Maandag 11 november 1918 was de 1.561ste dag van de Eerste Wereldoorlog en tevens de laatste oorlogsdag. Na vier jaar, drie maanden en een week kwam er een einde aan het geweld. Op dat moment was de wereld al lang uitgeput, de Spaanse griep woedde toen al volop. De oorlog had alles verzwolgen. Meer dan negen miljoen militairen waren gesneuveld. Bijna acht miljoen burgers waren door geweld, vervolging en uitputting om het leven gekomen. Voor hen allen kwam de wapenstilstand te laat.

Kranten

Op de laatste oorlogsdag (tussen middernacht en 11 uur ’s ochtends) sneuvelden 2.738 soldaten. Dat is meer dan het ‘daggemiddelde’ van 2.250 doden. Geallieerde officieren dreven hun manschappen vaak ook tot het uiterste om nog tactische stellingen op de Duitsers te veroveren. Zo konden ze vanuit een goede uitgangspositie starten van zodra de vredesonderhandelingen begonnen. Echte onderhandelingen zijn er echter nooit geweest. Het was te nemen of te laten. De Duitsers konden niet anders dan de voorwaarden te aanvaarden. Ze waren uitgeput, het volk was de oorlog meer dan moe en door de geallieerde zeeblokkade heerste in diverse streken hongersnood.

Van oorlogswaanzin gesproken. Een aantal Amerikaanse officieren wilde koste wat het kost de hun toevertrouwde soldaten nog een vuurdoop doen ondergaan, met vaak fatale gevolgen. Het ging die officieren niet dat ze zonder oorlogsroem naar huis zouden moeten terugkeren. Maar her en der weerden Duitse eenheden zich tot het uiterste. Ze lieten zich niet zo maar overrompelen. Met machinegeweren, mortieren en vlammenwerpers zaaiden ze op die laatste oorlogsdag dood en vernieling onder de aanvallers.

Auteur Peter Serrien, bekend door onder meer zijn boek over de geallieerde luchtaanval op Mortsel, ontdekte dat letterlijk tot de laatste seconde gevochten werd. Zijn niuew boek, “Het elfde uur” handelt over de laatste oorlogsdag en vult een witte vlek in onze oorlogsgeschiedschrijving. De gedreven auteur bestudeerde honderden studies en dagboeken. Vooral lokale studies en kranten verschaften hem schatten aan informatie. Hij ploos 180 Belgische en 70 Nederlandse kranten uit. Alle mogelijke thema’s, van politiek en militair tot sociaal en medisch, haalde hij uit die bronnen en verwerkte ze in zijn boek. De enige link tussen die grote variëteit aan onderwerpen en deelverhalen, is dat ze allemaal te situeren zijn binnen de laatste 24 uur van de oorlog. Het is een zorgvuldig opgebouwd boek met een grote leesbaarheid. Zonder meer leest het boek als een vlot geschreven reportage. De opgenomen getuigenissen vormen de rode draad doorheen het boek. Hierbij werden ook een aantal Duitse gezichtspunten opgenomen. Ze zijn eerder zeldzaam te noemen, aangezien ze de verliezers waren.

Soldatenraden

Serrien beperkt zich tot de gebeurtenissen aan het westelijk front. Zijn oorlogsgeschiedenis bestaat uit drie delen. In het eerste deel volgen we het politieke drama dat aan de wapenstilstand voorafging. Vanaf maandag 4 november om 11 uur bouwt het verhaal (goed voor negentig bladzijden) zich in zeven dagen en evenveel hoofdstukken op tot zondag10 november1918. Dan begint het tweede deel : het corpus (van ruim 230 bladzijden) dat focust op de laatste 24 uur. Elk uur vormt een apart hoofdstuk. Het derde deel bestaat uit een epiloog dat het verdere verloop schetst (in dertig bladzijden) van de situatie na 11 uur. Bijlagen, bibliografie, eindnoten … ronden het boek af. Een register ontbreekt evenwel.

Dit boek is vrij uniek te noemen. Bijvoorbeeld : nergens lazen we zoveel over het optreden van de Duitse revolutionaire soldatenraden in België als in het voorliggende boek. Een in alle opzichten stevig gedocumenteerd boek dat we graag aanbevelen.

Afbeeldingsresultaat voor het elfde uur pieter serrien

Pieter Jan Verstraete in © ’t Pallieterke.

Pieter Serrien, “Het elfde uur : 11 november 1918 : de gewelddadige laatste dag van de Eerste Wereldoorlog”, Antwerpen, Uitgeverij Horizon 2018, 448 blz., prijs 24,99 euro. ISBN 978 94 9262 634 9

Foto’s (c) Gazet van Hove.