Zaterdag vond er een Vraag-en-Antwoord-sessie plaats met de taskforce voor de vaccinatiestrategie. Journalisten kregen er de gelegenheid om vragen te stellen aan de groep experts. Een eerste vraag ging over fase Ia, de vaccinatie in de Woonzorgcentra (WZC). Dirk Ramaekers, voorzitter van de taskforce en directeur van het Virga Jesse ziekenhuis te Hasselt, legt uit hoe die fase gaat verlopen.

Het personeel in de WZC gaat gevaccineerd worden via de arbeidsgeneeskundige dienst. Wat de bewoners betreft zullen de verpleegkundigen deze taak op zich nemen, onder toezicht van de coördinerende arts (CA) van het WZC. Het is de bedoeling dat we in de WZC’s iedereen op hetzelfde moment gaan meenemen, dus zowel het personeel als de bewoners. De operationele procedures zullen deze maand nog getest worden. Natuurlijk is het zo dat wanneer we niet over genoeg vaccins zouden beschikken, er een fasering kan worden ingevoerd. Maar momenteel is daar geen sprake van. De complexiteit neemt toe wanneer we met verschillende leveringen per WZC moeten werken. We gaan dit zeker trachten te vermijden.’

Vaccinnet+ gaat belangrijke rol spelen 

‘Wat de registratie betreft in Vaccinnet+ (de Vlaamse vaccinatiedatabank), zit alles op schema. Vanaf januari kan Vaccinnet+ in heel België gebruikt worden. Men kan dan op het einde van een vaccinatiedag de volledige tabel met gevaccineerden opladen in het systeem. De registratie gaat op deze manier efficiënt verlopen.’

Jean-Michel Dogné, expert farmacovigilantie bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), benoemd tot lid van het Global Advisory Committee on Vaccine Safety van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), benadrukt het belang van deze database. ‘We hebben lessen getrokken uit de vaccinatiecampagne voor de Mexicaanse griep. We houden nu bij wie welk vaccin krijgt, met registratie van het lot waar het deel van uitmaakt. Zo kunnen we ook op het niveau van de verschillende loten bijwerkingen opsporen. We gaan dankzij Vaccinnet+ heel goed kunnen opvolgen hoe de campagne verloopt en mogelijke bijwerkingen traceren om er lessen uit te trekken. Dit is ook naar de toekomst toe voor andere vaccinaties een belangrijk instrument.’

Pfizer komt terug op initiële belofte

Pfizer kondigde ondertussen aan dat de beloofde eerste levering aanzienlijk kleiner gaat zijn dan voorzien. Ramaekers heeft dit ook vernomen, maar ziet geen direct probleem.

‘De eerste levering van Pfizer gaat geen 600 000 dosissen (goed voor 300 000 vaccinaties) bedragen, maar slechts iets meer dan 300 000. Tegelijkertijd hebben we wel van Pfizer vernomen dat zij verwachten tegen eind februari de opgelopen achterstand te hebben ingelopen. Voor onze vaccinatiestrategie betekent dit eigenlijk niet zo veel : er is geen wiel afgelopen. Wanneer Pfizer de nu gemaakte belofte nakomt, is dit geen drama en hebben we voldoende vaccins om fase Ia — rusthuizen en gezondheidswerkers — uit te voeren. In de praktijk gaat de impact dus eerder beperkt zijn. We gaan misschien iets langzamer starten, maar tegen eind februari is de langzamere opstart terug ingelopen.

Pierre Van Damme, prof infectieziektes en vaccinologie aan de Universiteit Antwerpen, pikt in op het antwoord van Ramaekers. ‘We moeten het doen met de info waarover we beschikken, maar op basis daarvan komt de start op 5 januari niet in het gedrang. Ik denk dat dat het belangrijkste is. We gaan wat trager moeten opstarten maar dit zal binnen de eerste drie maanden zijn ingehaald. Deze situatie geldt overigens niet enkel voor België, maar voor alle Europese landen die deelnemen aan de gezamenlijke aankoop van vaccins’.

Xavier De Cuyper, administrateur-generaal bij het FAGG, beaamt dit. ‘Inderdaad. We zullen iets trager moeten aanvangen door de kleinere initiële levering. Vanaf februari gaan we dan in een ritme komen van tussen de 200 000 à 250 000 vaccinaties per maand’.

Hoe lang gaat dit duren…

Wanneer we gaan rekenen met 250 000 vaccins per maand en vier miljoen te vaccineren kwetsbare personen, dan zijn we al snel zestien maanden bezig. We zitten dan nog steeds niet aan een vaccinatiegraad van 70%. Gaat dit allemaal niet veel trager dan verhoopt ?

Ramaekers benadrukt dat die 250 000 vaccins per maand enkel geldt voor de eerste maanden. ‘Onze huidige informatie toont dat, eens we de eerste fase doorlopen hebben, we ook meer vaccins ter beschikking gaan hebben. Ik wil hier enkel heel voorzichtig over communiceren, want we hebben daar nu te weinig zekerheid rond. Wat we horen van de producenten is dat de productie vanaf maart-april substantieel gaat toenemen. Daar komt nog bij dat we tegen dan ook bijkomende vaccins zullen hebben die goedgekeurd zijn. Op dit moment is dat echter onzeker en kunnen we enkel met voorzichtige schattingen werken. Vanaf we hier zekerheid over hebben gaan we dat ook duidelijk communiceren’.

