Ga naar de inhoud

Het zwakke Europa : “Erdogan weet dat hij met Europa geen rekening moet houden.”

Door Jurgen Ceder – (c) ’t Pallieterke .

Koerdistan ligt over vier bestaande staten

Arm Europa. Vooraleer Erdogan zijn leger bevel kon geven om het Koerdische gebied in Syrië binnen te vallen, moest hij zich verzekeren van de afzijdigheid van Trump. Ook het fiat van Poetin, de beschermheer van Syrië, tevens vriend van mede-autocraat Erdogan, was onmisbaar. Maar de telefoons van de leiders van Europa bleven stil. De Turkse leider weet dat hij met het onmachtige Europa geen rekening moet houden.

Een behoedzaam protest vanwege de Europese Commissie tegen de Turkse operatie leverde onmiddellijk een snauw van Erdogan op: indien Europa die actie zou durven bestempelen als een inval of een bezetting, zou hij de grenzen openzetten en 3,6 miljoen vluchtelingen op ons loslaten.

Theatrale verontwaardiging

Op een zelfbewuste staat die kordaat zijn grenzen bewaakt, zou dergelijke poging tot chantage weinig indruk maken. Maar we hebben het hier over de EU, een organisatie die Turkije 6 miljard euro betaalt om dat in onze plaats te doen. We hebben het hier over een instelling die zelfs niet de moed heeft om op te treden tegen georganiseerde pendeldiensten voor illegale immigratie op de Middellandse Zee.

Er zullen vast wel symbolische sancties vanwege Europa volgen. Zo schorsen Duitsland en Frankrijk hun wapenleveringen aan Turkije op. Het zal Erdogan worst wezen. Hoewel Turkije lid is van de NAVO, is dat land recentelijk begonnen met wapensystemen uit Rusland te importeren. En Erdogan weet dat Europa, na een korte periode van theatrale verontwaardiging, toch weer snel tot de orde van de dag zal overgaan.

In heel Europa kwam veel kritiek op Trump. Hij zou door de Amerikaanse terugtrekking uit Noord-Syrië zijn Koerdische bondgenoten verraden. Maar de Amerikanen hebben wel de hele tijd Koerden getraind, bewapend en geholpen. Waar waren toen de Europese troepen? En waar blijven ze nu? Professor Criekemans, specialist internationale politiek, suggereert dat Europa soldaten naar de Koerdische gebieden stuurt, om daar de Amerikanen te vervangen en de facto als schild te fungeren tegen Turkse aanvallen. Ik zie het niet gebeuren. Europa is heel goed in internationale zedenpreken, maar maakt zelf niet graag de handen vuil.

Amerika plooit terug

De Amerikaanse terugtrekking kan allesbehalve als een verrassing gelden. Het interventionistische Amerika van de Golfoorlogen en Afghanistan bestaat niet meer. De grote terugtocht uit het Midden-Oosten werd reeds ingezet onder Obama. Niets illustreerde de ommekeer beter dan het gebrek aan Amerikaanse reacties toen Assad de “rode lijn” van Obama (het verbod op het gebruik van chemische wapens) overschreed. Trump mag dan bekend staan om de grilligheid van zijn beslissingen, de terugtrekking van de Amerikaanse troepen was aangekondigd en ligt helemaal in de lijn van de gewijzigde geopolitieke opvattingen in Washington.

Europa dient zich ervan bewust te zijn dat ook het NAVO-bondgenootschap aan het ontrafelen is. Het terugplooiende Amerika heeft steeds minder zin om verantwoordelijkheid te dragen voor de verdediging van een continent dat zelf nauwelijks nog bijdragen levert aan de gezamenlijke veiligheid. Sinds de val van het Oost-Europese communisme blijft Europa steeds verder ontwapenen, met België als slechtste leerling van de klas. Wie er ook in onze federale regering stapt, we weten nu al dat defensie het eerste slachtoffer van de besparingen zal zijn, zoals steeds.

