De NBB berekende de kosten en baten van migratie in België.
INTERVIEW – www.doorbraak.be – door Winny Matheeussen .

De langverwachte studie van de Nationale Bank van België (NBB) over de economische impact van immigratie in ons land is eindelijk verschenen. De studie werd in 2018 door toenmalig federaal minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) besteld. Ruim twee jaar later werd ze opgeleverd.

Asielcrisis grotendeels buiten studie

De NBB put voor deze studie uit de datagoudmijn van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid (KSZ) om te proberen  een analyse te maken van de impact van immigratie op de overheidsfinanciën. Ook keek de NBB naar de integratie van immigranten op de arbeidsmarkt. De studie gaat over de jaren 2009 tot 2016. Wel valt de asielcrisis daar grotendeels buiten, aangezien asielzoekers niet in de KSZ worden opgenomen tot ze een verblijfsstatuut hebben. Wie in 2015 aankwam, had vaak in 2016 nog niet zo’n statuut.

België scoort slecht op gebied van werkzaamheidsgraad en integratie op de arbeidsmarkt, vooral van niet-Europese migranten. Niettemin besluit de NBB toch dat de invloed van immigratie over de bestudeerde periode over het algemeen positief was voor het Belgische Bruto Binnenlands Product (BBP).

Tweede generatie draagt meer bij dan autochtone bevolking

Woordvoerster Sieghild Lacoere van het kabinet van Sammy Mahdi (CD&V, staatssecretaris Asiel en Migratie) vat het als volgt samen. ‘Het interessante aan de studie is dat er een positief effect is van immigratie, maar dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende categorieën.’

‘Wanneer het gaat over arbeid is dat niet de bevoegdheid van de staatssecretaris, maar de studie toont aan dat integratie van deze mensen nodig is en dat men bepaalde beleidsmaatregelen moet nemen om hen beter te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Mensen die een verblijfsstatuut hebben, mogen hier zijn. Dan is het de bedoeling dat je die ook beter kan activeren, zodanig dat ze nog meer kunnen bijdragen dan dat ze vandaag al doen. De cijfers die door de NBB worden gepresenteerd geven een kost weer. Die kost gaat niet over de persoon, maar over de mindere bijdrage die geleverd wordt. Er zijn allerlei redenen waarom die mensen minder bijdragen dan een autochtoon, maar het is duidelijk dat de tweede generatie wél meer bijdraagt dan de autochtone bevolking. Toch is het ook duidelijk dat er we blijvend moeten inzetten op de activering van mensen met een migratieachtergrond.’

Appelen en peren

Volgens Theo Francken bevestigt de studie wat de meeste mensen al jarenlang intuïtief aanvoelen. ‘De niet-Europese migratie kost handenvol belastinggeld. Dit geldt zéker voor de eerste generatie, maar ook voor de tweede. De NBB mag dan wel beweren dat de uitkomst van immigratie netto positief is, maar dat ligt enkel aan het feit dat de tweede generatie die zij meetellen nog jong is.’

‘Men vergelijkt hier eigenlijk appelen met peren. In de meeste economische impactstudies houdt men rekening met de kosten over de hele levensloop door te werken met de Net Present Value. Daar zit dan de verdisconteerde waarde van toekomstige kosten en inkomsten in verwerkt. Dat is hier niet gebeurd, zodat de impact van de jongere tweede generatie niet volledig werd meegenomen.’

Sam Van Rooy (Vlaams Belang) volgt Franckens analyse. Hij verduidelijk t: ‘De cijfers zijn eigenlijk heel duidelijk, maar de auteurs van de studie verwoorden het soms op zo’n manier dat het beter lijkt dan het is. Op een gegeven moment wordt er gesteld dat de netto-bijdrage van de tweede generatie hoger ligt dan die van de autochtonen. Wanneer je dat leest, knipper je toch even met de ogen, want dat wil zeggen dat zo’n migrant het beter doet dan de Belgen. Maar verder lees je dan dat die conclusie getrokken wordt — en dat geeft men toe — omdat de groep van de tweede generatie aanzienlijk jonger is dan de groep autochtonen waarmee die vergeleken wordt. De eerste groep is gemiddeld 28 jaar tegenover 44 bij de Belgen. Dat zijn dus inderdaad appelen en peren, een valse vergelijking.’

