelling in de naburige dorpen juist begon af te nemen. Op de kermisdag van 28 juni 1885 verordende burgemeester Jos Coveliers dat de katholieke fanfare Sint-Laureys mocht optreden van 11 tot 13 uur, terwijl de liberale fanfare De Eendracht dat mocht op de maandag daaropvolgend. Maar deze laatste verscheen ’s zondags ook op het appel en zo bliezen er toen twee fanfares tegen elkaar op. Peer moest toen op bevel van de burgemeester de 36 leden van de liberale fanfare verbaliseren. Peer had zo nog een belangrijke zaak op 21 juli 1890 in verband met burgemeester L. Van Linden die samen met zijn broer in de omgeving van Walem werd overvallen door vijf kanonniers.

Hij zou een strenge veldwachter geweest zijn die het gezag en de hem toevertrouwde taak plichtmatig uitoefende. Bij de door hem opgestelde processen komen heel wat diefstallen en stroperijen voor. Er werden bij fietsenmaker Tessens eens drie rijwielen gestolen, maar herbergtwisten en vechtpartijen, alsook beledigingen, kwamen het vaakst voor. In die tijd telde Hove meer dan veertig herbergen. Opvallend in de reeks processen zijn ook de treinongevallen met dodelijke afloop. In 1888 geraakte een boswachter onder de trein en een winkelier uit Antwerpen die een briefje naliet zijn naam niet te vermelden. Er werd “een werkman van den ijzeren weg door een trein vermorzeld” en een boer verongelukte bij het oversteken van de springbareel.

Op 25 januari 1919 nam Van Clapdurp ontslag. Het gemeentebestuur had hem meermaals geprezen om zijn voorbeeldige en goede dienst.

De reus

Op 31 augustus 1984 vereremerkte volksvertegenwoordiger-burgemeester Frank Swaelen Peer de Garde, nu de reus van Hove, voor bewezen diensten. Zijn peter en schepper Rik Blomme en zijn meter Elza Bosch (mevrouw I. Roels) werden ook vereremerkt. Beiden zorgden voor zijn herverschijnen.

In 2012 werd de reus gerestaureerd met hulp van de Gemeentelijke Kunstacademie en de Damesvereniging.

www.hove.be .

Foto’s (c) Gazet van Hove.