Koerdische vlag

Europa heeft sinds het einde van de Koude Oorlog geloofd in “het einde van de geschiedenis”, een onafwendbare evolutie naar democratie, mensenrechten en vrijhandel, een vredevolle wereld waarin multilateralisme en ‘soft power’ zouden regeren. Die droom mag stilaan opgeborgen worden. China is welvarend geworden zonder democratisch te worden en gebruikt dat geld om de wereld op te kopen en een indrukwekkende krijgsmacht op de been te brengen. De Arabische Lente werd een islamistische winter. De periferieën van Europa, meer bepaald Rusland en Turkije, zijn in handen gekomen van autocraten met weinig schroom voor het gebruik van militaire macht in buurlanden.

Grote stok

De Turkse aanval op de Koerden in Syrië is voor Europa opnieuw een confrontatie met de harde waarheid dat je zonder ‘hard power’ in deze wereld niet weegt. In een vrije tribune in Knack deed Europarlementslid Hilde Vautmans (Open Vld) een oproep voor grotere Europese militaire slagkracht. Mogen we er nu op rekenen dat haar partij bij de federale regeringsonderhandelingen zal aandringen op een substantiële verhoging van het defensiebudget?

Natuurlijk niet. Ik ben een tijd lid geweest van de parlementaire NAVO-assemblee en de parlementaire vergadering van de West-Europese Unie, en heb dit soort pleidooien tientallen keren en van veel hoger geplaatsten gehoord, zonder ooit het begin van uitvoering te zien. Alle Europese voornemens voor het ontwikkelen van een eigen leger kwamen nooit verder dan plechtige verklaringen. In 1999 werd, naar aanleiding van het Joegoslavische conflict, op de Top van Helsinki afgesproken om een onmiddellijk inzetbare Europese strijdmacht van minstens 50.000 soldaten klaar te hebben tegen 2003. We zijn nu twintig jaar later en die strijdmacht is er nog steeds niet.

De 28 staten van de EU hebben samen een economisch draagvlak dat even groot is als dat van de VS, en tien keer het bnp van Rusland. Ze zouden zich in theorie de militaire uitgaven van de eerste kunnen veroorloven, maar ze kunnen momenteel zelfs geen confrontatie met de tweede meer aan.

Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet over het daadwerkelijk voeren van oorlog, wel over de geloofwaardigheid die gepaard gaat met de mogelijkheid om dat in uiterste nood wel te doen. “Spreek zacht, maar neem een grote stok mee”, was de goed raad van president Theodore Roosevelt.

Er is altijd nog het klimaat

De lethargie is niet enkel het gevolg van verdeeldheid. Het ontbreekt Europa aan de politieke wil om nog in defensie te investeren. Erger, dit continent mist ook de moed om nog macht uit te oefenen in het eigen belang. Turkije lacht ons uit en chanteert ons publiekelijk. Officieel is Turkije nog steeds kandidaat-lid van de EU en krijgt in die hoedanigheid een kwart miljard euro per jaar. Turkije mag lid blijven van de NAVO, hoewel het land openlijk flirt met het Rusland van Poetin en een volledig eigen militaire politiek in het Midden-Oosten uitzet, in casu tegen de Koerden, die de meest efficiënte bestrijders van IS waren.

De militaire operaties van Turkije zullen zorgen voor een humanitaire crisis en een nieuwe vluchtelingenstroom richting Europa op gang brengen. Voorheen is reeds gebleken hoe onmachtig de EU daarmee omgaat.

Nu Europa het zorgenkind van de wereldeconomie geworden is, met een economische stagnatie die nog moeilijk te onderscheiden is van een recessie, en met een negatieve rente die er niet in slaagt de investeringen te stimuleren, maar wel voor grote onzekerheid zorgt, had de EU de Turkse vernedering niet nodig om zich onzeker en nutteloos te voelen.

Maar geen nood: als de onmacht het hoogst is, is er voor de eurocraten altijd de virtuele realiteit van het klimaatdossier om voor zichzelf een rol van betekenis uit te vinden.