Groen behaalde in Brussel een duizelingwekkend resultaat. Als de partij dat succes herhaalt in 2024 zou dat de Vlaams-nationalisten wel eens in een lastig parket kunnen brengen.

Kunnen Franstalige stemmen voor Groen Vlaams-nationalistische meerderheid breken ?

De discussie over de verkeerstol bracht opnieuw de Vlaamse overfinanciering van Brussel onder de aandacht. In vergelijking met de andere twee gewesten krijgt het Brussels Gewest ruim één miljard euro extra, grotendeels betaald door Vlaanderen. Via de gemeenschapsbevoegdheden investeert Vlaanderen daarbovenop bijna één miljard Euro in Brussel. Alsof die financiële generositeit nog niet genoeg is geeft Vlaanderen daarbovenop een mooi politiek cadeau aan Brussel : drie gratis zetels in het Vlaams Parlement.

Brussel oververtegenwoordigd in Vlaams Parlement

Dat zit zo. Het Vlaams Parlement telt 124 zetels: 118 verkozen in het Vlaams Gewest en 6 verkozen in het Brussels Gewest. De 118 ‘Vlaamse’ zetels worden verdeeld over de vijf provinciale kieskringen, volgens het bevolkingscijfer. Maar de zes ‘Brusselse’ zetels liggen vast.

Stel nu even dat Brussel een gewone kieskring zou zijn, naast de vijf andere kieskringen. Dan zou ook Brussel een aantal zetels krijgen in verhouding tot de bevolking. Daarvoor moeten we ons baseren op het aantal Vlamingen in Brussel. Als we het aandeel van de geldige stemmen op de Nederlandstalige lijsten voor de Brusselse gewestverkiezingen (15,3%) extrapoleren naar de totale bevolking in Brussel, dan komen we uit bij ongeveer 186 000 Vlamingen.

Op basis van dat bevolkingscijfer krijgt Brussel slechts drie van de 124 zetels in het Vlaams Parlement. Met andere woorden, Brussel heeft drie zetels méér in het Vlaams Parlement dan waar het recht op heeft. Die sterke oververtegenwoordiging van Brussel in het Vlaams Parlement is de institutionele vertaling van de band tussen het Vlaams Gewest en de Brusselse Vlamingen. Daarom hebben de flaminganten daar in het verleden nooit moeilijk over gedaan. Maar in de huidige politieke constellatie zou dat cadeau aan Brussel ons wel eens lelijk parten kunnen spelen.

Groen scoort in Brussel

Dat heeft te maken met de manier waarop die zes zetels worden verkozen. Voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen de Brusselaars kiezen tussen de Nederlandstalige en de Franstalige lijsten. Die lijsten zijn, zoals bekend, verplicht ééntalig. Wie kiest voor de Nederlandstalige lijsten (dat is de hoger al vermelde 15,3%) dient daarnaast ook een stem uit te brengen voor het Vlaams Parlement.

Het is in 2019 wat tussen de plooien van het andere verkiezingsnieuws gevallen, maar het resultaat van die Vlaamse verkiezing in Brussel was heel opmerkelijk. Groen haalde zomaar liefst 28% van de stemmen. Op verre afstand volgde de N-VA met 19%. Nu scoort Groen traditioneel natuurlijk beter in de steden. Maar in geen enkele Vlaamse centrumstad haalt de partij zo een duizelingwekkend resultaat. Met die 28% kreeg Groen twee van de zes zetels (tegenover twee voor de N-VA, één voor Open Vld, en één voor sp.a-One Brussels).

Ik wees er hier eerder al op dat de N-VA in de kieskring Antwerpen veel geluk heeft gehad. Het scheelde geen haar of er was een zetel verschoven van de N-VA naar de sp.a. Maar ook in Brussel was het nipt. Met 274 stemmen extra zou Groen drie zetels gehaald hebben, en de N-VA slechts één. Op een totaal van slechts 66.963 Vlaamse stemmen in Brussel was dat wel minder nipt dan in Antwerpen. Maar toch, met een slechts licht verschillend resultaat in de kieskringen Antwerpen en Brussel hadden de Vivaldi-partijen vandaag een absolute meerderheid van 64 zetels in het Vlaams Parlement.

Bewuste strategie tegen Vlaams-nationale meerderheid ?

Wat is er in Brussel precies gebeurd ? De verdeling van de Vlaamse stemmen voor het Brussels Hoofdstedelijk Parlement toont een ietwat ander beeld. Groen haalt hier slechts 20,6%. Maar ongeveer één tiende van de stemmen gaat naar drie kleine progressieve partijen : de basis-democratische partij Agora (5,2%), Be.One, de partij van Dyab Abou Jahjah (4,3%), en de dierenrechtenpartij Dieranimal-NL (1%). Die drie partijen kwamen echter niet op voor het Vlaams Parlement. Hoogstwaarschijnlijk hebben de kiezers van die partijen voor het Vlaams Parlement dan maar hun toevlucht gezocht bij Groen en die partij naar de spectaculaire score van 28% gestuwd.

