Communautaire sprokkels

Passief beschikbaar

Wie werkloos is, moet in principe actief zoeken naar werk. Dat wil zeggen dat hij of zij moet ingaan op aanbiedingen van de VDAB en ook zelf naar vacatures zoeken. Oudere werklozen moeten niet meer zelf naar werk zoeken, maar zich ‘passief beschikbaar’ houden. Ze moeten dus wel ingaan op passende aanbiedingen. Hetzelfde geldt voor werklozen in het SWT-stelsel, het vroegere brugpensioen. Werklozen die geen gevolg geven aan die oproepen in hun ‘passieve beschikbaarheid’, kunnen worden gesanctioneerd.

Met de zesde staatshervorming werd de controle en het sanctioneren van werklozen die te passief en onbeschikbaar zijn, overgedragen aan de gewesten. Senator Guy D’haeseleer (Vlaams Belang) vroeg de cijfers van die sanctioneringen op bij de minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V). In 2018 ging in Vlaanderen 9.157 werklozen niet in op een aanbieding van de VDAB. 98% van hen kreeg meteen een sanctie opgelegd en 2% kreeg een verwittiging. In Wallonië gaat het om 5.828 personen, hier kreeg 33,4% van hen effectief een sanctie en 66,6% een verwittiging. Mocht u eraan twijfelen, deze regionalisering heeft geleid tot een verschillend sanctioneringsbeleid in Vlaanderen en Wallonië.

Extra transfer

Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, vindt senator D’haeseleer. ‘De arbeidsmarktsituatie in Vlaanderen en Wallonië is nu eenmaal anders en vergt dan ook een andere aanpak’, luidt het. ‘Het probleem is, zoals zo vaak, dat men hier slechts een gedeeltelijke bevoegdheidsoverdracht aan de gewesten heeft georganiseerd, zonder dat de gewesten voor hun beslissingen ook werden geresponsabiliseerd. Het is het federale niveau, vooral dus de Vlaamse belastingbetaler die in de meerderheid is, dat opnieuw de Waalse factuur voor dit verschillend beleid mag betalen’.

‘Terwijl de overgrote meerderheid van de nalatige Vlamingen wél wordt bestraft doordat zij al dan niet tijdelijk geen werkloosheidsuitkering meer krijgen, wordt de grote meerderheid van de in gebreke gebleven Walen wél verder uitbetaald. Een verdere overheveling van deze bevoegdheden naar de gewesten dringt zich dan ook op, zodat ieder gewest geresponsabiliseerd wordt voor het beleid dat het zelf voert.’ Concludeert Senator D’haeseleer.

Infrabel

Het Koninklijk Besluit over de taalkaders van de NMBS, de verdeling van het personeel volgens de taal die ze spreken, is in 1999 vernietigd is door de Raad van State. Nadien kwam er nooit een nieuw besluit om het geschorste te vervangen. Ondertussen werft de NMBS en dus later ook Infrabel al 21 jaar personeel aan zonder taalkader. U raadt nooit wat het gevolg is. Na 21 jaar zijn de Nederlandstalige personeelsleden in de minderheid (48% Nederlandstaligen en 52% Franstaligen).

Volgens de Vaste Commissie van Taaltoezicht (VCT) is dit een ernstige inbreuk op de taalwetgeving. De VCT klaagt het ontbreken van een wettelijk verplicht taalkader aan in haar jaarverslag. Bij een gebruikelijke verdeling bij andere overheidsbedrijven en Federale Overheidsdiensten schommelen de percentages voor Nederlandstalige werknemers eerder tussen de 53% en 56%. Wanneer we de verdeling per taalrol zouden baseren op de moedertaal van de totale populatie, zou dit percentage moeten stijgen naar 56%, ofwel de volle 8% meer dan vandaag het geval is bij Infrabel. Nog scherper is het contrast met de activiteiten van het bedrijf : meer dan 60% van de treinreizigers zijn Vlamingen.

Geen wettelijke middelen

Kamerlid Tomas Roggeman (N-VA), legt in De Kamer een wetsvoorstel neer om de naleving van de taalwetgeving bij overheidsbedrijven afdwingbaar te maken. ‘De taalwetten bestaan om een reden’, zegt Roggeman. ‘Het doel is net om te vermijden dat een taalgroep voorgetrokken wordt. Doordat de taalwet niet uitgevoerd wordt, werden Nederlandstalige sollicitanten de voorbije jaren benadeeld.’

De NMBS en Infrabel zijn geen alleenstaande gevallen. Volgens Roggeman blijkt dat uit de verslaggeving van de VCT. Ook bpost en Proximus hebben geen wettelijk vereist taalkader. De VCT klaagt dit al jaren aan, zonder gevolg. Kamerlid Barbara Pas (Vlaams Belang) maakte er in de vorige legislatuur een sport van om systematisch de cijfers op te vragen. De scheve taalkaders bleken een breed aanwezig verschijnsel. Tot nu is er geen enkel middel om de taalkaders, zelfs als ze bestaan, af te dwingen. Het rapport van de VCT wordt geklasseerd bij de andere.


Communautair nieuws dat ons dreigt te ontgaan, kan u altijd melden op redactie@doorbraak.be  

Pieter Bauwens