door Luc Pauwels – www.doorbraak.be .

Zal België ‘verdampen’ of zal het door separatisme ten onder gaan ? Hoe dan ook: ‘Wat valt, moet men ook nog een stootje geven’ (Nietzsche). Maar wat daarna ?

Tien jaar geleden liet Bart De Wever in de Nederlandse krant Trouw optekenen ‘Laat België rustig verdampen tussen Europa en de deelstaten.’ Voordien sprak Hugo Schiltz al van ‘de verdamping van het Belgische niveau, waarbij Vlaanderen en Europa de twee kernoverheden zouden vormen’ (De Tijd, 28 juni 2004. Interview van Mark Deweerdt). Ook voor de Franstalige econoom Philippe van Parijs, hoogleraar in Louvain-la-Neuve, mag België verdampen, ‘hoe vlugger, hoe beter’ zelfs (De Standaard, 15 januari 2011).

En enkele dagen geleden nog verwees literatuurwetenschapper Kevin Absillis (UA) naar de mogelijkheid ‘dat België zonder veel commotie verdampen zal’ (Knack, 12 juni 2020). Dat is een late, want intussen is duidelijk dat de EU als ‘kernoverheid’ (Schiltz) alleen nog maar terrein verliest. België dat geruisloos in lucht opgaat, zo simpel zal het niet gaan.

Uitgeleefd toch ?

Ondertussen is de woordenschat gewijzigd. En ook het perspectief. Van een voorspelling (verdampen) naar een vaststelling : uitgeleefd. ‘Zijn de federale Belgische structuren uitgeleefd ? De vraag stellen, is ze beantwoorden’ was de diagnose van Hendrik Vuye op 12 juli 2014. Sindsdien is de uitdrukking ‘België uitgeleefd’ een gemeenplaats geworden. Ze werd herhaald en herhaald, van Jasper d’Hoore tot Gerolf Annemans, van Theo Francken en Bart De Wever tot de professoren Herman Matthijs en Carl Devos. Een gemeenplaats – wat geenszins wil zeggen dat ze onjuist zou zijn.

Wat nu ? Hervormen, zeggen de meest brave zielen. Maar wie durft het woord ‘staatshervorming’ nog uitspreken zonder voor maagkrampen te vrezen ? Onmiddellijk wordt men trouwens geconfronteerd met het feit dat de Belgische staatshervormingen zich compleet hebben vastgereden in hun eigen contradicties. Voor wie er nog aan twijfelde, hebben premièr Wilmès en de coronacrisis het laatste stukje bewijs aangebracht. De hele reeks hervormingen hebben op korte termijn geleid tot het overleven van de Belgische staat, maar op lange termijn tot zijn ondergang. Er is echter nog meer aan de hand.

Verrottingsproces

België is uitgeput als zijn kolenmijnen. Moreel uitgeput, van elk gezag ontdaan, behalve dan hetgeen wordt afgedwongen met de belastingbrief, de deurwaarder of de wapenstok. De oorzaak daarvan zijn minder de mislukte pogingen om dit land stabiel te hervormen, dan wel een voortdurend verrottingsproces. Ik herinner me beelden op de Nederlandse televisie waarop Dutroux tijdens zijn proces wordt afgevoerd in een gevangeniswagentje. Al in de eerste bocht vliegt de achterdeur van het camionetje open. Een bereden gendarme die er achteraan wil, gaat tegen de grond met paard en al.

Een treffend beeld, maar niet meer dan een beeld. Er kwam ons erger over het hoofd. Agusta, de ranzige ARCO-affaire met haar 800.000 gedupeerden, het bankroet van Sabena, van Lernout & Hauspie, van de Optima Bank, de moord op André Cools, de implosie van Fortis, de dioxinecrisis, Publifin, de uitverkoop van onze energiesector aan Frankrijk… Het lijstje is te lang.

Ieder land sleept in de marge van zijn geschiedenis een reeks financiële schandalen mee, akkoord. Hier is iets anders in het spel. Wat er zo typisch Belgisch aan is, zijn de verstrengelingen van politici, vaak zelfs toppolitici in al deze affaires. Even namen googelen als bv. Leo Delcroix (CD&V) of Willy Claes, auteur van Waarom socialist ? (1976). Ze werden veroordeeld wegens hun praktijken, maar slaagden in een verbluffende doorstart. Delcroix werd zelfs nog voorzitter van de Universiteit Hasselt. Hoe is dat mogelijk ? Door de solidariteit in het milieu, de schrik dat de betrokkenen ‘hun boekje zullen opendoen’, de verrotting van de publieke ethiek.

