Een analyse door filosoof Alain de Benoist

Bestand: 20110402 De Benoist.png
Alain de Benoist – Foto (c) Thiois

Onze media schonken maar weinig of soms geen aandacht aan de talrijke dodelijke aanslagen die de jongste jaren behoorlijk vaak in de ons omringende landen (Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk…) plaatsvonden. Niet ten onrechte ontstond hierdoor de indruk dat men ze als een soort routineuze faits divers kon beschouwen. Iets dat nu eenmaal hoort bij het dagelijkse leven in het huidige West-Europa. De onthoofding van een leraar in een voorstad van Parijs, die de beruchte Mohamed cartoons van Charlie Hebdo in zijn klas had durven tonen, was echter zo spectaculair dat er deze keer in onze kranten wel eventjes bij stilgestaan werd. Maar toch niet al te overdreven. Geen enkele krant vond het bijvoorbeeld nodig om een commentaarstuk aan deze wrede moord te publiceren. Vergelijk met de commentaar over een of andere ‘omstreden’ uitspraak van Theo Francken of Tom Van Grieken!

Maar wat er ook van zij, we werden deze keer tenminste geïnformeerd over de emotionele reacties die deze aanslag over gans Frankrijk had uitgelokt en ook over wat president Macron hieromtrent had verklaard. Het viel onmiddellijk op dat hij deze keer minder gebruik maakte van de wollige en verdoezelende taal die we in gelijkaardige gevallen al zo vaak door Westerse regeringen hebben horen hanteren en dat de door hem aangekondigde maatregelen een stuk drastischer leken dan wat we op dat vlak gewoon zijn. Kortom, Vlaanderen was onder de indruk. We dachten dan ook dat onze lezers wel belangstelling zouden hebben voor wat de Franse politieke filosoof Alain de Benoist hierover dacht. Vandaar de vertaling van wat hij hieromtrent op de blog “ Les amis d’Alain de Benoist ” wist te vertellen, als antwoord op de vraag of hij het beleid van Macron met betrekking tot deze zaak positief evalueerde.

Alain de Benoist : “Je kan van Macron veel zeggen maar niet dat hij een idioot is. Sinds hij aan de macht is, heeft hij ongetwijfeld heel wat bijgeleerd en is hij zich ook bewust geworden van wat de Franse burgers in verband met bepaalde prangende problemen hic et nunc van het bewind verlangen. Dit gezegd zijnde, denk ik niet dat zijn verklaringen over die aanslag hem in staat zullen stellen om opnieuw de spelleider van de Frans politiek te worden. Het eerste probleem dat zich stelt, is dat van de door hem gebruikte terminologie. Macron maakt gewag van “islamitisch separatisme ” (1). Separatisme wordt doorgaans beschouwd als een synoniem van onafhankelijkheid. Maar de islamisten willen zich helemaal niet van Frankrijk afscheiden, ze willen Frankrijk in een alternatieve maatschappij dwingen. Een maatschappij die in overeenstemming zou zijn met hun geloof, hun levenswijze en hun tradities en deze dan zo wijd mogelijk uitbreiden. Dat is niet hetzelfde. We mogen niet vergeten dat Frankrijk weliswaar een lekenstaat is, maar dat dit niet geldt voor de civiele maatschappij. Het is die civiele maatschappij die het islamisme op het oog heeft om haar cultureel te overheersen. Dit wordt overigens zeer vergemakkelijkt omdat de liberale staat het secularisme uit de politiek heeft gehaald. Dit heeft tot gevolg dat de overheid machteloos staat tegenover een metapolitieke beïnvloeding. Men is zeer lang van mening geweest dat integratie een politieke, sociale en culturele zaak was. Het beschavingsparadigma werd gewoon over het hoofd gezien.

Macron bekijkt niet elk separatisme op dezelfde manier. Hij veroordeelt dat van de Corsicanen en dat van de Catalanen maar zegt de uitslag te eerbiedigen van een referendum dat door separatistische Kanaken uit Nieuw-Caledoniê wordt geëist en moedigt het separatisme van Hong Kong en van Nagorno-Karabach aan. Wanneer hij het in Frankrijk over separatisme heeft, bedoelt hij in feite het communautarisme, dat wat de vroegere minister van onderwijs Ferry een “militante communautaire betrokkenheid” noemde. Wat trouwens een even dubbelzinnige uitdrukking is. Macron die een “verlichte islam” wil doen ontstaan (hoop doet leven) hoedt er zich dan ook angstvallig voor om het woord ‘islamisme’ uit te spreken. Hij beweert een verbinding te willen tussen “de onveiligheid die door het terrorisme wordt veroorzaakt” enerzijds, en anderzijds de “doordeweekse onveiligheid”. Maar waaraan is die “doordeweekse onveiligheid” te wijten ? Het staatshoofd heeft zelfs het woord ‘immigratie’ niet in de mond durven nemen. Wat duidelijk aantoont dat het helemaal zijn bedoeling niet is om de diepere oorzaken aan te pakken van wat hij aan de kaak stelt. Hij weet immers maar al te goed dat indien hij dit zou wagen, hij op een veto zou botsen van rechters die zich aan de grondwet houden en van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.”

De politicoloog Fréderic Saint Clair merkte zeer terecht op dat “de republiek niet tot taak heeft een onderscheid te maken tussen een goede en een kwaadaardige islam of een verlichte islam in het leven te roepen. Dat moeten de islamieten zelf doen, indien ze dat willen…. De opdracht van de republiek is het politiek en cultureel kader van de natie te bepalen”. Het is bijzonder twijfelachtig dat men dit zou kunnen doen door lessen Arabisch te promoten, door zonder onderscheid de scholen die niet van de staat afhangen als schietschijf te nemen (katholieke instellingen incluis) of door het thuisonderwijs aan banden te leggen. Het is bovendien ook bijzonder onhandig zich te vergrijpen aan mensen die van mening zijn dat er wetten bestaan die superieur zijn aan die van de republiek. Voor christenen bijvoorbeeld die de “wetten van de natuur” hoger schatten dan de burgerlijke wetten zal abortus nooit legitiem zijn ook al is die ingreep perfect wettelijk.

Voor het overige hebben we hier vooral te maken met aankondigingspolitiek en met een paar maatregelen die wat strenger overkomen. Verder zal dit allemaal niet gaan.
(1) De Franse president had het merkwaardig genoeg meermaals over “islamitisch separatisme” i.p.v. islamitisch radicalisme

Vertaling : Francis Van den Eynde – (c) Knooppunt Delta vzw.

Foto’s (c) Gazet van Hove.