In Brussel en Wallonië sterven meer mensen aan corona in het ziekenhuis dan in Vlaanderen

Sinds acht weken worden de Belgische coronacijfers dagelijks aan de bevolking meegedeeld. Men beperkt zich daarbij tot het essentiële. Kranten geven soms nog een verdeling per geslacht, provincie of gemeente van het aantal besmettingen weer. Maar niemand durft het blijkbaar aan om een verdere regionale uitsplitsing te publiceren.

Meer overlijdens in WZC

We weten alleen dat in Vlaanderen 56% van de corona-overlijdens zich in woonzorgcentra (WZC) situeert tegenover slechts 47% in Wallonië en 45% in Brussel. Deze cijfers zeggen echter niet alles. De positiviteitsgraad van de uitgevoerde tests bij het personeel ligt in Vlaanderen op 2% en in Wallonië en Brussel op 3%. Bij bewoners ligt die positiviteitsgraad op 4% in Vlaanderen tegenover 5% in Brussel en Wallonië.

Bij vergelijking van het aantal doden in WZC per miljoen inwoners in de drie regio’s blijkt dat er in Vlaanderen slechts 375 zijn tegenover 407 in Wallonië en zelfs 513 in Brussel. En wanneer we de aantallen overlijdens in WZC vergelijken met de bevolkingsaantallen dan bestaan er tussen de regio’s geen significante verschillen. Dit werd gemeten door een statistische chi-kwadraat test[1] uit te voeren. Zo’n test gaat na of het verschil tussen twee verhoudingen in een tabel significant verschillend is. In dit geval vergeleken we de verhouding in de overlijdens in WZC en met de verhouding in de bevolkingsaantallen over de drie gewesten.

corona
(c) Wouter Faes

Management

Dat betekent dat het management van de crisis in de WZC uiteraard veel beter had gekund, maar dan wel in heel België. De grootste oorzaak van de crisis in de WZC ligt duidelijk op het federale niveau. Men dacht dat met een eenvoudige opsluiting van de bewoners geen probleem kon ontstaan en vergat de nodige beschermingsmiddelen ook voor het personeel ter beschikking te stellen. Dit gebeurde ondanks de waarschuwingen van professoren Wathelet en Goossens en de herhaaldelijke vraag vanwege de regionale ministers. Volledig regionale bevoegdheid voor Volksgezondheid had hier veel leed kunnen besparen.

Maar waarom is het percentage overlijdens in WZC in de totale overlijdens in Vlaanderen hoger dan in de andere regio’s ? De reden is heel eenvoudig. De corona-overlijdens worden in principe slechts onderverdeeld tussen WZC’s en ziekenhuizen. De overlijdens op andere plaatsen zijn namelijk te verwaarlozen (minder dan 1%). Dus is de verklaring enkel te vinden in de verschillen tussen de aantallen overlijdens in ziekenhuizen.

Taalgrens is ook statistische grens

Als we het aantal overlijdens per miljoen inwoners in de ziekenhuizen over de Belgische regio’s vergelijken komen inderdaad opvallende verschillen aan het licht. In Vlaanderen ligt het aantal doden in ziekenhuizen per miljoen inwoners slechts op 289, terwijl dat in Wallonië op 441 ligt en in Brussel zelfs bij 627. Een chi-kwadraat toets bewijst dat deze verschillen statistisch significant zijn op een betrouwbaarheidsniveau van 95 %.

In vergelijking met andere landen sluit Vlaanderen daarbij qua overlijdens in ziekenhuizen aan bij Nederland. Bij onze noorderburen meldt men enkel de ziekenhuisoverlijdens van bevestigde corona-gevallen. Vlaanderen komt zelfs iets lager uit (329 doden per miljoen inwoners in Nederland). Wallonië ligt dichter bij onze zuiderburen en scoort zelfs hoger dan Frankrijk, dat ook een aantal bevestigde covid-WZC-doden meetelt (420 doden per miljoen inwoners in Frankrijk). Het virus schijnt als het ware onze taalgrens in de ziekenhuizen te herkennen.

Het is bij een regionale vergelijking dus niet zo belangrijk dat er procentueel meer doden in WZC in Vlaanderen vallen. Wel van belang is dat statistisch gezien het dodental in de ziekenhuizen in Brussel en Wallonië veel hoger ligt dan in Vlaanderen.

Oorzaken een witte vlek

Waarom is dit zo ? Aan de inzet van de zorgverstrekkers tijdens de coronacrisis ligt dit niet. In heel België is die voorbeeldig : efficiënt, voortdurend en heldhaftig !

Hoe komt het dan toch tot zulke diverse resultaten ? Men kan daarvoor bij voorbeeld kijken naar eventuele verschillen in de bevolkingsdichtheid en -structuur in de regio’s, in de onderliggende structuren van de gezondheidszorg en het hospitaalwezen in de gewesten, in het voorkomen van de onderliggende ziektebeelden in de regio’s, in de gehanteerde behandelingswijzen (die bij een nieuwe aandoening uiteraard kunnen verschillen omdat de wetenschap dan elke dag bijleert) en in de gewoonten en houdingen van de patiënten tegenover de verzorgingssector. Er kunnen heel wat hypothesen geformuleerd worden, maar op dit ogenblik weten we het niet.

Een sluitend antwoord vinden over de oorzaak of oorzaken is echter absoluut nodig. Het moet leiden tot verbeteringslessen in het belang van zowel de gezondheidszorg als de zorgverstrekkers in elk landsdeel. Het kan alleen de efficiëntie van de uitgaven in het hele land verbeteren.

[1] https://wikistatistiek.amc.nl/index.php/Chi-kwadraat_toets

Wouter Faes
Wouter Faes is economist van vorming, werkte in de industrie als internationaal aankoper en is nu gepensioneerd docent marketing van de Universiteit Hasselt. Daar was hij ook verantwoordelijk voor het Erasmus-programma van de Faculteit BEW.
Foto’s (c) Gazet van Hove.