Wanneer ze die vergelijking correct maken, kom je op heel andere cijfers uit,’ vervolgt Van Rooy. ‘Ze doen dit op een bepaald punt ook. Je ziet dat bij een vergelijking in de groep van de mensen met een gemiddelde leeftijd van 42, de migranten van buiten de EU een gemiddelde kost met zich meebrengen van €2.500 terwijl de Belgen in die categorie aan een opbrengst komen van €300. Wanneer je dan de eindconclusie bekijkt, die ook in een tabel staat, dan lees je dat de gemiddelde autochtone werkende Belg op jaarbasis gemiddeld €10.500 oplevert. Dat is bijna dubbel zoveel als de tweede generatie migranten, die op €5.800 uitkomt. Bij de eerste generatie migranten van buiten de EU krijg je zelfs een negatief saldo van -€935. De conclusie is wat wij al decennia zeggen, namelijk dat niet-EU-migranten ons heel veel geld kosten.’

Aanklampende aanpak

Gert Eeraerts, adjunct-kabinetschef Integratie en Inburgering van Vlaams minister Bart Somers (Open Vld) stelt dat de problemen toch voornamelijk te vinden zijn bij de activeringsgraad. ‘We weten al langer dat mensen met een migratiegeschiedenis minder aan het werk zijn dan autochtonen. Maar we zien ook dat wanneer zij werken, zij bijdragen aan de economie en de draagkracht van onze samenleving. Voor zij die niet aan de slag zijn, loopt de kostprijs op. Daarom is het ook zo belangrijk dat we inzetten op meer activering. Wat de kritiek betreft van mijnheer Francken en mijnheer van Rooy : discussies over de methodiek moeten ze voeren met het onderzoeksteam. Ik kan daar geen uitspraken over doen. Over elke methodiek valt wel iets te zeggen. Wat voor ons belangrijk is, is dat de tweede generatie het beduidend beter doet dan de eerste generatie. Dat is hoopvol en daar moeten we verder op inzetten.’

‘Ik heb gezien dat de laatste cijfers in de studie dateren van 2016’, vervolgt Eeraerts. ‘Ik mag hopen dat we met de beleidsmaatregelen die we nu nemen verbetering in de situatie komt. Migranten die nu uit de asielprocedure komen, gaan binnen de twee maanden naar de VDAB geleid worden. Dat was in 2016 niet het geval. We gaan de lat gevoelig hoger leggen op het gebied van taalverwerving. Dat blijkt steeds een sleutelfactor te zijn voor de slaagkansen op de arbeidsmarkt. Wanneer mensen na het bereiken van taalniveau A2 nog geen job hebben gevonden, gaan wij hen verplichten om niveau B1 te bereiken. Dat ligt significant hoger.’

‘Een andere sleutelfactor is de erkenning van competenties. In de schoot van de Vlaamse regering hebben we dit samen met minister van Arbeid Crevits (CD&V) besloten dit probleem op te nemen, zodanig dat we mensen die over competenties beschikken als dusdanig kunnen erkennen om hen op het juiste niveau aan de slag te krijgen.’

Geen rekening gehouden met kostprijs illegaliteit

Francken ziet een grote ontbrekende groep die niet in de studie naar voren komt, omdat er enkel een beroep wordt gedaan op de KSZ. ‘Wat me echt opvalt als groot manco in deze studie is dat de kostprijs van illegaliteit niet wordt berekend. Die mensen zijn natuurlijk niet in de Kruispuntbank opgenomen, maar het gaat hier wel om een miljardenfactuur aan opvang en extra investeringen in veiligheid en justitie.’

Van Rooy treedt Francken daarin bij. ‘Het is een feit dat de kostprijs van de illegaliteit niet in de studie is opgenomen. Dat gaat inderdaad over een miljardenfactuur.’