Separatisme zal het gevolg zijn, niet de oorzaak

Vroeger hebben ik en anderen geschreven : België, geboren uit separatisme, zal door separatisme ten onder gaan. Sommigen dachten daarbij aan een fluwelen scenario, zoals het einde van Tsjechoslowakije (1993) of van de Zweeds-Noorse Unie (1905), de afscheiding van IJsland van Denemarken (1944) of de afscheiding van Montenegro van Servië (2006). Dat is m.i. nooit erg waarschijnlijk geweest. De Belgische boedelscheiding zal hoe dan ook een vechtscheiding worden.

België zal zichzelf opheffen. Daar zijn vier oorzaken voor. De voornaamste is het gebrek aan vertrouwen dat de gemiddelde burger in de overheid van dit land stelt. Die relatie is ontaard tot een van diepgewortelde minachting. Een gezagscrisis, erger dan de corona-crisis.

Ten tweede zakken wij op financieel vlak, met ons alsmaar stijgend begrotingstekort, af naar Griekse toestanden. De euro verdoezelt de Belgische werkelijkheid. Als de EU verder degenereert en dit zou leiden tot een verdwijning van de euro, dan is de ramp niet te overzien.

Op weg naar volledige onbestuurbaarheid

Ten derde stevent België af op complete onbestuurbaarheid. De ambtelijke structuren die wij nu hebben, zijn het resultaat van allerlei compromissen. Tijdens die partijtjes touwtrekken werd aan van alles gedacht, behalve aan de werkzaamheid van wat in nachtelijke kasteelvergaderingen werd inéén geflanst. We slagen er nu zelfs niet meer in op een doeltreffende manier mondmaskers te kopen… De Belgische ambtenarij weet dat maar al te goed en heeft zich ‘aangepast’.

Ooit zat ik samen met een hoge ambtenaar, directeur-generaal van een ministerie, die mij bij pot en pint vroeg: ‘Weet je waarom de overheidsvakbonden nooit hebben geprotesteerd tegen de karikaturale voorstelling van de ambtenaren in de tv-reeks De collega’s’ ? Zijn grijnzend antwoord : ‘Omdat het in werkelijkheid nog allemaal véél erger is.’

Impasse bijna bereikt

En ten vierde naderen we met rasse schreden het moment dat het onmogelijk zal blijken nog een Belgische regering te vormen, al of niet na verkiezingen. Iedereen voelt aan dat die impasse bijna is bereikt. Interessant is dat ze zich naar alle waarschijnlijkheid zal voordoen op een moment dat we wél over een legitieme Vlaamse en Waalse regering beschikken die elk in haar parlement op een meerderheid steunt. Deze regeringen zullen dan de enige wettige overheid zijn.

‘Wanneer komt dat moment ?’ vroeg Siegfried Bracke zich kortgeleden af op deze website. ‘En als dat moment er komt, dat ene moment, wat doen we dan ? (…) Hoe gaat dat dan ? Is er een scenario ? Iemand ?’… Die ‘iemand’ zal zeker niet de koning zijn, zoveel is duidelijk. Als ‘het moment’ er is, dan moeten we vrezen voor een beursdebacle, wilde stakingen en een zorgwekkende stemming in het land. Moeten we ongerust zijn over een stemming, een sfeer ? Jawel, want een stemming is als geurloos gas : je wordt het niet onmiddellijk gewaar, maar een vonk volstaat. Wie twijfelt aan de macht van stemmingen moet er de Duitse socioloog Heinz Bude eens op nalezen.*

Wat doen we daarna?

veel jong volk wil Vlaams zijn

In het vooruitzicht dat de Vlaamse en Waalse deelstaatregeringen het zullen moeten overnemen van de federale, Belgische regering verdient een voorstel van Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert alle aandacht : volledige fiscale autonomie voor de deelstaten, die daardoor in één ruk de volledige verantwoordelijkheid voor alle inkomsten en -uitgaven van de staat krijgen. Slaagt de Vlaamse regering er niet in dit uit de brand te slepen, dan wordt het deelstatenscenario een moeizame oefening.

