door Filip Van Laenen in ’t Pallieterke .

Op de redactie van De Standaard ziet men de toekomst opnieuw rooskleurig in. De Duitse groenen doen het de laatste tijd immers goed in de peilingen, en dus deed Ruud Goossens afgelopen weekend een poging om Groen-voorzitster Meyrem Almaci op het juiste pad te zetten.
M. Almaci

We denken echter dat er uit de Duitse peilingen weinig lessen te trekken vallen voor Groen, als je niet bereid bent om ook enkele ongemakkelijke waarheden over groene partijen in andere landen onder ogen te zien.

Duitse realo’s en fundi’s

Ja, de Duitse groenen doen het op dit ogenblik goed in de peilingen. Maar dat ligt misschien vooral aan het feit dat de SPD hoe langer hoe minder voorstelt, FDP weinig te vertellen heeft, en de top van de CDU verleden week besloot dat ze nog liever met haar eigen voorzitter een verkiezingsnederlaag voor de Union tegemoet gaat dan het kanselierschap aan de CSU te gunnen. Dan helpt het natuurlijk dat de kanselierskandidaat van de Grünen een zogenaamde “realo” is. Als daar voor Meyrem Almaci één les uit te trekken valt, dan wel dat ze in het belang van de partij beter de voorzittersverkiezingen verloren had tegen Björn Rzoska.

Maar als de Duitse groenen deze herfst de volgende kanselier mogen leveren, valt het nog te bezien hoe lang de Duitse groene droom stand zal kunnen houden. Zullen de groene ministerportefeuilles in de volgende Duitse regering dan uitsluitend naar realo’s gaan? Indien niet is het slechts een kwestie van tijd voor de duikvlucht in de peilingen ingezet wordt.

Separatistische Scottish Greens

Schotse groenen zijn voor onafhankelijkheid

Kijken we liever eens naar een andere groene partij die het goed doet in de peilingen, en die volgende week al het verdict van de kiezer zal ondergaan: de Schotse groenen. Die partij is uiteraard ecologische gezind, en wat het sociaal-economische betreft één en al woke, zoals het hoort aan de linkerzijde in een Angelsaksisch land. Maar opmerkelijk: de Schotse groenen zijn onvoorwaardelijk voorstander van Schotse onafhankelijkheid. Dat was trouwens ook de reden waarom de partij zich in 1990 afscheurde van de Britse groene partij.

In 2017 haalde de partij bij de regionale verkiezingen 6,6 procent van de stemmen. Als we de peilingen mogen geloven gaat de partij op 6 mei vooruit tot wel tien procent. Vergelijk dat met de even woke maar Britse Liberal Democrats, die in de laatste peilingen consequent het onderspit moeten delven tegen de groenen. We denken dan ook dat het succes van de Schotse groenen meer te maken heeft met hun standpunt over onafhankelijkheid dan de Vlaamse groenen lief is.

Autohaat van de veganistische grønne

Een groene partij die het minder goed doet in de peilingen, en in september het oordeel van de kiezer zal moeten ondergaan, is de Noorse Miljøpartiet De Grønne. Bij de lokale verkiezingen in 2019 haalde de partij nog 6,8 procent van de stemmen, en kwam daarmee onder meer in het stadsbestuur van de hoofdstad Oslo. Sindsdien gaat het met de partij gestaag bergaf in de peilingen, om tegenwoordig rond de kiesdrempel van vier procent te zweven.

Naar een reden hoeft niet ver gezocht te worden : de partij haat auto’s. In de binnenstad van Oslo wil ze zo snel mogelijk auto’s die op fossiele brandstof rijden verbieden, en binnen de ring kom je daar inderdaad nog mee weg bij een bepaald kiespubliek. Maar de partij wil dat verbod uitbreiden voor heel Noorwegen. Niet echt realistisch in een land met enorm grote afstanden, maar de stedelijke bobo-partij laat zich liever niet afleiden door de echte problemen van echte mensen die echt moet werken om de kost te verdienen. Ondertussen is de partij met haar standpunt wel levende reclame voor de centrum-populistische Senterpartiet, die van de weeromstuit het recht op het bezit van een fossiele auto verdedigt, en daarmee hoge toppen scheert in de peilingen.

Nog een programmapunt dat het goed doet in de stad, maar het platteland op stang jaagt: de halvering van de veestapel en het verbod op reclame voor vleesproducten. En als het even kan, zullen zelfs een plakje kaas, een hardgekookt ei of een glas melk minstens één dag per week niet meer mogelijk zijn in de overheidskantines, want dan moet het veganistisch. Voor sommige bobo’s in overheidsdienst zou dat wel eens een pijnlijk ontwaken kunnen worden bij de lunch.

Het cyclisme van groene partijen

eens in de regering, verschrompelen ze

Groene partijen zijn een fundamenteel cyclisch fenomeen. In de oppositie kunnen ze het goed doen, maar eens aan de macht jagen ze zoveel mensen tegen zich in het harnas, dat ze bij de eerstvolgende verkiezing gedecimeerd worden. In Noorwegen is de groene partij trouwens goed op weg om dat reeds voor mekaar te krijgen zonder nationaal in de regering te zitten, eenvoudigweg door hun arrogante stijl in de hoofdstad.

Het staat Ruud Goossens en de rest van De Standaard vrij om onverholen hoop te putten uit Duitse peilingen en wie weet ook een verkiezingsuitslag. Maar laat de Grünen de Duitsers hun worsten en hun auto’s afnemen, en het groene sprookje is alweer uit. Ook in Vlaanderen, het land van de biefsteak-friet en mijn-wagen-mijn-vrijheid, is Groen gedoemd snel weer kopje onder te gaan. Covid-19 heeft alleen voor een jaartje uitstel van executie gezorgd.

Foto’s (c) Gazet van Hove – cover : Schotse groenen zijn voor separatisme.