Op 2 oktober hield de Frans president Macron een opvallende toespraak tot de Franse bevolking. Aanleiding voor hem was het ‘islamistisch separatisme ‘dat vandaag de dag onze Republiek in gevaar brengt, ons vermogen om samen te leven.’

De wetten van de Republiek

Macron definieert het islamisme als een politiek-religieuze inspanning om de wetten van de Republiek tegen te gaan en een parallelle orde te scheppen, andere waarden te hanteren en een andere organisatie van de samenleving te ontwikkelen. In eerste instantie gebeurt dat ‘separatistisch’. Maar uiteindelijk is het doel een volledige controle over de samenleving. Bestaande voorbeelden zijn het geleidelijk verwerpen van de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van geweten en het recht op godslastering. De ‘ontscholing’ van kinderen en het ontwikkelen van sportieve en culturele activiteiten worden als voorwendsel gebruikt voor het onderwijzen van beginselen die tegen de wetten van de Republiek ingaan. Het is een indoctrinatie die de Franse beginselen van gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen en de menselijke waardigheid, verwerpt.

De Franse president benadrukt dat geloven of niet absoluut geen zaak is van de overheid. Hij eist slechts dat elke burger alle wetten van de Republiek volledig respecteert. Macron scheidt duidelijk het radicale islamisme, een ‘afwijking in naam van de godsdienst’, van de velen die in de islam geloven en tegelijkertijd volwaardige Franse burgers zijn.

Hand in eigen boezem

Hij ziet drie oorzaken van de problemen in Frankrijk. Ten eerste verkeert de islam overal ter wereld in een crisis vanwege de tegenstellingen tussen het toegenomen radicalisme en het gematigd beleven van de godsdienst. Vervolgens zijn er de buitenlandse invloeden. Politieke krachten en privé-instellingen propageren radicale opvattingen als wahabisme en salafisme. Tenslotte steekt hij ook de hand in eigen boezem: Frankrijk heeft zijn eigen separatisme geschapen. De ‘gettoïsering’ heeft mensen met een bepaalde afkomst en sociale achtergrond geconcentreerd. Dat was oorspronkelijk met de beste bedoelingen, maar met ellende en armoede als gevolg.

De president stelt vijf groepen maatregelen voor om het probleem van de radicale islam aan te pakken. Daarbij roept hij de Fransen op tot een ‘mobilisatie van de hele natie, een Republikeins ontwaken’. De problemen zijn over vele decennia gegroeid. De oplossing kan niet in een paar jaar gebeuren.

De islam is alles

Alvorens Macrons voorstellen te beschrijven is het goed om even stil te staan bij zijn benoeming van het probleem. Hij zal immers zeker forse kritiek krijgen, allereerst uit islamitische hoek, maar ook uit de politiek-linkse. Daarom is het van belang om hier te benadrukken dat een groot aantal deskundigen uit islamitische hoek in Europa al jarenlang waarschuwen voor het gevaar dat Macron ziet.

Zo stelt de Franse schrijver en liberale moslim Tahar Ben Jelloun dat ‘moslims in het algemeen de scheiding van kerk en staat niet aanvaarden. Want voor hen is de islam alles, een godsdienst, een moraal, een wereldbeschouwing, een dagelijkse persoonlijke praktijk… De gelovige kan zich niet voorstellen dat een islamitisch land de moskee van de staat zou kunnen scheiden……’

Fundamentalisme

De in Israel als Arabier opgegroeide psychologe Ahmad Mansour benoemt de bredere context van de problemen waarvoor ‘linksen en liberalen’ graag blind zijn, namelijk ‘het groeien van een gevaarlijk fundamentalisme…, het buitensluiten van vrouwen als mensen van tweede rang, het opvoeden van kinderen via een pedagogie van angst, een vijandigheid tegenover seksualiteit, die tegelijkertijd seksualiteit ernstig taboeïseert, een letterlijk geloof, dat de Koran niet in zijn historische context begrijpt maar als een door Allah gedicteerde tekst. Dat leidt tot denken dat ‘…… autoriteit blindelings accepteert en ….de eigen verantwoordelijkheid…verafschuwt…’ Zo wordt ‘de jeugd vatbaar ….voor radicalisering.’

