Het ontbreken van een volwaardige minister spreekt boekdelen

Dat er een minister van Onderwijs is, is niet meer dan logisch. Dat er geen minister van Cultuur is, is dat niet. Al wat met cultuur te maken heeft is een voorzetting van onderwijs. Cultuur als een vijfde wiel aan de wagen is de kunstconsument beschouwen als een sufferd en de kunstenaar als iemand die van lotje getikt is.

Een mens moet blijven leren, zijn leven lang. Het garandeert het recht op bestaan als mens. Heel wat mensen lijden zwaar in de periode dat het leren, het absorberen van kennis niet meer lukt. Ze beschouwen die periode als de neergang, de geestelijke doodstrijd. Het ontbreken van een volbloed Vlaams minister van Cultuur, niet eens een staatsecretaris, is dan ook een belediging van de burger en een bewijs van beperkte artistieke interesse. Want, herhaling, zonder kunst en cultuur is de mens gedoemd tot een mensonwaardig bestaan.

Geen garantien

Minister-president Jan Jambon heeft Cultuur in zijn takenpakket zitten. Hij mag dan een concert- en operaliefhebber zijn, het garandeert geen grondige kennis van wat er zich economisch en financieel achter de schermen afspeelt.

Sommige directeurs of adviseurs van cultuurplatforms, waaronder Patrick Allegaert, Matthijs De Ridder, Bart Van der Roost en Carmen Willems, vinden het fijn dat de minister-president het departement Cultuur onder de arm heeft genomen. Het is een vooruitgang, juichen ze, alsof Cultuur blij mag zijn, het een promotie van het departement betekent. Dat is deels begrijpelijk na het wanbeleid van Sven Gatz, maar ze dwalen. Nog maar net hadden ze de daad toegejuicht of er kwam aan het licht dat Jambon flink zal besparen op Cultuur. Om en nabij de dertig miljoen euro. Wat honderden mensen hun job zal kosten. Hallo, genoemde heren, nog steeds enthousiast over het cultuurdepartement in de portefeuille van Jambon ?

Dom houden is arm houden

Een participatie aan het culturele leven bevordert een zelfstandig denken, de vorming van een persoonlijk oordeel en de vrijheid van meningsuiting. Het totale pakket van cultuurprogramma’s is belangrijker dan eender welk partijprogramma. Dat blijkt Jan Jambon niet aan te staan. Het volk dom houden, daar lijkt het hem om te doen. Dom houden is arm houden. Door het snoeiwerk zullen de toegangsprijzen de hoogte in schieten, producties zullen sneuvelen, culturele initiatieven sterk in aantal dalen. Kortom, het aanbod aan kunst en cultuur zal verbleken en vermageren. Wat rest, zal zijn toegangsprijzen moeten verhogen, met als gevolg dat de minder bedeelden hun artistieke uitstappen zullen beperken.

 

Grote kuis

Het klopt – zoals heel wat mensen uit rechtse hoek beweren – dat er heel wat geld verspild wordt, dat sommige gezelschappen en initiatieven enkel bestaan om de job van nepartiesten te garanderen. Wat echter niet wil zeggen dat er gesnoeid moet worden. Heel wat beter zou het zijn als er eindelijk eens een onafhankelijke werkgroep opgericht zou worden om een grote kuis te houden in de middenmoot van de culturele instellingen en hun subsidie over te hevelen naar instellingen die werkelijk een artistiek verrijkend kunstbeleid voeren. Ik denk hierbij aan de Singel, het S.M.A.K., het M HKA, Gent Jazz/Jazz in Middelheim en het Concertgebouw Brugge, om er lukraak een zestal uit te kiezen.

Bestaan omdat ze bestaan

Ooit was het Brusselse Kaaitheater een toonaangevend kunstencentrum. De laatste jaren is het verworden tot een oord dat programma’s brengt die één of twee jaar voordien al elders in Vlaanderen te zien waren. Daarnaast financiert het veredelde amateurgroepen. Dat is één voorbeeld – maar er zijn er heel wat kunstinstellingen die slechts bestaan omdat ze bestaan. De meeste culturele centra zijn in wezen culturele verzorgingshuizen. De Gentse opera is een bijhuis van de Antwerpse, bovendien in zeer slechte staat. Het blijft enkel in gebruik omdat de regio’s Vlaanderen en Brabant [want Antwerpen ís Brabant] vanuit politieke hoek een prestigieus operahuis verdienen. Als je geen meerwaarde brengt, moet er geen geld aan minwaarde besteed worden.

Jonge gezelschappen – mét echte jongeren – mogen gerust een subsidie krijgen, in geval een gevestigde instelling van waarde het peterschap en hun financieel beleid op zich neemt.

Radicale reorganisatie

Men versta mij wel : ik pleit niet voor de vermagering van de subsidiepot, wel voor een radicale reorganisatie van het cultuurbeleid. Het huidige beleid is compleet versleten. Het wordt enkel in stand gehouden om het politieke evenwicht te bewaren. De besturen van de meeste instellingen zijn clubjes waarin meiden en knechten van de politieke elite zetelen. Als dank voor bewezen diensten, niet omdat ze enig kunstinzicht hebben.

Een reorganisatie eist een manager met naam en faam. Dat geldt voor de financiële en economische wereld, maar evenzeer voor de culturele. Jan Jambon zal een paar adviseurs aantrekken, wat betekent dat het huidige beleid verder wegzakt, scheef groeit en daardoor puinhopen ontstaan.

Het ontbreken van een heuse minister van Cultuur beschouw ik dan ook als de beknotting van de artistieke spontaniteit en het inperken van de morele vrijheid.

Scheiding der machten

De Duitse kwaliteitskrant Frankfurter Allgemeine Zeitung heeft drie hoofdredacteurs. Voor elk van de drie pijlers van het staatsbestel: een financiële, een economische en een culturele. De hoofdredacteur van de eerstgenoemde pijler heeft een rechtse signatuur, die van de tweede een man/vrouw met een centrumstempel en de derde is iemand met een links karakter. Dit triumviraat heeft een grote zelfstandigheid, wat de scheiding der machten garandeert. Met Jan Jambon als minister van Cultuur in bijberoep mag daarom verwacht worden dat het cultuurbeleid een privézaak van de N-VA zal worden. De kunstwereld als Antigone, wat letterlijk tegenbeweging betekent, zal in de nieuwe legislatuur geketend worden.

Het cultuurhoofdstuk in het Vlaamse regeerakkoord hoef ik om die reden niet met een vergrootglas te bekijken. Het is waardeloos.

Guido Lauwaert