Wie een woning in het buitenland bezit, heeft geen recht op een sociale huurwoning. De Vlaamse regering trekt 5 miljoen euro uit om de strijd tegen deze vorm van sociale fraude op te voeren. Met dat geld wil de regering sociale huisvestigingsmaatschappijen aansporen om beter te onderzoeken of huurders vastgoed in het buitenland bezitten. In deze aflevering van Doorbraak Radio geeft Matthias Diependaele (N-VA), minister van Wonen, meer uitleg over dit nieuwe beleid.

Controle op buitenlands vermogen

Wie vastgoed heeft in het buitenland, is eigenlijk te vermogend en verliest zijn recht op een sociale woning. Binnen België is dat natuurlijk eenvoudig te controleren. In het kadaster staat duidelijk aangegeven wie welke huizen en gronden bezit. Maar voor bezittingen in het buitenland was dit vroeger niet te controleren. Daar komt nu verandering in. Er verandert niets aan de wetgeving, benadrukt Diependaele. ‘De regel dat men geen eigendom in het buitenland mag hebben bestond al.’

De Vlaamse regering wil nu dat buitenlandse vermogen op eenzelfde manier behandeld wordt als binnenlands vermogen en trekt daarvoor 5 miljoen euro uit. De sociale bijdragen moeten terechtkomen bij wie door echt nood aan heeft, vindt Diependaele. Het toepassen van deze regelgeving in de praktijk is dus het herstellen van het solidariteitsprincipe en een zaak van rechtvaardigheid. Sociale woningen moeten gaan naar wie ze nodig heeft.

Lange wachtlijsten

De wachtlijsten voor een sociale woning zijn lang, en worden alleen maar langer. Het is niet zo dat het probleem aan de onderkant van de samenleving groter is geworden, zegt Diependaele. ‘De lijst is vooral langer geworden doordat de voorwaarden voor een sociale woning enkele jaren geleden versoepeld zijn.’ Als samenleving moeten we er voor zorgen dat deze mensen een sociale woning krijgen, ongeacht hoe lang de lijst is. De bouwsector moet natuurlijk ook kunnen volgen : het duurt even voor er nieuwe sociale woningen kunnen bijgebouwd worden.

De Vlaamse overheid is overigens ook niet de eigenaar van de sociale woningen. ‘De sociale huisvestigingsmaatschappijen zijn autonome bedrijven die woningen bouwen. De Vlaamse overheid geeft daarvoor leningen.’ Het zijn dus ook de sociale huisvestigingsmaatschappijen zelf die onderzoek zullen voeren naar vermogen in het buitenland, ondersteund door Vlaamse subsidies.

Een moeilijke uitdaging

Subsidies of niet, controleren op vermogen in het buitenland blijft een moeilijke uitdaging. Het is niet evident om van elk land informatie te krijgen, zegt Diependaele. In Nederland wordt er gewerkt met privéonderzoeksbureaus. Die gaan op vraag van een huisvestigingsmaatschappij of een gemeentebestuur in buitenlandse kadasters snuisteren. ‘Het gaat hier voor alle duidelijkheid niet om detectivewerk.’ Aan dit systeem is wel een grote kost verbonden, maar dat betaalt zichzelf terug doordat de mensen die buitenlands eigendom bezitten de toeslag die ze kregen moeten terugbetalen.

Geen systematische controle

De controle zal niet systematisch gebeuren, maar enkel wanneer er een vermoeden bestaat. Dit systematisch toepassen voor alle sociale huurders is onmogelijk en veel te duur, zegt Diependaele. Uit de praktijk blijkt dat vermoedens vaak kloppen en dat dit systeem dus succesvol kan zijn. ‘De ervaring uit Antwerpen, Lier en Hamme — waar dergelijk onderzoek naar sociale fraude eerder gebeurde — toont aan dat vermoedens vaak kloppen. Daardoor komen we op een slaagpercentage van 40 à 50%.’ Voor fraudeonderzoek is dat bijzonder hoog.

De wachtlijst zal hierdoor niet weggewerkt worden, zegt Diependaele. Maar er komen wel heel wat sociale woningen vrij voor mensen die dit echt nodig hebben. Het is ook belangrijk om te benadrukken dat wie sociale fraude pleegt niet enkel onmiddellijk uit de sociale woning wordt gezet, maar dat de jarenlange kortingen op de huurprijs ook teruggevorderd worden.

Is dit een heksenjacht ?

Critici noemen dit controlesysteem op buitenlandse eigendommen een heksenjacht, vooral dan op personen met een migratieachtergrond. Diependaele weerlegt deze kritiek. ‘Dit systeem is op iedereen van toepassing, ook op Vlamingen zonder migratieachtergrond die vastgoed in het buitenland bezitten.’

Verder is dit systeem ook geen zwart-wit verhaal. ‘Wie plots een eigendom in het buitenland erft, zal niet meteen uit zijn sociale woning worden gezet.’ Sociale huurders hebben in dit geval een jaar de tijd om het geërfde eigendom te verkopen. Er wordt telkens een afweging gemaakt door de sociale verhuurder, benadrukt Diependaele. ‘Het is niet de bedoeling om een kliklijn in de praktijk te brengen.’

Auteur artikel : Rani De Leeneer.

vroegere Veldkantvoetweg, Hove

Foto’s (c) Gazet van Hove.