Een herdenking voor de 150-jarige troonsbestijging van koning Leopold II, in de stad Brussel, zet kwaad bloed. ‘Totaal onaanvaardbaar, en zelfs gevaarlijk’, klinkt het. Maar wie was de tweede koning der Belgen eigenlijk ?
Leopold II wordt geboren in 1835. Zijn vader Leopold I vindt hem maar een rare snuiter. De twee komen niet goed overeen; ze communiceren via briefjes. Leopold I denkt zelfs dat zijn oudste zoon compleet getikt is. In een vertrouwelijke brief aan één van zijn ministers stelt de koning ronduit dat zijn zoon ‘mentaal gestoord’ is. Als bewijs vertelt hij het verhaal dat de jonge Leopold in zijn slaapkamer op de eerste verdieping van het paleis een heuse fontein gebouwd heeft. Er is zelfs watertoevoer en de fontein werkt echt. De koning is bang dat de vloer het onder het enorme gewicht van de constructie zal begeven. Het is in elk geval een staaltje van de latere koning-bouwer Leopold II.
In 1860 is de jonge prins van Brabant op reis. Archivaris Gustaaf Janssens schrijft in Nieuw licht op Leopold I & II dat Leopold, op de terugweg van Constantinopel naar ons land, nog even halt houdt in Athene.
Op de Acropolis raapt Leopold een steen van het Parthenon op. Die steen zal de basis vormen voor de beroemde presse-papier die Leopold aan minister Frère-Orban zal overhandigen. De steen is dan voorzien van een portretmedaillon van Leopold en het opschrift ‘Il faut à la Belgique une colonie’. België heeft volgens de jonge Leopold dus een kolonie nodig.
Gestolen van de sultan
Leopold had net daarvoor nog een andere streek uitgehaald. Begin juni was hij op bezoek bij sultan Abdul-Majid I van Constantinopel (Turkije). De reis neemt volgens Joseph Tordeur ‘een slechte wending’. Leopold heeft in zijn bagage voorwerpen van zijn gastheer. Auteur Kris Clerckx weet dat het om waardevolle waterpijpen uit het paleis Dolmabaçe van de sultan gaat. De waterpijpen zijn bijzonder kostbaar omdat ze met diamanten bezet zijn.
De (Britse) pers springt op de zaak en brengt volgens Tordeur ‘de directe opvolger op de Belgische troon veel schade toe’. Ook Rusland kijkt geïnteresseerd toe. De relaties met Turkije zijn niet al te best op dat ogenblik. ‘Volgens Leopold ging het daarbij om een grote vergissing, maar niet zo volgens de Britse pers’, vervolgt Clerckx. De zwakke verdediging van Leopold junior is dat hij dacht dat de waterpijpen een geschenk waren van zijn gastheer.
Vader Leopold I is woest als hij hierover leest. In een brief aan zijn zoon schrijft de koning dat hij deze zaak ‘betreurt’. Hierdoor heeft zijn zoon, op dat ogenblik 25 jaar, de zaak ‘verpest’. Volgens de vorst spreekt iedereen over de affaire. Leopold I beseft wel dat hij de zaak beter kan laten rusten: ‘Artikels die dit willen rechtzetten, zijn schadelijker dan nuttig.’ Leopold I beseft dat ‘rechtzettingen’ enkel kwaadwillende nieuwsgierigheid zullen aanwakkeren. Bovendien, valt er wel wat recht te zetten ? Later zal Leopold II zijn diefstallen beter ‘inkaderen’.
Gek van (veel te) jonge meisjes
Leopold II heeft – net als zijn vader – een grote belangstelling voor jonge vrouwen. In het voorjaar van 1865 maken de ministers van diens vader Leopold I zich grote zorgen over de relatie van de (gehuwde) hertog van Brabant met een mooie Luikse. Of de dame in kwestie getrouwd is, komen we niet te weten. Pittig detail: op 22 augustus 1853 trouwde Leopold in Brussel met aartshertogin Maria Hendrika van Oostenrijk. Maar veel interesse in haar had hij niet. Eind 1865 wordt Leopold II de tweede koning der Belgen.
De seksuele honger van Leopold II is zo groot dat hij zich niet beperkt tot volwassen vrouwen. Historica Anne Morelli vertelt in Knack dat ‘in de huidige maatschappij iemand als Leopold II een pedofiel genoemd zou worden’. Een familietrekje, want ook Leopold I had een voorkeur voor jongedames. Arcadie Claret was nauwelijks 16 toen ze de minnares van Leopold I werd.
