door Pieter Vandermoere in ’t Pallieterke .

“De pers en de publieke opinie schipperen tussen enerzijds minachting en spot voor een dienst waarvan ze denken dat die bestaat uit een bende prutsers met een alcoholprobleem, en anderzijds ontzag en vrees voor een machtig alziend oog met verregaande en efficiënte capaciteiten.” Het citaat van historicus Kenneth Lasoen geeft treffend weer hoe het beeld over de Staatsveiligheid lijkt op “De Collega’s” ofwel een verzameling James Bond-klonen.

Over de activiteiten van individuele agenten licht de schrijver zelden de sluier. Hij focust eerder op de vaak moeilijke verhouding van de Staatsveiligheid met de politiek. Of op de flinterdunne grens tussen wettelijkheid en vrijheid van opereren. Maar tegelijk is de auteur niet vies om de verscheidene schandalen waarmee de dienst te maken kreeg, tegen het licht te houden.

Terwijl de meeste Europese landen pas een eeuw geleden een nationale veiligheidsdienst oprichtten, kent België al sinds zijn stichting een dergelijk overheidsapparaat. Samen met het Vaticaan behoort het daarmee tot de oudste wereldwijd. Beducht voor de brede orangistische steun onder de bevolking en bevreesd voor een militaire invasie uit het noorden, had hij meteen al de handen vol om de jonge staat te behoeden voor interne en externe gevaren. De liberale grondwet zorgde er daarnaast voor dat anarchisten en communisten genre Marx en Lenin tijdelijk onderdak zochten in Brussel. Men wou vermijden dat hun ideeën hier tot revoluties zouden leiden.

Besparingen in woelige tijden

NAVO

De strategische ligging van België zorgde er bovendien voor dat het als transitland niets van zijn militaire aantrekkelijkheid had verloren. Men moest dus alert zijn voor troepenbewegingen aan de grens of alarmerend nieuws uit de hoofdstad van de buurlanden. Daarenboven huisvest Brussel zowel de hoofdkwartieren van de EU en de NAVO. Dat zorgt ervoor dat de hoofdstad een broeihaard is van spionage. Het opzetten van eigen contraspionage en samenwerking met geallieerde collega-diensten leek de voorbije eeuw dan ook de evidentie.

In de praktijk schetst auteur Lasoen hoe België ook door de CIA zelf wordt bespioneerd en hoe de Staatsveiligheid en Rijkswacht elkaar geregeld de loef afstaken. In een multipolaire wereld met nieuwe vormen van terreur (islam, cyberaanvallen) kampen de veiligheidsdiensten met verouderde en gebrekkig gefinancierde faciliteiten. Tekenend is dat de regering-Michel bij haar aantreden een lineaire besparing aankondigde om amper een jaar later getroffen te worden door meerdere aanslagen in Zaventem en Brussel. Toen de Staatsveiligheid waarschuwde voor het risico dat een Chinees staatsbedrijf (State Grid) wenste te participeren in een strategische onderneming als Eandis, reageerde de politiek laconiek-onverschillig.

Maatschappelijk debat

Voorpost : interesse van Staatsveiligheid …

De veiligheid van onze samenleving is nochtans voldoende belangrijk om ze enerzijds voldoende te controleren en anderzijds adequaat te ondersteunen. De schrijver besteedt terecht aandacht aan de pertinente aloude vraag : “Wie bewaakt de bewakers ?” De Staatsveiligheid dient immers geen louter politieke benoemingsmachine te zijn of een instrument om de politieke oppositie te bespioneren. De Vlaamse Beweging heeft in het verleden en heden te vaak de donkere schaduw van diezelfde Staatsveiligheid over zich heen gevoeld. Moet de dienst zich niet schikken naar de wens van een groeiend deel van de Vlaamse kiezer in plaats van de Belgische heren van het verleden te blijven dienen ?

Het boek toont duidelijk aan dat het pad van de veiligheidsdiensten zeker niet over rozen liep. Het is de verdienste van de schrijver om de rol van de diensten ook aan een maatschappelijk debat te willen onderwerpen. Het gevaar is namelijk dat de Staatsveiligheid zich verzelfstandigt en hult in geheimdoenerij, terwijl ze met de nodige democratische controle onze samenleving dient te behoeden voor bedreigingen in binnen- en buitenland. Me dunkt dat deze in overvloed aanwezig zijn.

Kenneth Lasoen, “Geheim België – De geschiedenis van de inlichtingendiensten 1830-2020”, uitgeverij Lannoo, 2020, 416 blz., 24,99 euro, ISBN : 978 940 1458 19 1.

coverfoto : Stasi, geheime dienst van wijlen de DDR.