Recht op gezondheidszorg in eigen taal voor Vlamingen in Brussel en Vlaamse Rand

Al decennialang opereren Brusselse eentalig Franstalige spoeddiensten tot ver in het Vlaamse hinterland. Tot op heden weigeren de Brusselse ziekenhuizen hier iets aan te doen. Terwijl we toch zouden mogen verwachten dat medische urgentieteams de taal van hun patiënten kunnen verstaan én kunnen spreken. Niet in dit land, zo blijkt. In een aantal gemeenten in de Vlaamse Rand hebben de patiënten dus niet het recht om in hun taal geholpen te worden. Dat is een flagrante schending van de taalwetten.

Taalwetgeving

De openbare ziekenhuizen in Brussel zijn aan de taalwetgeving onderworpen. De anderen, zoals St.-Luc (UCL) of Erasme (ULB), beide universitaire instellingen, niet. Dit stelt hen echter niet vrij van de verplichting om hun spoeddiensten tweetalig te organiseren. Maar taalwetgeving of niet, het blijft een nijpend probleem om in Brussel in een ziekenhuis in het Nederlands terecht te kunnen. Op zich is dit al erg genoeg. Erger is echter dat bij een noodoproep patiënten uit de Vlaamse Rand en zelfs daarbuiten systematisch worden overgebracht naar eentalig Franstalige Brusselse ziekenhuizen. Dit is het gevolg van de wettelijke verplichting om patiënten bij een dringend transport naar het dichtstbijzijnde hospitaal te brengen. Enkel op uitdrukkelijk — vaak schriftelijk — verzoek van een behandelend arts wijkt men van deze regel af.

Dr. Alexandra Thienpont is niet alleen huisarts in Kortenberg, maar ook burgemeester (CD&V). Zij geeft een beeld van de problematiek. ‘In een deel van mijn gemeente worden de patiënten naar Leuven gevoerd, in het andere deel is de bestemming St-Luc in Sint-Lambrechts-Woluwe. Het gaat zelfs zover dat er een straat is waarbij de even nummers naar Leuven en de oneven nummers naar Woluwe worden gebracht. Dat is eigenlijk te gek voor woorden, maar dit is het gevolg van de wetgeving die verplicht patiënten naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis te voeren. Een aantal jaren geleden hebben de artsen hier een schrijven gericht aan het toenmalige gemeentebestuur om de problematiek aan te kaarten, maar het probleem is dat die bevoegdheid federaal ligt en je daar als gemeente heel weinig in te zeggen hebt.’

Franstalige drogreden

Die wet op het dringend ziekenvervoer valt inderdaad onder de federale bevoegdheid, maar dat kan toch niet verhinderen dat die ziekenhuizen aan hun plicht moeten voldoen om de tweetaligheid op hun spoeddienst te garanderen ? Dr. Thienpont kaartte dit in het verleden al aan bij de mensen van St.-Luc. ‘Daar is de uitleg dat ze met een zeer internationaal artsenkorps zitten, in het kader van Erasmusuitwisselingen, en dat ze daardoor niet kunnen garanderen dat er tweetaligheid is op de diensten. Zij kunnen bijvoorbeeld niet van een Spanjaard verlangen dat die Nederlands kent, zeggen ze.’

Dat dit een drogreden is, kan blijken uit het voorbeeld van het UZ Brussel (Jette), waar de taalhoffelijkheid en -wet wel gerespecteerd wordt. Verder is een internationaal artsen-korps geen excuus om een eentalige spoeddienst aan te houden.

Taalwetgeving niet afdwingbaar

Dr. Joost Rampelberg is een oudgediende in de strijd voor het belang van de Nederlandstalige patiënt in Brussel. Hij wijst op een belangrijk onderscheid. ‘De openbare ziekenhuizen zijn onderworpen aan de taalwetgeving. Voor de privé-ziekenhuizen geldt dit niet. Wat betreft de spoeddiensten maakt het echter niet uit of die in een publiek of een privé-ziekenhuis gevestigd zijn. Die moéten in Brussel tweetalig zijn, punt uit. Als blijkt dat dat niet zo is, zijn ze ook in strijd met de wetgeving. Het probleem is dat we daar dan klachten over moeten krijgen. De mensen zijn bang om een klacht in te dienen tegen een spoeddienst. Ze denken dat ze bij een volgende overbrenging wel eens zouden kunnen worden genegeerd. Nochtans ben ik van mening dat men meer rekening met je houdt wanneer je op je strepen staat. Ze passen dan beter voor je op.’