Volgens de in Libanon geboren en opgegroeide Duitse islamgeleerde Ralph Ghadban streven de dominerende conservatieve krachten onder moslims in Europa in een eerste fase naar een ongestoorde groei van de islamitische minderheid in de afscheiding, de Abschottung. In de tweede fase echter gaat het om de ‘overname van de meerderheidssamenleving’ zodra de minderheidsstatus is overwonnen. Daarbij worden ze geholpen door de overheersende ‘multi-culti’-ideologie in het Westen.’

De Duitse politicoloog Bassam Tibi schrijft dat tien procent van de moslims in Duitsland beroepsmatig en maatschappelijk zijn eingegliedert, negentig procent woont in parallelgemeenschappen. ‘De meesten willen er ook niet bijhoren.’

Neutraliteit

Macrons eerste pakket van maatregelen betreft het verzekeren van een strikte neutraliteit in de samenleving, via de openbare orde en niet alleen via het personeel van overheidsdiensten en overheidsbedrijven, maar ook bij ondernemingen die contractueel voor de overheid werken.

Een en ander zal verder worden uitgewerkt, bijvoorbeeld het stoppen van gescheiden toegang voor mannen en vrouwen in zwembaden en het dragen van uiterlijke religieuze symbolen. De neutraliteitsverplichting.

Zijn tweede pijler betreft verenigingen. Er zal zeer streng op worden toegezien dat die zich houden aan de wet. De grondslagen om verenigingen op te heffen (terrorisme, racisme, antisemitisme) worden uitgebreid met de aanval op de persoonlijke waardigheid en psychologische of fysieke dwang. Elke vereniging die subsidies ontvangt zal zich schriftelijk moeten verplichten de waarden van de Republiek te respecteren.

Buitenlandse invloeden stoppen

Een derde pilaar betreft de school. Momenteel krijgen meer dan 50.000 kinderen thuisonderwijs, vaak onder verdachte omstandigheden. Thuisonderwijs zal slechts uitzonderlijk kunnen plaatsvinden. Kinderen zullen vanaf drie jaar naar school moeten. Gemengd muziekonderwijs en zwemmen maken onderdeel uit van het schoolcurriculum.

Bij de vierde as gaat het om het opbouwen van een islam in Frankrijk ‘die in vrede kan leven met de Republiek’, alle regels van scheiding van kerk en staat respecterend en ertoe leidend dat alle verschillende stemmen in de islam vredig naast elkaar kunnen bestaan. Daarvoor is het nodig om buitenlandse invloeden te stoppen. Buitenlandse imams zullen niet langer in Frankrijk kunnen werken.

Imams zullen in Frankrijk worden opgeleid. De overheid zal ervoor zorgen dat financiering uit het buitenland doorzichtiger wordt. Maatregelen gaan er ook komen om ‘staatsgrepen’ door radicale moslims in moskeeën te voorkomen. De laatste pijler omvat een grote inspanning om het onderwijs en het sociale leven in de moeilijkste wijken te verbeteren en de buurtpolitie er te versterken.

Europese aanpak nodig

De problemen die Macron en islamitische waarnemers hierboven schetsen bestaan niet alleen in Frankrijk. Zij komen praktisch in alle Europese landen voor, met uitzondering van die in Oost-Europa.

De problematiek is ernstig. Voordien was Denemarken het enige Europese land met een samenhangend beleid om het ‘separatisme’ in de samenleving te bestrijden. Het is de hoogste tijd dat de andere Europese landen dat nu ook gaan doen. Wanneer zij daarbij ideeën en ervaringen actief uitwisselen zal dat de effectiviteit van elke nationale aanpak versterken.’

    
WILLEM-GERT ALDERSHOFF
Willem-Gert Aldershoff is voormalig afdelingshoofd bij de Europese Commissie en analist internationale politiek.
Foto’s (c) Gazet van Hove.