De Engelse lobby

www.doorbraak.be  – door Filip Michiels .
In een kenniseconomie als de onze staat of valt het hoger onderwijs bij de kwaliteit ervan, dat spreekt. Maar is die kwaliteit ook werkelijk doorslaggevend in het debat rond de versoepeling van de taalwetgeving, lees de verengelsing ? Achter de schermen draait het vooral om nog meer studenten, andere bronnen van inkomsten, internationale rankings en economische belangen.

Onderwijsdecreet XXX

Ben Weyts

De overgrote meerderheid binnen de VLOR vindt het positief dat het onderwijsdecreet de mogelijkheid uitbreidt om anderstalige opleidingen te organiseren in het hoger onderwijs. Hij vraagt wel dat de invulling daarvan billijk verdeeld wordt over de verschillende instellingen.

Met dit advies over het zogenaamde onderwijsdecreet XXX van minister van Onderwijs Ben Weyts zette dus ook de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) vorige maand het licht op groen voor een verregaande versoepeling van de taalwetgeving voor onze universiteiten en hogescholen. Hiermee ligt de bal binnenkort dus in het kamp van het Vlaamse parlement.

Dit mag allerminst verbazen. In de eerste plaats omdat diezelfde VLOR ook in 2017 al spontaan – zonder voorafgaande vraag van de Vlaamse regering dus – met een quasi identiek beleidsadvies op de proppen gekomen was. Ben Weyts lijkt die voorzet nu ook gewillig te gaan binnenkoppen met zijn onderwijsdecreet XXX.

Ons-kent-ons

Maar er is meer : de top van de Vlaamse universiteiten én van de hogescholen pleit al jarenlang haast unisono voor een versoepeling van de taalwetgeving voor het hoger onderwijs. Daarin worden de onderwijsinstellingen sinds 2017 ook sterk gesteund door een minstens even invloedrijke lobby van bedrijfsleiders, economische adviesraden en bestuurders uit alle mogelijke sectoren.

Zowel de nauwe verwevenheid tussen de onderwijswereld en het economische apparaat als het hoge ons-kent-ons-gehalte binnen die lobby trekken daarbij de aandacht. Zo was Mia Douterlungne – alvorens ze in 2005 benoemd werd tot topvrouw van de VLOR – ruim 20 jaar lang aan de slag bij het HIVA, waar ze het tot administratief directeur schopte. Het HIVA is een onderzoeksinstituut binnen de schoot van KU Leuven, waarvan rector Luc Sels een uitgesproken pleitbezorger is van een verregaande versoepeling van de taalwetgeving in het hoger onderwijs.

Sels zelf zit overigens ook al jarenlang in de raad van bestuur van het HIVA. Niets bewijst uiteraard dat Douterlungne aan het hoofd van de VLOR specifiek de belangen van de Leuvense universiteit zou dienen, maar diverse bronnen uit de onderwijswereld wijzen ons wel op de grote invloed die de KULeuven heeft binnen dat cruciale adviesorgaan. Diezelfde Luc Sels is overigens ook voorzitter van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire raad), het orgaan dat de Vlaamse universiteiten vertegenwoordigt binnen de VLOR.

Afbeeldingsresultaat voor KULeuven

 Lobbywerk

Toeval of niet, maar 2017 leek een sleuteljaar in het offensief dat sinds enkele jaren vanuit diverse hoeken wordt ingezet om de taalregeling in ons hoger onderwijs te versoepelen. In datzelfde jaar deed immers ook al de VARIO – de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen – haar duit in het zakje om een versoepeling van de taalwetgeving te bepleiten. In een advies werden toen een twintigtal ‘actiepunten’ opgelijst ‘om de beste onderzoekers, professoren en studenten naar Vlaanderen te krijgen en hier te houden.’