Eeraerts merkte ook op dat die groep niet in de studie is opgenomen. ‘Ik heb dat ook vastgesteld, maar dat zullen ze eveneens met het onderzoeksteam moeten opnemen. Ik denk dat het dan ook een ander onderzoek wordt. Minister Somers moet beleid voeren naar de mensen toe die de procedures doorlopen hebben. Dat is onze doelgroep, waar we op het Vlaamse niveau mee aan de slag moeten. Vlaanderen moet trachten deze mensen te activeren. Het is evident dat het dan gaat over mensen die legaal in België vertoeven.’

BBP per capita daalt 

Voor Francken gaat het niet op dat de NBB spreekt over een positieve invloed van migratie op het Belgische BBP. ‘Dat gaat natuurlijk over een macro-economische visie. Tijdens de grote Europese asielcrisis van 2015-2016 steeg bijvoorbeeld het BBP van Duitsland fors omwille van de extra miljardenuitgaven voor asielopvang, bed, brood, bad, begeleiding, enz… We zagen op dat zelfde moment wél een daling van het BBP per capita. Dus een individuele verarming van de Duitser. Ik heb aan dit fenomeen destijds al een hoofdstuk aan gewijd in mijn boek Continent zonder grens.’

Van Rooy vindt dat de auteurs er hier de kantjes van af lopen. ‘Natuurlijk stijgt je BBP wanneer je steeds maar meer mensen binnenhaalt. Het BBP per capita stijgt daarom nog niet. Ik verwijs in deze altijd naar een studie van ING uit 2018 waarin ze de situatie van een aantal Vlaamse steden onder de loep nemen. Daaruit blijkt duidelijk dat de bevolkingsgroei, die voornamelijk het gevolg is van de massa-immigratie, in onze steden leidt tot een verarming. De toenemende sociale uitgaven lopen samen met een slinkende fiscale opbrengst : meer uitgaven, minder inkomsten. De fiscale basis wordt kleiner in verhouding tot de bevolkingsgroei.’

Australisch model

‘Deze studie,’ concludeert Francken, ‘toont in elk geval aan dat het essentieel is om in te blijven zetten op een hogere werkzaamheidsgraad en betere opleidingen en vormingen voor de migranten die hier al zijn. Voor zij die in de toekomst wensen te komen, moeten we werken aan een strengere migratiewetgeving en een Australisch asielmodel in de strijd tegen illegale migratie. Daar moeten we dringend mee aan de slag.’

Van Rooy ziet geen heil in enkel het invoeren van een Australisch asielmodel. ‘Dat zal niet volstaan. Dat zorgt er misschien voor dat de instroom kwalitatiever wordt, maar we hebben vooral nood aan een plafond. Wij kunnen massale immigratiestromen gewoon niet aan. Elke tien jaar komt er een stad ter grootte van Antwerpen bij. Dat is ontwrichtend voor zowat alle facetten in onze samenleving : onderwijs, mobiliteit, milieu en open ruimte, de zorgsector, …’

‘Verder moeten we ook duidelijk af van de beperkte marxistisch geïnspireerde blik op migratie. Het gaat niet alleen over opleidingsniveau en arbeidsvaardigheden. We moeten ook de component “cultuur” durven opnemen in het selectieproces. Mensen met een totaal tegengesteld maatschappijbeeld, dat haaks staat op onze normen en waarden, kan je niet simpel met enkele uren inburgeringstraject omvormen. Dat maakbaarheids-denken is catastrofaal voor onze samenleving.’

Beleid gaat ondertussen aan de slag

Eeraerts neemt de bevindingen van de studie op als een stimulus om het in het Vlaams regeerakkoord opgenomen beleid dringend uit te voeren. ‘Het federale niveau bepaalt de toegang tot ons land. Wij zijn verantwoordelijk voor de begeleiding en de activering, eens de migrant de toegangsprocedures heeft doorlopen. Nogmaals, het gaat hier steeds over mensen met een legale status. Vanaf dat moment gaan wij met hen heel actief aan de slag. Het regeerakkoord laat wat dat betreft aan duidelijkheid niets te wensen over.’

 
WINNY MATHEEUSSEN
Enige tijd geleden geboren, in de herfst. Momenteel levend.
Foto’s (c) Gazet van Hove.