De kans is reëel dat Groen dit succes nog eens kan herhalen in 2024, en misschien zelfs beter kan doen. Elke Van den Brandt, minister van mobiliteit voor Groen, profileert zich sterk op de Brusselse verkeerstol. Op die manier mag ze Vlaanderen dan wel de gordijnen injagen, door de groenen in Brussel wordt ze op handen gedragen. Daarmee kan ze in 2024 ook appelleren aan de Ecolo-kiezers. Die zullen dan voor het Brussels Gewest voor haar stemmen en daarna ‘en stoemelings’ ook een keuze moeten maken voor het Vlaams Parlement, ongetwijfeld ook voor Groen.

Als uit de peilingen zou blijken dat de Vlaams-nationalisten een absolute meerderheid kunnen halen in het Vlaams Parlement, dan zou dat zelfs een bewuste strategie kunnen zijn van de ecologisten in Brussel. Door massaal op Groen te stemmen in de plaats van op Ecolo zouden ze die Vlaams-nationale meerderheid kunnen breken. Anderzijds zou dat dan wel ten koste gaan van Ecolo-zetels in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Het valt nog te bezien of de Ecolo-politici bereid zouden zijn om dit offer te brengen voor de Belgische zaak.

Verandering van biotoop

In het uiterste geval zou Groen op die manier alle zes Brusselse zetels in het Vlaams Parlement binnen kunnen halen. Voortgaand op de resultaten van 2019 zou Groen daarvoor 57.411 stemmen extra moeten halen. Dat is ontzettend veel ten opzichte van het huidige Nederlandstalige electoraat in Brussel (69.996), maar relatief weinig ten opzichte van het Franstalige electoraat (388.278). Slechts 14,8% van de Franstalige kiezers zou de stap naar het Nederlandstalige Groen moeten zetten. Natuurlijk kunnen ook de traditionele partijen in Brussel die strategie aanwenden om de kans op een Vlaams-nationale zetelmeerderheid in het Vlaams Parlement te verkleinen. Maar bij Ecolo-Groen lijkt me de kans daarop het grootst, én omwille van het profiel van Elke Van den Brandt, én omdat Ecolo-Groen de meest militant unitaristische partij is.

In Brussel vormt het Vlaamse electoraat een kleine vijver naast de zee van Franstalige stemmen. Als het water van de zee in de vijver begint te stromen, dan krijg je daar meteen een heel andere biotoop (om het maar eens in groene termen te stellen). In het verleden waren het de Vlaams-nationalisten die daarvan hebben proberen te profiteren. Vanaf het einde van de jaren negentig was het de strategie van het Vlaams Blok om door het aantrekken van Franstalige stemmen een meerderheid te bekomen in de Nederlandse taalgroep van het Brussels parlement. Zo zou de partij de Brusselse regeringsvorming kunnen blokkeren. Dat is echter nooit gelukt.

De N/F-drempel

Recenter heeft de N-VA hetzelfde geprobeerd. Jan Jambon en Theo Francken waren redelijk populair onder de Franstaligen. De N-VA zag dat als een troefkaart om Franstalige stemmen te kunnen aantrekken in Brussel en zo incontournable te worden voor de Brusselse regeringsvorming. Begin 2018 argumenteerde ik hier al dat dit niet zo evident zou zijn. Ik wees toen onder meer op de zogenaamde ‘N/F-drempel’ voor de Franstalige kiezers om de stap te zetten naar Nederlandstalige lijsten. Voor de Brusselse verkiezingen moesten de kiezers eerst aangeven of ze willen kiezen voor een partij van de Franse (F) dan wel van de Nederlandse (N) taalgroep. Veel Franstaligen zullen uit gewoonte voor ‘F’ kiezen en vervolgens geen N-VA aantreffen in de lijst van partijen, schreef ik toen.

Die kwestie was ook toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon niet ontgaan. Hij zorgde ervoor dat de kiezers op het scherm al meteen een preview te zien kregen van de lijsten die achter de ‘F’ en de ‘N’ schuil gingen. De kiezers die voor de N-VA wilden stemmen zagen dus meteen dat ze voor ‘N’ moesten kiezen. Dit heeft echter niet veel geholpen. Er heeft geen ‘Jambon/Francken’-effect gespeeld en het N-VA-percentage in Brussel was niet beduidend beter dan in 2014. Het wegnemen van de ‘N/F-drempel’ heeft allicht wel bijgedragen tot het hogere percentage Nederlandstalige stemmen in Brussel (dat is gestegen van 12,4% in 2014 naar 15,3% in 2019). Dat heeft echter niet in het voordeel gespeeld van de N-VA, maar wel van Groen.

Zonder die drempel zal er ook in 2024 meer groen water van de Franstalige zee in de Vlaamse vijver kunnen stromen. Je zou je dan ook kunnen afvragen of die ‘N/F-drempel’ niet beter was blijven bestaan. Al is dat natuurlijk gemakkelijke achterafpraat. Het probleem ten gronde is dat politiek Brussel steeds verder wegdrijft van de rest van Vlaanderen. Die evolutie is al lang bezig, maar lijkt nu in een stroomversnelling te komen. In 2024 zou dat de Vlaams-nationalisten wel eens de das om kunnen doen.

 
BART MADDENS

Bart Maddens is politicoloog en germanist.