Volgens VARIO moet Vlaanderen ‘een aangepast doelgroepenbeleid ontwikkelen met het doel dat ze een deel van hun loopbaan doorbrengen in ons economisch weefsel en zo bijdragen aan de welvaart’. In datzelfde advies werd ook onomwonden gepleit voor speciale taalfaciliteiten voor buitenlandse professoren, zelfs aan de gemeentelijke loketten. In september 2017, ter gelegenheid van de opening van het academiejaar aan de Gentse Arteveldehogeschool, brak ook VBO-topman Pieter Timmermans een lans voor meer lessen ‘uitsluitend in het Engels’. De taalstrijd was immers voorbij, zo heette het.

Trump en brexit

Eric Vermeylen, topman van de Hogescholenraad, haalde er een maand later zelfs de verkiezing van Donald Trump en de brexit bij. ‘Sinds de machtswissel in het Witte Huis laten heel wat Aziatische studenten de Verenigde Staten links liggen,’ klonk het toen in De Tijd. En ook de brexit bood in zijn ogen een momentum.’ We moeten van die gelegenheid gebruik maken om ons marktaandeel in Europa te verhogen.’ Hij verwees daarbij naar eigen cijfers, die aantoonden dat ‘we in Vlaanderen toen al stevig achterop liepen met – stel je voor – ‘slechts 14 Engelstalige bacheloropleidingen aan de Vlaamse hogescholen’ (intussen zijn dit er overigens al 34, FMI).

Vermeylen zelf behaalde zijn diploma burgerlijk ingenieur overigens aan de KU Leuven, en hij was in een vorig leven jarenlang aan de slag bij werkgeversorganisatie Voka, waar hij het kenniscentrum leidde. Het opvallende lobbywerk vanuit economische hoek voedt minstens de perceptie dat het bedrijfsleven wel brood ziet in de vraag om meer Engels in het hoger onderwijs. Waarbij de vraag rijst in welke mate puur mercantiele overwegingen hierin ook geen rol spelen. Een vraag die overigens net zo goed voor de hogescholen en universiteiten zelf bijzonder relevant lijkt.

Sluipende besluitvorming

‘Het is overduidelijk dat invloedrijke toplui van onze universiteiten en hogescholen voluit vragende partij zijn voor een verdere verengelsing van ons hoger onderwijs’, reageert Antoon Vrints, als historicus verbonden aan de UGent. Samen met enkele collega’s-academici publiceerde hij begin januari een scherp opiniestuk in De Standaard  om de in hun ogen sluipende besluitvorming in deze aan te klagen.

Hun lobbywerk vertaalt zich onder meer in de standpunten die door sommige rectoren publiekelijk worden verdedigd, maar ook in allerlei adviezen, bestuursverslagen en anderen documenten die bijvoorbeeld vanuit de Vlaamse Hogescholenraad richting Vlaamse overheid gaan. Antoon Vrints :

‘De druk werd de voorbije jaren duidelijk opgevoerd, en ikzelf en een aantal collega’s vinden het vanuit democratisch oogpunt bijzonder bedenkelijk dat er over zulk een belangrijk thema zo weinig maatschappelijk debat ontstaat. Terwijl zo’n breed debat nu net broodnodig is als we de sluipende besluitvorming willen voorkomen. Als we de verdere versoepeling van de taalregels die nu op de tafel van de Vlaamse regering ligt laten passeren, dan zetten we de deur wagenwijd open voor een quasi volledige verengelsing zoals die zich de voorbije jaren al in Nederland heeft doorgezet.’

Kwaliteitsverlies

Merkwaardig is ook de vaststelling dat – uitgerekend in tijden waarin ook de academische wereld de mond vol heeft over dreigend kwaliteitsverlies in het onderwijs – het toch vooral een soort rendementsdenken is dat komt bovendrijven. De Gentse politicoloog Hendrik Vos legde enkele weken geleden de vinger op de wonde, en gaf ruiterlijk toe dat het voor hem onmogelijk zou zijn om in zijn lessen eenzelfde niveau aan te houden, mocht hij in het Engels moeten doceren.

 Tal van studies toonden de voorbije jaren al aan dat de Nederlandse taalvaardigheid van de huidige generatie studenten er jaar na jaar op achteruitgaat.