Morelli verwijst naar de openbaringen van een Engelse onderzoeksjournalist, William Stead, in de Pall Mall Gazette. Leopold II heeft volgens de historica ook kinderen verwekt bij een meisje van 15 jaar (de prostituee Blanche Delacroix). ‘Maar dat (alles) mag nog altijd niet gezegd worden’, besluit ze enigszins ontmoedigd. Toch wel hoor.
Historicus Marc Reynebeau omschrijft Leopold II in een stuk De koning was geen mensenvriend dan weer als een ‘liefhebber van jonge meisjes’. En de Nederlandse historicus Henk Wesseling schrijft in zijn boek Verdeel en heers dat zijn ‘ontelbare bezoeken aan bordelen, waarbij zijn voorliefde voor minderjarigen enig schandaal verwekte’ in die tijd ‘overbekend’ waren.
Leopold II geeft 800 pond per maand uit aan zijn pleziertjes. Er worden volgens de Britse kranten zelfs meisjes afgeleverd op het koninklijke jacht Alberta.
Wesseling verwijst, net als Morelli, ook naar de onthullingen uit 1885 in de Londense krant.
Iets later publiceert concurrent The Sentinel ook namen. Die van Leopold II zit er tussen. In een opbod tussen beide kranten, ook toen al, drukt de Pall Mall Gazette dan weer een verklaring van een ex-politieman af. ‘Een zeker schepsel (Mrs. Jeffries) drijft niet minder dan acht beruchte huizen van plezier van waaruit zij geregeld kleine Engelse meisjes exporteert naar het buitenland, voor schuinsmarcheerders, onder wie niet minder dan de koning der Belgen’, schrijft auteur Jan van den Berghe. De meisjes zijn nauwelijks 10 jaar oud. Sommigen zijn nog jonger.
In Nederland publiceerde Recht voor Allen volgens De Groene Amsterdammer deze artikels met een tekening waarop de koning leunend op een stokje een weelderige kamer betreedt, waar een minderjarig meisje vastgebonden op een ledikant klaarligt om verkracht te worden. ‘Ziet: hoe respectabel de machthebbers zijn die uw zedelijkheid bewaken (…) Menschenvleesch voor het kanon, menschenvleesch voor de industrie, menschenvleesch voor de prostitutie.’
Zelfs vandaag is de (gespeelde) verontwaardiging groot als ik het verhaal vertel tijdens een uitzending van Controverse op RTL.
De koning heeft met zijn wettige echtgenote drie dochters. Prinses Louise (1858-1924), de oudste dochter, werd volgens klinisch psycholoog Daniel Devreese in 1895 door Freuds collega’s Richard von Krafft-Ebing en Wagner von Jauregg krankzinnig verklaard en geïnterneerd in Oostenrijk en Duitsland, maar kan na vijf jaar naar Parijs vluchten bij Dr. Valentin Magnan, een autoriteit op het gebied van de chronische paranoia, die de curatele opheft en haar de vrijheid terugschenkt.
Een rijke zus
Leopold II heeft een jongere broer, Filips, en een zus, Charlotte. De koning is enkel geïnteresseerd in het geld van zijn zus.
Na het mislukte Mexico-avontuur wordt Charlotte alleen maar rijker. Haar vermogen wordt door derden, zoals de bankiers Rothschild, beheerd. Op 5 oktober 1868 bedraagt het fortuin van Charlotte al 11.120.000 frank. ‘Sinds 1857 was het meer dan verdrievoudigd’, staat in het boek Nieuw licht op Leopold I & Leopold II. Een deel zit bij de Rothschilds in Parijs, een ander deel bij de Rothschilds in Wenen. Het fortuin zal vanaf dan nog meer toenemen. Op 31 december 1887 bedraagt het bijna 30 miljoen frank. Charlottes fortuin wordt vervolgens door Leopold II in beslag genomen. Een deel wordt bij de tweelingbroers Goffinet bewaard. Op 31 december 1909 wordt het fortuin van Charlotte geschat op maar liefst 53.950.859,60 frank. Omgerekend naar vandaag is dat bijna twaalf miljard frank, of zowat 300 miljoen euro. Een frank van toen is er vandaag immers 222 waard. Charlotte moet de rijkste vrouwelijke telg uit de Belgische monarchie geweest zijn.