Het grote probleem is eigenlijk dat de taalwetgeving in de praktijk niet afdwingbaar is. Dat moet dringend veranderen. Vuye en Wouters hadden in 2018 een interessant wetsvoorstel klaargemaakt om de taalwet afdwingbaar te maken. Daarin werd voorgesteld om de vicegouverneur aanwervingsbeslissingen te laten vernietigen in geval van schending van de taalwetgeving. Momenteel kan hij enkel schorsen voor 40 dagen, waarna de administratieve overheden de aanwerving gewoon laten doorgaan. Dat voorstel had de taalwetgeving effectief afdwingbaar gemaakt, maar zelfs de N-VA is hier niet in willen meegaan.’

Probleem blijft de kop opsteken

Dr. Thienpont erkent het probleem eveneens. ‘De verplichte tweetaligheid zou zeker kunnen helpen in deze problematiek. Het gaat over een item dat hier lokaal telkens weer de kop opsteekt. Er wordt dan over gesproken, maar er wordt nooit een initiatief ondernomen. Het probleem bij ons is dat de oplossing op een hoger bestuurlijk niveau zit. Ik vind het zeker de moeite waard om toch eens iets in gang te zetten, want het is absoluut een probleem, dat kunnen we niet ontkennen.’

Dat het probleem af en toe de kop opsteekt, mag inderdaad duidelijk zijn. Getuige daarvan het al vernoemde wetsvoorstel van Vuye en Wouters, maar ook een vraag in de Senaat van Bert Anciaux (sp.a) dd. 15 maart 2018 aan de Minister van Volksgezondheid Maggie De Block. Het laatste punt in deze schriftelijke vraag luidt : ‘Waarom heeft de patiënt het recht niet om de opgeroepen ambulance te verplichten naar een Nederlandstalig of naar een Nederlandskundig ziekenhuis gebracht te worden ?’ (sic)

Antwoord zonder oplossing, sinds 1965

enigste Nederlandstalige ziekenhuis van Brussel

Het antwoord van de Minister klinkt als volgt : ‘Wat uw laatste vraag betreft, wens ik u te wijzen op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel. In toepassing van dit besluit wordt de patiënt in principe overgebracht naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg. Er is enkel een uitzondering mogelijk op verzoek van een arts, de MUG-arts of behandelend arts, om een ander ziekenhuis als meest aangewezen aan te duiden onder de voorwaarden bepaald in de wetgeving.

Deze regel is ingegeven door het feit dat publieke middelen op de meest efficiënte manier moeten worden ingezet en is in het belang van de patiënt en van de volksgezondheid. Dit neemt niet weg dat de rechten van de patiënt, waaronder recht op een communicatie in een duidelijke taal, moeten worden nageleefd door de verschillende zorgverleners.’ Einde citaat. Ondertussen is er nog niets veranderd. De Block heeft natuurlijk de laatste tijd wel andere katten te geselen, maar dat er sinds haar aantreden in 2014 geen enkel initiatief werd ontplooid, stemt tot nadenken.

Klachten indienen !

Langs Vlaamse kant beperkt de aanpak zich tot op heden tot het organiseren van een Vlaams Meldpunt Taalklachten in de Brusselse ziekenhuizen, een meldpunt dat bij het grote publiek quasi onbekend is.

Dr. Joost Rampelberg geeft nog enkele belangrijke tips voor het indienen van een klacht. ‘Het is belangrijk dat de patiënten op het moment dat het verkeerd loopt precies noteren wat er gebeurt, waar, op welke dag, welk uur en wie er bij betrokken is. Gaat het over een dokter, een verpleegkundige,…?’

Rampelberg verzamelt ook klachten via de juridische werkgroep van het Vlaams Komitee voor Brussel. ‘Wie dat wil, kan ons altijd contacteren op het nummer 02 / 420.10.20. of via e-mail brudi@brudi.org .

WINNY MATHEEUSSEN
Enige tijd geleden geboren, in de herfst. Momenteel levend.
Foto’s (c) Gazet van Hove.