Vlamingen huiveren voor strategische overwegingen. Het ligt ons niet, in tegenstelling met de Franstaligen die steeds twee stappen vooruit denken. De resultaten zijn bekend. Bovendien willen we voorzichtig zijn. Feind hört mit, heet dat bij de oudste generatie en Don’t tell the ennemy bij de jongste. Het wordt hoog tijd dat politici en opiniemakers daar open over van gedachten wisselen. Zoniet, dan zullen ze onvoorbereid naar de eindonderhandelingen gaan. En het volk zal hun verwijten ‘Daarover heb je ons nooit gesproken !’

Vijf strategische krachtlijnen

geen éénheid !

Het eerste wat de Vlaamse Regering moet doen wanneer Sois Belge et tais-toi zijn einde nadert, is openlijk afstand nemen van de grendelgrondwet van 1970. Door een kunstmatige pariteit te scheppen tussen Vlaanderen en Wallonië heeft deze de Vlaamse meerderheid in dit land van haar macht beroofd. Dat is het eerste wat we ongedaan moeten maken, ongeacht wat er verder nog te onderhandelen valt. Omwille van de doeltreffendheid en, nog meer, uit zelfrespect.

Verder moeten Vlamingen goed beseffen dat het andere landsgedeelte (meestal gemakshalve als Franstalig landsgedeelte aangeduid) in geen enkel opzicht de homogeniteit van Vlaanderen bezit. Er wordt overwegend Frans gesproken, jawel, maar belangrijke minderheden spreken er geen Frans, maar Waals (wat wordt erkend door de Franstalige Gemeenschap), Duits uiteraard, Lëtzebuergs in de streek rond Aarlen en …Nederlands, dit o.m. in de ‘Waalse’ gemeenten Komen-Waasten, Edingen, Moeskroen, Vloesberg, Welkenraat, Blieberg en Baelen.

Luxemburg is van geopolitiek belang

Een tweede dringende taak is onofficiële contacten leggen met het Groothertogdom Luxemburg én met opinieleiders in de ‘Belgische’ provincie Luxemburg. Vlaanderen kan hier helpen historisch onrecht ongedaan te maken en er zelf beter van worden. Luxemburg was één geheel sinds de vroege middeleeuwen. Na 1830 deden de mogendheden er negen jaar over om een ‘oplossing’ te vinden. Die bestond erin Luxemburg in twee te delen, volledig tegen de zin van de Luxemburgers zelf. De Luxemburgse geschiedenisboekjes hebben het, volkomen correct, over het verlies van het westelijke deel van het land. Het duurde trouwens tot 1867 eer die ongewenste splitsing internationale erkenning kreeg.

Als staat is het Groothertogdom Luxemburg in zijn huidige grenzen dus nog jonger dan België, maar wel even onhistorisch, kunstmatig en ondemocratisch tot stand gekomen – in Londen. Op de RTBF zette Baudouin du Bus de Warnaffe, toen voorzitter van de Mouvement luxembourgeois, ooit schitterend uiteen hoe ‘l’identité wallonne  résulte d’une démarche purement politique et strictement artificielle qui ne correspond nullement à un sentiment d’appartenance communément partagé.’ (Uitzending L’Écran Témoin, 7 september 1992.)

Omwille van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren

Voor het geval dat het uiteenvallen van de Belgische staat zou leiden hetzij tot een Waalse republiek, hetzij tot een aanhechting van Wallonië bij Frankrijk, wil de Luxemburgse Beweging dat de Belgische provincie Luxemburg zich vreedzaam zou kunnen herenigen met het Groothertogdom. Volgens opiniepeilingen is ongeveer 40% van de ‘Belgische’ Luxemburgers gewonnen voor die oplossing.

Vlaanderen moet daarop inspelen, omwille van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren. Tegelijk moeten we ons herinneren dat in een aantal verdeelsleutels die de Belgische staatshervormingen hanteren, de oppervlakte van de deelstaten een rol speelt, uiteraard in het voordeel van Wallonië. Hier ligt de kans om een en andere te corrigeren, want Luxemburg is qua oppervlakte de grootste ‘Waalse’ provincie.

Wie wil de Duitstalige gemeenschap gevangenhouden ?

Over het onrecht dat ‘Oostkantons’ werd aangedaan, toen ze precies honderd jaar geleden tegen hun zin door België werden geannexeerd, heb ik hier onlangs geschreven. Dit moet onze derde strategische bekommernis zijn. Ik ken de koudwatervrees van Vlaamse beleidsmakers om dit terrein te betreden, maar toch. Er zijn trouwens precedenten : zowel de Volksunie als Lode Claes onderhielden contacten met de Duitstalige politici in Eupen.

