Door Jurgen Ceder – (c) ’t Pallieterke.

 

Begin juni brachten een aantal kranten het verhaal van een prostituee uit Duffel die werd afgeperst door een kennis die haar stiekem had gefilmd tijdens haar ‘activiteiten’. Op de beelden zouden ook twee prominente politici te zien zijn : een burgemeester uit Oost-Vlaanderen en een Vlaams Parlementslid. Het duurde geen week voor we bij ‘t Pallieterke de naam van de tweede kregen doorgespeeld : Kris Van Dijck.

We deden vanzelfsprekend niets met die info. De persoonlijke affaires van politici, inclusief bordeelbezoek, zijn geen politiek nieuws. Wat wij wisten, wist echter ook de rest van de pers. Daar geldt in theorie dezelfde regel over de discretie over het privéleven van politici, maar tegelijk beseft iedereen zeer goed dat de lezers wel degelijk geïnteresseerd zijn in smeuïge seksverhalen.

Zoeken naar een kapstok

De kunst bestaat er dan in een kapstok te vinden, een politiek aanknopingspunt dat kan dienen als verantwoording voor het uitbrengen van het verhaal. Vorig jaar kon Knack niet aan de verleiding weerstaan om de verhouding van Liesbeth Homans met socialist Tom Meeuws te openbaren. Hoofdredacteur Bert Bultinck, die zich in andere kwesties graag ontpopt als het geweten van Vlaanderen, verantwoordde die onthulling door te verwijzen naar “de heftigheid van de kiesstrijd tussen sp.a en N-VA, die zonder die info niet te begrijpen is”. Dat was onzin, maar Knack kreeg die week de extra lezers waarop het blad hoopte.

Mag het ons terloops opvallen hoe discreet de pers altijd gebleven is over de talrijke seksuele escapades van Steve Stevaert, politiek relevant of niet ? Zelfs een beschuldiging van verkrachting gepleegd in 2010, met formele klacht in 2013, haalde pas de pers in 2015, bij de verwijzing naar de strafrechter, toen negeren onmogelijk werd.

P-Magazine vond zijn kapstok toen de webstek in bezit kwam (hoe ?) van een e-mail van Kris Van Dijk, waarin hij Lynn meldde dat hij Kris Peeters zou contacteren over haar uitkering. “Uitkeringsfraude!” riep het blad uit.

Menselijk, al te menselijk

Niets menselijk is politici vreemd. In een moeilijke periode van zijn leven ging Kris Van Dijck troost zoeken bij een dame van lichte zeden. Het gegeven dat hij met ‘Lynn’ zelfs een langdurige en emotionele relatie ontwikkelde, toont zijn menselijke kant eerder meer dan minder. Prostituees met een gouden hart bestaan slechts in Hollywoodfilms als “Pretty Woman”. Van Dijck is Richard Gere niet, en het escortemeisje is geen Julia Roberts. De politicus had al snel moeten beseffen dat dit soort relatie een professioneel risico inhoudt.

Dat is dan ook het patroon doorheen het hele verhaal. Weinig kwaadaardigheid of zelfzucht is bij Van Dijck te bespeuren, maar wel heel veel fouten. Zijn tweede fout was de mail die hij stuurde naar Kris Peeters.

De constructie die was opgezet om aan Lynn een vergoeding toe te kennen was mogelijk frauduleus, maar wat we nu weten wijst erop dat Van Dijck daar niet van op de hoogte was. Toen hij aan Kris Peeters vroeg het dossier wat te doen vooruitgaan “wegens de precaire situatie” van de dame, maakte hij zich dus niet medeplichtig aan uitkeringsfraude. ‘Bespoedigings-tussenkomsten’ zijn wel in strijd met de deontologische code van het Vlaams Parlement. Zijn relatie met de betrokkene is zelfs een verzwarende omstandigheid.

