De veiligheidsmaatregelen in de scholen lijken te werken.

10% van de coronabesmettingen bij jongeren vindt plaats op school. Dat blijkt uit cijfers van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s). Voor directeur Dr. Inge Van Trimpont van de permanente ondersteuningscel van de CLB’s gemeenschapsonderwijs is dat een argument om de scholen in alle veiligheid opnieuw te openen na de verlengde herfstvakantie. ‘De veiligheidsmaatregelen werken. Voorlopig blijkt niet dat de motor van de corona-epidemie zich in onze scholen bevindt’.

Beladen thema

In deze coronatijden is de beslissing van Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) om fysiek onderwijs in Vlaanderen te organiseren een beladen thema. Volgens critici zijn scholen broeihaarden van het coronavirus en stijgt het aantal besmettingen exponentieel sinds de scholen opnieuw open zijn. Dat leidde ertoe dat -18-jarigen een week extra herfstvakantie kregen om de epidemie af te remmen.

Het ligt onomstotelijk vast dat het aantal besmettingen in scholen sinds begin september fors gestegen is. De cijfers die de CLB’s zelf bijhouden tonen dat aan. Ter illustratie: de eerste twee weken van september tekende het CLB voor heel Vlaanderen 638 besmettingen bij leerlingen op, en 86 bij leerkrachten. De voorlaatste week van oktober waren die aantallen opgelopen tot respectievelijk 4.964 en 1.612.

Niet op school, wel thuis of in vrije tijd

Volgens Inge Van Trimpont, directeur en arts van de CLB’s van het gemeenschapsonderwijs, gaat daarbij echter een belangrijke nuance verloren. ‘Ik spreek graag in de voorwaardelijke wijs, want er zijn nu eenmaal veel onbekenden in deze epidemie. Maar uit het contactonderzoek dat het CLB zelf heeft opgezet blijkt net niet dat al die besmettingen op school plaatsvinden. 90% van de besmettingen die we achterhalen, blijkt buiten de schoolmuren te gebeuren. Ofwel in de gezinssituatie, ofwel bij het uitoefenen van vrijetijdsactiviteiten. Men kan dus niet zomaar zeggen dat scholen de motor van deze epidemie zijn,’ zo zegt Van Trimpont. ‘Eerder voelen scholen de gevolgen van wat er in de samenleving gebeurt’.

‘Van de 10 procent besmettingen die we tot de scholen kunnen terugbrengen, blijkt dat die hoofdzakelijk te wijten zijn aan de lessen lichamelijke opvoeding die niet in open lucht plaatsvinden, aan slecht verluchte refters en aan de leraarskamers. We denken dan ook dat onze veiligheidsmaatregelen werken. Mondmaskers voor leerlingen van het secundair onderwijs en leerkrachten leiden er zelfs toe dat we veel minder mensen in quarantaine moeten plaatsen. Dat zie je terug in de cijfers. De voorlopige cijfers van de laatste week van oktober zijn al gunstiger dan die van midden oktober.’

Sociaaleconomische kloof groeit

Van Trimpont wijst er op dat de besmettingen met het coronavirus bij leerlingen in grote mate een sociaaleconomisch verhaal zijn. ‘Er is al een sociaaleconomische kloof  in “normale tijden”. De coronacrisis vergroot deze nog. Bij armere gezinnen is quarantaine moeilijk omdat er bijvoorbeeld onvoldoende plaats is om de gezinsleden van elkaar te isoleren. Het risico is dan ook groter dat het virus in deze gezinnen sterker blijft circuleren.

‘De scholen openhouden is een moeilijke evenwichtsoefening’, zo zegt Van Trimpont nog. ‘Maar ik zou ervoor willen pleiten om volledig fysiek onderwijs te blijven organiseren voor de lagere scholen en de eerste graad van het secundair onderwijs. Het welbevinden bij kinderen gaat door afstandsonderwijs achteruit. We merken dat meldingen van moeilijke gezinssituaties exponentieel toenemen in tijden van lockdown. We blijven de situatie goed opvolgen en willen onze mening herzien wanneer nodig. Maar momenteel zijn er onvoldoende aanwijzingen dat de scholen de samenleving aansteken.’

op tijd verluchten
CHRISTOPHE DEGREEF

Foto’s (c) Gazet van Hove.