… maar pas in 2024 kan die verzilverd worden

Volgens de jongste peiling van VTM en Het Laatste Nieuws zou het Vlaams Belang 27,7% scoren  en de N-VA 20%.  Daarmee halen ze samen 47,7%.  Een simulatie van de zetelverdeling komt uit op 65 Vlaams-nationale zetels in het Vlaams Parlement. Een absolute meerderheid, met twee zetels op overschot.  Sinds de verkiezingen van vorig jaar halen de V-partijen die volstrekte zetelmeerderheid in alle peilingen, met uitzondering van de halfslachtige VRT/De Standaard-peiling.

veel jong volk wil Vlaams zijn

Vlaams-nationale zetelmeerderheid

Het is niet de eerste keer dat de peilingen een absolute zetelmeerderheid voorspellen voor de V-partijen. Dat was ook al het geval in de periode vlak na de vorming van de regering Di Rupo, in oktober 2011. Van oktober 2011 tot september 2012 leverden haast alle peilingen een Vlaams-nationale zetelmeerderheid op.

V-partijen
Bart Maddens | Doorbraak.be

Deze grafiek toont het aantal zetels van N-VA en Vlaams Belang (en heel af en toe van LDD) in het Vlaams Parlement.  Behalve voor de regionale verkiezingen van 2014 en 2019 gaat het om virtuele zetels op basis van de peilingen, en uitzonderlijk op basis van het resultaat van de provincieraads-verkiezingen (2012 en 2018) en de Kamerverkiezingen (2010).

Verschuivende verhoudingen

De tweede grafiek toont de onderliggende procenten van N-VA en Vlaams Belang, en van de V-partijen samen. Als de V-partijen na de vorming van de regering di Rupo hoge toppen scheren, dan is dat louter te danken aan N-VA. Vlaams Belang vertoont in die periode een licht dalende trend. N-VA daarentegen gaat verder op het élan van 2010 en scoort soms tot 40%. Maar de partij kan dat hoge niveau niet aanhouden en schommelt vanaf de lente van 2013 rond de 33%, om bij de verkiezingen van 2014 te landen bij 32,3%. Het Vlaams Belang kan zich in die periode handhaven rond de 10% in de peilingen, maar scoort bij de verkiezingen van 2014 een pak lager : 5,8%. Op dat moment halen de V-partijen samen 38,2%. N-VA kannibaliseerde het Vlaams Belang. De V-meerderheid lijkt verder af dan ooit.

V-partijen
Bart Maddens

Dat blijft zo in bijna alle peilingen tussen 2014 en 2018. Die periode vertoont, abstractie gemaakt van de korte termijnschommelingen, een vrij stabiel beeld.  Het V-percentage schommelt constant rond het verkiezingsresultaat van 2014, zij het met gemiddeld een iets lagere score voor N-VA (28%) en een hogere voor Vlaams Belang (10%). Beide partijen zijn het perfecte spiegelbeeld van elkaar. Als Vlaams Belang na de terreuraanslagen van 22 maart 2016 even piekt, dan zakt N-VA. Als Vlaams Belang in 2017 weer wat terugvalt, dan scoort N-VA opnieuw hoger. Het resultaat van de provincieraadsverkiezingen van 2018 sluit daar mooi bij aan : 25% voor N-VA, 13% voor Vlaams Belang, zodat de V-‘constante’ van 38% wordt bevestigd.

Marrakesh doorbreekt patroon 

Dit glazen V-plafond wordt pas doorbroken tijdens de Marrakesh-crisis.  Aanvankelijk is dat vooral omdat N-VA wat sterker scoort zonder dat dit ten nadele gaat van Vlaams Belang. Eind 2018 staat de teller op 30,2% voor de N-VA en 12% voor Vlaams Belang, samen 42,2%. Begin 2019 keren we nog even terug naar het klassieke patroon. Het is pas begin mei dat de peiling van VTM en Het Laatste Nieuws de eerste signalen oppikt van de electorale aardschok die er zit aan te komen : Vlaams Belang haalt bijna 15% in die peiling. Dat wordt uiteindelijk 18,6% bij de verkiezingen. Met de 25,5% voor de N-VA levert dat een V-score op van 44,1%. De winst van het Vlaams Belang is groter dan het verlies van de N-VA, zodat het  V-Blok weer groeit. De Vlaams-nationalisten stranden in het Vlaams Parlement op vijf zetels van een absolute meerderheid.

Maar de belangrijkste paradigma-wissel vindt pas in het najaar plaats. In de peiling van september springt het Vlaams Belang naar 24,9% en laat de partij voor het eerst de N-VA (22,7%) achter zich. Vanaf dan krijgen we in het Vlaams Parlement opnieuw de (virtuele) V-meerderheid die we ook al hadden in 2011-2012. Er is wel één essentieel verschil : het Vlaams Belang is nu de dominante V-partij.

Dominantie Vlaams Belang tijdelijk ?

Bekeken op lange termijn is die dominantie van Vlaams Belang natuurlijk een heel recent gegeven, en misschien ook tijdelijk. Het is mogelijk dat we hier hetzelfde fenomeen zien als bij de N-VA na de verkiezingen van 2010. In een eerste fase kon de partij verder surfen op de spectaculaire verkiezingsoverwinning, wat resulteerde in een stijgende curve.  Maar een keer dat er een normaal functionerende regering was, en de herinnering aan de verkiezingen vervaagde, dan zakte het peilingsresultaat weer naar een ‘normaal’ niveau.

Er is vandaag wel één zekerheid : zolang de peilingen een nooit geziene overwinning van het Vlaams Belang voorspellen, komen er geen vervroegde verkiezingen. De traditionele partijen zullen niet het risico willen nemen dat het Vlaams Belang de grootste partij wordt van Vlaanderen en België. En Bart De Wever staat ook niet te springen om zich door Tom Van Grieken te laten vernederen.

Bedreiging voor Belgisch regime

Nochtans zouden dit enkel Kamerverkiezingen zijn. Zeker, een V-meerderheid in de Nederlandse taalgroep van de Kamer zou de regeringsvorming een stuk moeilijker maken. Maar de V-meerderheid zou die niet kunnen blokkeren. De Vlaams-nationalisten zouden enkel een veto kunnen stellen tegen een wijziging van de bijzondere wetten. Een V-meerderheid in het Vlaams Parlement daarentegen zou een veel grotere bedreiging vormen voor het Belgische regime. Maar die kan er ten vroegste komen in juni 2024, en dat is nog lang.

Wat als de peilingen in het voorjaar van 2024 nog steeds een solide V-meerderheid voorspellen ? Dan zal de verkiezingscampagne maar draaien rond één kwestie : zal de N-VA bereid zijn om met het Vlaams Belang een Vlaamse regering te vormen ? En zal die V-regering het federale België opblazen ?

in 2024 ?
BART MADDENS
Bart Maddens is politicoloog en germanist.
Foto’s (c) Gazet van Hove.