‘Dit kwaliteitsargument speelt a fortiori voor de bacheloropleidingen of de basisopleidingen aan de universiteiten en zeker ook aan de hogescholen,’ vindt Vrints. ‘Los daarvan : willen we dan binnenkort echt een generatie artsen of ingenieurs opleiden die amper nog in staat is om met patiënten of medewerkers in het Nederlands over hun eigen vakgebied te praten ? Of is het wenselijk dat we opnieuw barrières opgooien richting hoger onderwijs voor brede lagen van de bevolking die de voorbije decennia wél de weg naar het hoger onderwijs vonden ? Op termijn dreigen we zo een nieuwe maatschappelijke kloof te creëren, taalkundig én sociaal.’

De argumenten waarmee de pleidooien voor meer Engels onderbouwd worden, verraden dus vooral een heel marktconforme kijk op onderwijs en hebben weinig of niets met de onderwijskwaliteit te maken. Meer internationale studenten zouden leiden tot meer economische groei, maar vooral : ze spijzen ook de kassa van de universiteiten en hogescholen. En ze zorgen voor meer internationaal prestige. Alleen : wat kopen onze studenten en onze belastingbetalers daar dan concreet voor ?

‘Internationalisering’

In een opiniestuk in De Standaard  reageerde Luc Sels eind januari op het verzet tegen de verengelsing dat stilaan ook vanuit academische hoek op gang komt. Volgens Sels is het totaal naast de kwestie om van een verengelsing te spreken, hij neemt liever het politiek minder zwaar beladen woord ‘internationalisering’ in de mond.

Naast de al bekende argumenten pro – het vlotter aantrekken van internationaal talent, hoger onderwijs op maat van het internationale en multiculturele Brussel – valt het evenwel op dat Sels het enkel heeft over het voorstel van de rectoren om het aantal anderstalige bacheloropleidingen op te trekken van 6 naar 9 procent. Hij rept met geen woord rept over de plannen om het aandeel Engelstalige lessen in Nederlandstalige opleidingen fors op te trekken, waarvan de impact op Vlaamse studenten nochtans oneindig veel groter zou zijn.

De schuld van het VB

In een interview dat begin deze week in La Libre Belgique  verscheen, gaat Sels overigens nog een heel eind verder. Zelfs mocht het aantal Engelstalige opleidingen oplopen tot 25%, kunnen we nog niet van een ‘verengelsing’ spreken, vindt hij. Sels geeft in dit interview ook aan dat hij de taalvereisten voor buitenlandse professoren- die aan de KU Leuven binnen de vijf jaar een behoorlijk niveau van Nederlands moeten kunnen bewijzen om benoemd te raken – maar niets vindt.

En de Vlamingen die zich tegen die verdere ‘internationalisering’ verzetten, doen dat onder druk van het Vlaams Belang, klinkt het nog. Qua polarisering kan dat wel tellen dus, maar het discours van de Leuvens rector past naadloos in de obsessie die onder meer in Leuven leeft met de internationale rankings.

Om Leuven een hogere plaats te bezorgen in die rankings moet het aantal internationale studenten verder omhoog. Op zich is dat geen oneerbaar streven natuurlijk, maar je kan je wel de vraag stellen of de Vlaamse studenten daarvan het slachtoffer moeten worden. De Nederlandse Academie voor Wetenschappen stelde in een recent rapport dat de verengelsing de toegang tot het onderwijs voor kansengroepen of jongeren met een migratie-achtergrond nog verder bemoeilijkt. ‘Als we de marktgeoriënteerde logica van de rankings achter ons laten, en ons richten op het democratische model van de universiteit dat het onze is, ligt in de emancipatie van die groepen de dringendste taak van ons hoger onderwijs’, besluit Antoon Vrints. ‘En dat kan het best in het Nederlands.’

Dit is deel 2 in een reeks van drie over de verengelsing van het hoger onderwijs.

Lees hier deel 1.
Morgen deel 3 : Lessen trekken uit het Nederlandse debacle.  

Filip Michiels
Filip Michiels is zelfstandig journalist.
Foto’s (c) Gazet van Hove.