Vrijheid van religie staat onder druk

In de lage landen is het bon ton om de vrijheid van religie in vraag te stellen. Maar de realiteit leert dat deze vrijheid van religie, zoals ze is vastgelegd in artikel 18 van de  Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), in vele landen een probleem is. Vaak worden religieuze minderheden geviseerd en vaak zijn dat christenen. Moet christenvervolging als dusdanig benoemd worden ?

Vervolging van christenen

Er is nood aan meer wereldwijde aandacht voor de beperkingen van de vrijheid van religie in verschillende landen. Op dit moment zitten er volgens de databank van Human Rights Without Frontiers  bijna 5.000 mensen opgesloten omwille van hun geloof. Meer dan 4.000 in China alleen. Dat zijn christenen van verschillende denominaties, maar ook atheïsten, getuigen van Jehova, moslims, ahmadi’s, boeddhisten, bahai’s en leden van Scientology.

Maar er is meer dan enkel vervolging door de staat. Er is ook culturele isolatie, het bemoeilijken of verhinderen om de religie te beleven, intimidatie en geweld. Grosso modo is de intimidatie en vervolging van religieuze minderheden op te delen in oorsprong: door de staat, door medeburgers en door terroristische organisaties.

Het christendom is wereldwijd de grootste religie. Toch wonen vele christenen in landen waar ze een religieuze minderheid zijn. De meesten die vervolgd of geïntimideerd worden omwille van hun geloof zijn dan ook christenen. Er wordt gesproken over vervolging en intimidatie van christenen als specifiek onderdeel van de golf van intimidatie en vervolging op religieuze minderheden wereldwijd.

Dat neemt soms genocidaire vormen aan zoals in Syrië of Irak, door IS. Maar het kan ook door christenen als tweederangsburgers te beschouwen, of leden van bepaalde religies als een gevaar voor de nationale veiligheid te noemen. China, Eritrea, Noord-Korea, Soedan zijn daar de extreemste voorbeelden van, maar ook in Pakistan en India worden christenen geviseerd.

Er zijn ook landen zoals Saoedi-Arabië, waar zich bekeren tot het christendom verboden is. Landen waar huwen met een christen als moslim niet mag. Waar prediken verboden is. Of landen waar wetten bestaan die willekeurige kerksluitingen mogelijk maken, zoals in Algerije.

Naast vervolging of pesterijen door de staat, zijn er ook pesterijen, intimidatie of geweld door medeburgers of zelfs terreur. De landen met het meeste geweld tegen christenen zijn volgens de ngo Open Doors Pakistan, Nigeria, de Centraal Afrikaanse Republiek, Egypte, Mali, India, Ethiopië en Mexico.

Christenvervolging

Omdat christenen vaak het slachtoffer zijn van geweld en intimidatie als religieuze minderheid, gaan er meer en meer stemmen op om christenvervolging als een aparte categorie te beschouwen. De redenering is dat naast de categorieën zoals antisemitisme en homohaat, er ook christenvervolging bestaat. Omdat christenen net zoals joden en homoseksuelen als groep worden geviseerd. Wie daarvoor pleit zegt er vaak expliciet bij dat ‘christenvervolging’ andere vervolgingen niet wil minimaliseren. Het geeft het voordeel van de duidelijkheid en de opening om een specifiek probleem te erkennen en herkennen.

Buitenlands beleid

Op een conferentie in Boedapest werd door kerkelijke leiders en ngo’s gevraagd om meer aandacht te hebben voor vrijheid van religie en geloof en de christenvervolging bij het buitenlands beleid. Religie was lang, tot 9/11, een blinde vlek voor vele westerse politici. Nog altijd lijken westerse buitenlandse betrekkingen vooral bezig met geopolitiek, handel, economie en politieke relaties. Via ontwikkelingssamenwerking komen minderheden en mensenrechten wel eens op de agenda. Maar bij contracten met Saoedi-Arabië wordt zelden aangedrongen op het beëindigen van discriminatie van christenen in het land. Laat staan dat verdrukte christenen, of andere religies, een focus zijn bij projecten van ontwikkelingssamenwerking.

Al zijn er veranderingen aan de gang. In Europa trekt Hongarije aan de kar om christenvervolging op de politieke voorgrond te brengen. Polen en andere Visegradlanden helpen. Hongarije was het eerste land in Europa met een specifiek hulpprogramma ‘expliciet, maar niet exclusief’ gericht op hulp aan vervolgde christenen. In hun visie om christenen ter plaatse rechtstreeks via kerkgemeenschappen te steunen worden ze ondertussen gevolgd door Polen, de VS, Brazilië en Rusland.