Van Damme wil daar nog iets aan toevoegen. ‘Naarmate we verder opschuiven in de campagne, zorgen we ook voor een efficiëntere uitrol. Vanaf we meer vaccins beschikbaar hebben gaan we ook werken met vaccinatiecentra, waardoor de frequentie van vaccinatie kan worden opgedreven. Daardoor gaan we sneller kunnen werken en gaan we ook minder tijd nodig hebben om de vaccins toe te dienen. We gaan het dus niet over zoveel maanden moeten uitsmeren. Maar we zijn natuurlijk wel afhankelijk van het aantal beschikbare vaccins. Het ziet er naar uit dat dat aantal in de nabije toekomst gaat toenemen. De flexibiliteit om meer te vaccineren naarmate er meer vaccins beschikbaar zijn, is in het plan opgenomen’.

Werking en bijwerking

Wat betreft de vragen over de werking, eventuele bijwerkingen en de duur van de bescherming van de vaccins komt de toelichting van Jean-Michel Dogné. ‘Er staat een uitgebreide FAQ-lijst op de website van het FAGG. Daar vind je al veel antwoorden. We hebben al veel gegevens over de werking en de eventuele bijwerkingen van het goedgekeurde vaccin van Pfizer. Daar gaat het over een testgroep van 20.000 gevaccineerden en 20.000 placebo-ontvangers’.

‘De opvolgstudies op langere termijn lopen parallel met de uitrol van de vaccinatie, maar momenteel hebben we wel een goed beeld op de effectieve werking van het vaccin. Wat de bijwerkingen betreft, die beperken zich tot wat we eigenlijk zien bij andere gelijkaardige vaccins. Het gaat dan om mogelijke irritatie en pijn op de plaats van injectie en symptomen van vermoeidheid en een licht grieperig gevoel. De neveneffecten zijn eerder licht en wegen zeker niet op tegen de voordelen van een vaccinatie’.

Duur immunisatie en virusoverdracht

‘Over de duurtijd van de bescherming kunnen we nog niet veel zeggen’, geeft Dogné toe. ‘Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. De opvolgstudies daaromtrent lopen en we volgen die ook goed op. Momenteel zijn we zeker van een bescherming van minstens twee maanden. We houden nauwlettend in de gaten wanneer de immuniteit gaat afnemen. Dit onderzoek gebeurt zowel op internationaal als nationaal niveau, door de overheidsinstanties zowel als door de farmaceutische industrie zelf’.

De grote vraag is of de vaccins ook gaan verhinderen dat mensen het virus nog overdragen. Dogné erkent het belang van die vraag, maar kan er geen antwoord op geven. ‘Over de impact op het risico van het overdragen van het virus zijn momenteel gewoon geen gegevens bekend. Zolang we daar geen gegevens over hebben is het dan ook belangrijk dat iedereen zich aan de regels van social distancing en mondmaskerdracht houdt’.

Dogné wil er wel nog aan toevoegen dat al deze zaken ook gelden voor andere nieuwe vaccins. ‘Er is echter één belangrijk verschil. Door de snelle ontwikkeling die we nu gezien hebben, heeft men met aanzienlijk grotere groepen testpersonen gewerkt dan normaal het geval zou zijn. Dat moet de kortere tijdspanne compenseren. Daar komt bij dat de opvolging van de gevaccineerden nog nooit zo intensief is geweest dan nu het geval is. Voor de veiligheid is dit heel belangrijk en ik wil dit extra benadrukken. Dat zie je ook aan de snelle reactie van de betrokken diensten op de allergische reacties die zich voordeden tijdens de eerste vaccinatieweek in het Verenigd Koninkrijk’.

Leren uit ervaring anderen

Sint-Jozefziekenhuis Mortsel

In het VK wordt nu aangeraden om niet alle personeel gelijktijdig te vaccineren. Dit om te voorkomen dat er een te grote personeelsuitval is bij eventuele neveneffecten. Volgens Ramaekers wordt dit nu ook bij ons nader bekeken. ‘We willen leren uit de ervaringen van andere landen. Misschien is het nodig om ook in de WZC’s niet iedereen op dezelfde dag te vaccineren, net om te grote personeelsuitval te vermijden. We overwegen om de hele groep per WZC te spreiden over twee kort op elkaar volgende dagen. Voor ons komt dat neer op een vaccinatie op hetzelfde moment, omdat dit wel kan gebeuren met één en dezelfde levering’.

Dogné ziet in de ervaringen in het VK een hoopvol teken. ‘Hieruit blijkt dat we echt internationaal aan de slag zijn met dit virus. Ondanks de brexit verloopt de gegevensuitwisseling vlot en transparant. Voor het virus, maar ook voor de aanpak ervan, bestaan geen grenzen‘.

WINNY MATHEEUSSEN
Enige tijd geleden geboren, in de herfst. Momenteel levend.
Foto’s (c) Gazet van Hove.