De socialisten lusten de Coburgs rauw, omwille van die geldzucht. De linkse pers is veel scherper dan vandaag. Bij het bericht dat prins Boudewijn, de vermoedelijke opvolger van Leopold II en oudste zoon van Filips, naar Zanzibar was afgereisd, schrijft de socialistische krant Le Peuple in 1885: ‘ Dat ze maar allemaal naar Afrika ophoepelen, die roofdieren van de stam van Coburg. Die koninklijke rommel is enkel goed voor negers.’
125 miljoen voor Luxemburg
De grote droom van Charlottes oudste broer Leopold II is dan weer gebiedsuitbreiding, en niet alleen in Afrika. ‘Deze ambitie nam in de loop der jaren verschillende vormen aan: het einddoel bleef onveranderd’, benadrukt historicus Jean Stengers. In 1906, drie jaar voor zijn overlijden, stuurt Leopold II zijn secretaris Edmond Carton de Wiart meerdere keren naar Luxemburg om er in het grootste geheim te onderhandelen met groothertog Guillaume IV. Leopold wil zijn laatste grote slag slaan. Hij weet dat zijn leven bijna gedaan is. De gezondheid van de groothertog is dan niet al te best. Bovendien heeft Guillaume geen zoon. De opvolging komt in het gedrang. De gewiekste Leopold II ruikt zijn kans. Volgens onderzoeker Jean-Michel Bruffaerts was Guillaume zelfs van plan om Luxemburg te verkopen aan Leopold. Congo had enkele jaren veel geld opgeleverd. De vorst beschikte dus over de nodige middelen. Hoeveel wil Leopold betalen? De Belgische koning geeft zijn vertrouwensman Carton een mandaat mee om te onderhandelen. Carton mag maximaal 20 miljoen frank bieden. Omgerekend naar vandaag is dat ruim 5 miljard frank of 125 miljoen euro. Leopold verduidelijkt niet hoe hij aan die enorme som komt. Moeilijk is het niet om de oorsprong ervan te achterhalen.
Groothertog Guillaume herstelt evenwel, tegen alle verwachtingen in. Dat snode plan van de koning der Belgen gaat niet door. In 1907 hakt de genezen Guillaume zelf de knoop door: dochter Marie-Adélaïde volgt hem op. Ze zal in 1912 groothertogin van Luxemburg worden.
Congo : een duur geschenk
In de lente van 1909 voelt de schurk Leopold II het einde naderen. Hij heeft enkele maanden daarvoor, in zijn ogen, een grote nederlaag geleden. De Belgische staat heeft Congo geannexeerd. Leopold is zijn belangrijkste bron van inkomsten kwijt. ‘Voor Leopold was deze gedwongen opgave van Congo een drama’, weet historica Geneviève Tellier. Hij heeft alles in het werk gesteld om de overdracht zo lang mogelijk tegen te houden. Toch heeft Leopold zich hiervoor flink laten betalen door de Belgische belastingbetaler. Dat Congo een ‘geschenk’ van de koning was aan het Belgische volk is de grootste mythe uit de geschiedenis. In maart 1908 dient regeringsleider Franz Schollaert een wetsontwerp in. Het onderwerp van het ontwerp is de overdracht van Congo aan België. In ruil voor het gebied in Afrika neemt de Belgische regering de nog uitstaande schuld van Leopold II aan de overheid over. Het saldo op dat ogenblik bedraagt 110 miljoen frank (nu: 24,2 miljard frank of 600 miljoen euro). Eén frank van toen is er nu 220 waard.
De overheid engageert zich ook om de bouwprojecten van de vorst te voleindigen. Kostprijs: 45,5 miljoen frank (nu: 10 miljard frank of bijna 250 miljoen euro). Klap op de vuurpijl is een beloning voor de vorst van 50 miljoen frank (11 miljard frank of 272 miljoen euro) ‘ten teken van erkentelijkheid voor de grote offers die hij zich getroost heeft voor Congo’. Het onderhandelde contract heeft een globale waarde van 45 miljard frank, of ruim 1,1 miljard euro! Van een geschenk aan de natie is geen sprake. Volgens auteur Mark van den Wijngaert slaagde de koning erin zijn privébezit aan een zeer hoge prijs aan de Belgische belastingbetalers te verkopen. ‘Zaken zijn zaken (voor de vorst)’, noteert de auteur terecht.
Eind 1909 overlijdt de man die vandaag met Hitler vergeleken wordt. Maar die vergelijking is onterecht; Hitler was immers geen pedofiel.
Leopolds neef Albert I zal – cynisch genoeg – dankzij de Eerste Wereldoorlog het blazoen van de Coburgs kunnen oppoetsen.
Thierry Debels
In
Foto’s © Reporters & ’t Pallieterke.