Die coalitie is een begin, maar ook een nadeel. Hongarije, Polen, de VS, Brazilië en Rusland zijn niet onmiddellijk landen waarmee menig West-Europese regering zich wil associëren. Zo lijkt de coalitie van de welwillenden tegelijk een dam op te werpen tegen verdere Europese gezamenlijke politieke actie.

Verschil

Mede gesteund door grote hulporganisaties zoals Aid to the Church in Need  (ACN- Kerk in Nood, het vroegere Oostpriesterhulp) en The Knights of Colombus, wordt werk gemaakt van de heropbouw van christelijke nederzettingen, scholen, hospitalen, kerken en kloosters in de Iraakse Nineve-vlakte. Met resultaat. Op dit moment werken de VS en Hongarije aan de heropbouw van Qaraqosh, zo’n 25.000 christenen zijn ondertussen teruggekeerd naar de stad.

Dat laatste is ook de bedoeling. Op de conferentie in Boedapest was de noodkreet van verschillende kerkleiders uit het Midden-Oosten te horen. Ze hekelen de lichtzinnige hulp van het Westen die erop neerkomt zoveel mogelijk christenen weg te halen. Een bisschop vroeg ‘pluk mijn kudde niet langer leeg door ze met gouden vliegtuigen te laten emigreren en zo de etnische zuivering door IS af te maken.’ Op tien jaar tijd is 90% van de Syrische christenen uit het land verdwenen.

‘Wij zijn geen minderheid, wij zijn inboorlingen, dit is ons land, het enige dat we vragen is steun om er als gelijkwaardige burgers te kunnen blijven leven.’ Er wonen langer christenen in het Midden-Oosten dan er christenen in Europa wonen. Ze maken er al eeuwen deel uit van de maatschappij, ze spelen er doorheen de geschiedenis ook een eigen rol als arts, leraar, bankier, middenstander. Verschillende christelijke leiders uit het Midden-Oosten benadrukten ook dat de islam niet het probleem is. ‘Pleiten voor aandacht voor vervolgde christenen is geen anti-islamproject.’

Bewustzijn

Veranderingen beginnen bij bewustwording. Die bewustwording is er. Op 20 juli 2017 stemde de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België met een grote meerderheid een resolutie over de bescherming van religieuze en levensbeschouwelijke minderheden in Noord-Afrika, in het Nabije Oosten en het Midden-Oosten. Enkel de Groenen onthielden zich omdat ze vonden dat de resolutie de deur openzette naar ‘enkel christenen helpen ‘terwijl de meest kwetsbare en de oorlogsvluchtelingen’ moeten geholpen worden. De meest kwetsbaren zijn net de religieuze minderheden zoals christenen en jezidi’s.

Zijn parlementaire resoluties dan vodjes papier ?

Wat is twee jaar later het resultaat is van die resolutie? Het wordt tijd dat één van de indieners van de resolutie, enkel Peter De Roover zit nog in De Kamer, eens navraagt aan Buitenlandse Zaken hoe ze deze resolutie hebben uitgevoerd en wat daarvan de resultaten zijn. In de beleidsthema’s van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is daar niet veel tot niets van terug te vinden. Zijn parlementaire resoluties dan vodjes papier?

Doen

Het kan nochtans. Verschillende Europese landen hebben de jongste jaren een speciaal gezant aangesteld voor het recht op vrijheid van religie en geloof: Nederland, Duitsland, Polen, Denemarken en de EU bijvoorbeeld. Wat doet ons land ?

Er kan diplomatiek en politiek nog wel een en ander gebeuren. Naast antisemitisme ook de categorie christenvervolging erkennen in het beleid. Meer specifiek, het geweld van IS tegen jezidi’s en christenen in Syrië erkennen als genocide en ook in die zin IS-strijders bestraffen. IS-strijders namen deel of zijn medeplichtig aan genocide.

Een andere mogelijkheid is om de ‘Magnitskywetten’ toe te passen voor leidende figuren die zich schuldig maakten aan christenvervolging en vervolging van religies in het algemeen. Dan kunnen van die personen visa geweigerd worden en zelfs banktegoeden bevroren. Het signaal dat daders niet vrijuit gaan.

Dan is er ook nog de structurele hulp die het christenen mogelijk maakt in hun land te blijven of terug te keren. En waarom niet overwegen om, zoals Hongarije en de VS doen, daarbij kerkgemeenschappen te steunen? In het Midden-Oosten en in enkele Afrikaanse landen lijkt dat een heel verdedigbare optie. Christenvervolging staat vaak ook niet alleen, maar maakt deel uit van een breder maatschappelijk en politiek probleem. Tijd om dat politiek een stevige plaats te geven.

PIETER BAUWENS
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak.
Foto’s (c) Gazet van Hove.