Op 26 mei heeft de kiezer zich uitgesproken, en die heeft altijd gelijk. Het resultaat is dat we in een merkwaardige situatie zijn beland, die zijn voorgaande niet kent in de politieke geschiedenis van dit federale koninkrijk. Inderdaad, al sinds de kerstperiode van 2018 wordt er bestuurd met een minderheidsregering — in lopende zaken en voorlopige kredieten. Als gevolg van de uitslag van 26 mei is de lopende regering teruggevallen op 38 zetels van de 150 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Stoelendans

Didier Reynders vertrekt naar de Europese Commissie en Charles Michel verlaat de Zweden om de Europese Raad te gaan leiden. Dus op korte termijn moet er beslist worden wat er gaat gebeuren met het informateursduo Reynders en Vande Lanotte. Ook stelt zich de vraag wie er provisoir de Wetstraat 16 overneemt. Trouwens, bij het nakende vertrek van Michel en Reynders dienen er aardig wat bevoegdheden te worden verdeeld : Eerste Minister, Buitenlandse Zaken, Landsverdediging, Beliris, federale culturele instellingen en Europese zaken.

Een ander gegeven is dat de vorming van de federale regering moet wachten op de formaties van de regeringen der deelstaten. Waardoor dit land wel een erg confederaal karakter krijgt ! De Vlaamse regeringsvorming heeft alle records in traagheid geklopt en moet nu alle andere deelstaten laten voorgaan. Maar dat heeft ook als resultaat dat het federale schaakbord geblokkeerd blijft. De federale regeringsvorming staat ook onder geen enkele externe druk, want de rente staat zelfs negatief !

Weinig federale combinaties mogelijk

De kiezers hebben het op 26 mei erg gemakkelijk gemaakt voor de politici. Vele combinaties hebben gewoon geen meerderheid : Zweden, Jamaica, tripartite, rood-groen-links, rood-groen-rooms. Met andere woorden er blijven niet veel combinaties over om federaal te besturen. Een overzicht van de mogelijkheden en hun kansen.

Een eerste mogelijkheid werd al op de avond van 26 mei geopperd : paars-groen. Maar de optelsom van de socialisten, de liberalen en de groenen heeft maar 76/150 zetels en geen Vlaamse meerderheid. Het eerste is wel een probleem, maar het tweede element zal snel van tafel verdwijnen. Een probleem is wel dat een dergelijke coalitie te links staat voor Open VLD. Voor de Franstaligen biedt deze paars-groene combinatie het voordeel van de overeenstemming met het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap. Dan een zevende partij zoeken : Défi (2 zetels) is moeilijk verkoopbaar in Vlaanderen en hetzelfde geldt voor cdH (5 zetels ). Trouwens, dan moet Open VLD opboksen tegen N-VA, Vlaams Belang én CD&V. Dan wordt het een race naar de kiesdrempel in 2024 !

Paars-groen gedepanneerd ?

Het ideale zou dan zijn dat CD&V paars-groen depanneert, met als resultaat een totaal van 88 zetels. Wel zijn er dan maar liefst vier Vlaamse partijen nodig om een federale regering werkbaar te maken. Die zouden dan acht ministers en enige staatssecretarissen — en de Voorzitter — onderling moeten verdelen. Groen en sp.a zouden dan beleid moeten voeren op federaal vlak, en in de oppositie zitten op Vlaams niveau. CD&V en de liberalen zitten dan wel in beide regeringen.

Het risico is dan meer dan reëel dat deze beide partijen, via de federale regering en hun deelname in de Vlaamse regering, de N-VA vast zetten in het Vlaamse bestuur. Alleen heeft 26 mei erop gewezen, dat de Vlaamse christendemocraten en liberalen enkel kunnen groeien door naar rechts op te schuiven. Met andere woorden, een dergelijke coalitie is er nog lang niet. Trouwens, N-VA moet er zich ook rekenschap van geven dat de macht en het geld nog steeds op het federale niveau te vinden zijn.

Toch maar Bourgondisch ?

Zodoende komen we bij de federale regeringsdeelname van N-VA : dat brengt ons bij de Bourgondische of paars-gele coalitie. Met vijf partijen behaalt men 79 of 80 zetels in de Kamer — afhankelijk van LDD-kamerlid Jean Marie Dedecker. Maar wil sp.a een dergelijke coalitie steunen ? Ze zouden dan de enige partij zijn in de federale regering die niet regionaal meebestuurt ! Ook stelt zich de vraag welke houding CD&V dan zou aannemen in de Vlaamse regering. Met andere woorden, ook deze coalitie is niet zo voor de hand liggend. Ook is het niet duidelijk of PS-voorzitter Magnette een akkoord ziet zitten met zijn collega De Wever. De aanduiding van de Luikse regionalist Marcourt is in elk geval wel een element om deze coalitiegesprekken een kans te geven.

Afspiegelingscollege (plus of min Ecolo)

Ten derde, het afspiegelingscollege. Dat is dan de benaming van een federale regering met de deelnemende partijen aan de Vlaamse- en de Waalse regering. Maar zal Ecolo willen besturen zonder Groen en met N-VA ? Ook PS zit dan in een regering zonder sp.a. Een dergelijke coalitie behaalt wel 96 zetels en ei zo na zelfs een twee-derde meerderheid ! Desalniettemin gebiedt de realiteit ons te stellen dat deze combinatie niet echt realistisch is. De ideologische verschillen zijn te groot. Alhoewel dat laatste probleem zich vooral stelt ten aanzien van het linkse Ecolo.

Ten slotte, de voorgaande combinatie zonder Ecolo : met vijf partijen en 83 zetels in de kamer. Maar dan zou PS Zweden I gaan versterken. Dat lijkt meer dan moeilijk te liggen op de Keizerslaan.

Noodoplossingen ?

Een technocratische regering zoals in Oostenrijk of in het Italië van enkele jaren geleden ? Dat lijkt een moeilijk verhaal in dit land, want wie zou daar  in moeten zetelen ? Het antwoord is niet meteen voor de hand liggend : professoren, ambtenaren, vakbondsleiders, ondernemers, …? En wie zou er dan moeten beslissen wie daar in gaat zetelen ? Wat zouden de taalverhoudingen moeten zijn ? Hoe kan zo’n technocratisch kabinet overleven in een federaal parlement dat gedomineerd wordt door politieke partijen ? En wat zou zo’n kabinet moeten uitvoeren ? Enkel op de winkel letten ? Ten slotte, wat zou de verhouding zijn tussen een federaal kabinet vol technocraten en politiek beheerde deelstaatregeringen ?

Na de IPSOS-peiling van drie weken geleden is er niet veel animo meer om vervroegde federale verkiezingen te houden. De winnaars in deze peilingen zien het wel zitten, maar daarover is er op heden geen meerderheid te vinden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Niettemin is dit idee niet volledig af te schrijven. Inderdaad, als men diep in 2020 nog niet in staat blijkt te zijn om een federale regering te vormen dan moet men — conform de democratische gewoonten en regels — zich opnieuw wenden tot het kiezerspubliek. 

Conclusie

Het blijft wachten op een doorbraak in de federale regeringsonderhandelingen. Meer klaarheid kan verwacht worden als we het antwoord kennen op de vraag wat er gaat gebeuren met het huidige informateursduo. De tijdelijke opvolger van Charles Michel zal nog enige tijd kunnen genieten van de Wetstraat 16 !

HERMAN MATTHIJS