Geloofde Van Dijck dat ze het geld nodig had ? We weten het niet. Of hij haar spontaan te hulp kwam of gewoon van haar gezaag wilde af zijn door een mail aan Peeters te sturen, is evenmin duidelijk. Maar de actie was niet gericht op enig voordeel voor hemzelf en lijkt ook tot geen onregelmatigheid te hebben geleid.

Gedoemd voorzitterschap

Een derde fout was zijn kandidatuur voor het voorzitterschap van het Vlaams Parlement. De afpersingsaffaire was toen al in handen van het gerecht. Dat had ook al de krant gehaald, met een verwijzing naar niet nader genoemde politici. Van Dijck had toen nog de kans om zich zo klein mogelijk en dus voor de aasgieren van de pers minder interessant te maken. Er circuleerden wel nog geen geruchten over uitkeringsfraude, maar zijn relatie met de prostituee (en wat zij daarover aan de pers zou kunnen vertellen) riskeerde hem minstens de risee van Vlaanderen te maken.

De vierde fout was dronkenschap achter het stuur. Rijden onder invloed is een onverstandige bezigheid voor iedereen, maar extra gevaarlijk voor een politicus wegens zijn ‘voorbeeldfunctie’.

De vijfde fout van Dijck was zijn beslissing om niet onmiddellijk na de dronken aanrijding ontslag te nemen als voorzitter van het Vlaams Parlement. Je kon nochtans voorspellen dat de bloedhonden van de pers (waar weinig vrienden van de N-VA zitten) dit been nooit gingen loslaten.

Elk dag die volgde bracht een bijkomende onthulling : beelden van Van Dijck met een pint in de hand terwijl hij op de karaoke “My Way” aan het zingen was, precieze berekeningen van hoeveel pinten hij wel gedronken moest hebben… De pers, met de VRT op kop, heropende een waar maatschappelijk debat over de gevaren van dronken rijden. Ouders van verongelukte kinderen kregen het woord om iets moraliserend over Van Dijcks gedrag te zeggen. Dit zou niet stoppen tot hij er lag.

Leentje

Uiteindelijk zorgde P-Magazine voor de genadeslag. Wat het hoogtepunt van zijn carrière moest worden, zijn eerste officiële 11 julitoespraak als eerste burger van Vlaanderen, werd voor Van Dijck de ultieme vernedering. Tijdens zijn toespraak werden de schermen van de zaktelefoons in de zaal opgelicht met binnenkomende boodschappen over de onthullingen van P-Magazine. Persverantwoordelijke Pol Van den Driessche had genoeg ervaring met schandaal en hetze om te beseffen dat hij Van Dijck zo snel mogelijk de zaal moest uitloodsen. Enkele uren later kwam het ontslag.

Voor een deel van het foutenparcours was zijn eigen partij mee verantwoordelijk. De top van de N-VA wist dat Van Dijck het parlementslid was dat opdook in het gerechtelijk onderzoek naar de afpersing van de prostituee. Was het verstandig hem dan nog als parlementsvoorzitter aan te stellen ? We hebben persoonlijk tijden meegemaakt waar het principiële geloof in iemands onschuld daar minder zwaar woog. Zeker na de dronken aanrijding is het moeilijk te bevatten waarom Van Dijck niet aangespoord werd aan zijn hoge functie te verzaken.

Weinigen komen goed uit dit verhaal. Niet Van Dijck, niet zijn partij, niet de pers. Misschien was er toch één heldin : Leentje Verhalle. De echtgenote van Kris Van Dijck (die hij leerde kennen na de verwikkelingen met het escortemeisje) bleef hem onvoorwaardelijk steunen. Ze betuigde publiekelijk haar liefde voor hem en haar geloof in zijn eerlijkheid. ‘In goede en kwade dagen’ zijn voor Leentje Verhalle geen ijdele woorden.

Vlaams Parlement, Brussel

Foto’s (c) Gazet van Hove.