Laat ons een voorbeeld nemen aan Karl-Heinz Lambertz, voorzitter van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Jaren geleden al, toen hij minister-president was, zette hij uiteen hoe de Duitstaligen in dit land, in geval van uiteenspatten van België, vier mogelijkheden hebben. De eerste is : gewoon Wallonië volgen, waartoe dat ook moge leiden. De tweede optie bestaat erin de annexatie van 1920 ongedaan te maken en de hereniging met Duitsland te vragen. Als derde mogelijkheid ziet hij een aansluiting bij het Groothertogdom Luxemburg en als vierde… de onafhankelijkheid ‘op zijn Liechtensteins’. Let wel, Lambertz is een socialist en allesbehalve een romanticus.

Vlaanderen is Zuid-Nederland

Wallonië heeft Frankrijk als ruggensteun, Luxemburg is de alter ego van het Groothertogdom, de Duitstaligen kijken uiteraard naar Duitsland. En Vlaanderen ? Een politieke toenadering tot Nederland of een hereniging, met Vlaamse onafhankelijkheid als tussenstap is een reële optie voor 36% van de Vlamingen (VRT, 2008) Volgens een opiniepeiling van Het Laatste Nieuws (eveneens 2008) ziet 50,9% van de Vlamingen dat als de goede weg, met 12,7% die een Vlaams-Nederlandse fusie wil op latere termijn. Een meerderheid van de Nederlanders is dit voorstel genegen (67% volgens TNS Nipo).

Vlaams-Nederlandse toenadering is onze vierde strategische as. Duidelijk is immers dat Vlaanderen en Nederland elkaar nodig hebben. Deze gedachte, eerder pragmatisch dan historisch, heeft geleid tot o.m. de Benelux douane-unie van 1944, het Benelux Verdrag (1958), de Nederlandse Taalunie (1980) en in 2008 tot de ondertekening van het nieuwe Benelux-Verdrag. Tussendoor heeft Vlaanderen de waterverdragen met Nederland over Schelde en Maas kunnen regelen, een dossier dat tientallen jaren geblokkeerd zat door Waalse tegenwerking.

Onze eerste opdracht naar Nederland toe luidt : het vertrouwen herwinnen. Als ‘België’ is dat nauwelijks nog mogelijk. Als ‘Vlaanderen’ zeer zeker, op voorwaarde dat we ons met de nodige lef herpakken en de Belgische ziekte buiten houden. Daarna kunnen we beginnen denken aan organisch weer samengroeien.

Grote schoonmaak in Laken

Buiten Jean-Marie Dedecker kennen we weinig Vlaamse politici die zich openlijk tegen de Belgische monarchie uitspreken. Daarvoor haalt men ‘rationele’ argumenten aan zoals ‘geen onnodige vijanden maken’. Alsof Saksen-Coburg geen structurele tegenstander is van Vlaamse ontplooiing en zelfstandigheid.

Onze vijfde strategische krachtlijn : stop deze monarchie, stop de Lakense operette, stop deze geldverslindende instelling. Laat u niet misleiden : de dotaties die de leden van de koninklijke familie krijgen, zijn het topje van de ijsberg. Ze maken ongeveer één derde van de totale kost uit. Het totale kostenplaatje ligt bij de 40 miljoen euro. Wat krijgen we daarvoor terug ? Een instelling waarvan de enige doelstelling de zelf-instandhouding is, door middel van de instandhouding van België, tegen elke prijs. Hebben we dat nodig ?

Maar wat als alles misloopt, als een fatsoenlijke scheiding niet mogelijk blijkt, als er chaos dreigt ? Wat doen we dan ? Daarvoor hebben we een mooi historisch voorbeeld. Toen IJsland in 1944 zich onafhankelijk van Denemarken verklaarde en de republiek uitriep, verzette Kopenhagen zich nauwelijks. In 1945 vroeg de Deense premier Vilhelm Buhl aan de IJslandse president Sveinn Björnsson : ‘Was dat nu allemaal nodig ? Als je de onafhankelijkheid had gevraagd, had je ze zó gekregen.’ Waarop de IJslander: ‘Onafhankelijkheid vraag je niet, die pak je !’

* Heinz Bude, Das Gefühl der Welt. Über die Macht von Stimmungen, Carl Hanser Verlag, München, 2016.

LUC PAUWELS
Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift ‘TeKoS’.
Foto’s (c) Gazet van Hove.