door Redactie Binnenland. (c) ’t Pallieterke

“Met deze regering is het ‘game over’ voor de werkgevers.” PS-voorzitter Paul Magnette gaf er in de aanloop naar 1 mei traditiegetrouw nog een lap op. Hij sloot zich aan bij het voorstel van Vooruit-voorzitter Conner Rousseau om een stop te zetten in de uitbetaling van dividenden aan aandeelhouders indien de lonen bovenop de index van 2,8 procent enkel met 0,4 procent mogen stijgen. Er komt een royalere loonstijging dan de werkgevers wensen, zegt Magnette.

Maakt Decroo zich nu al op voor een international landingsbaan ? 

Wat voor de nodige ergernis zorgde in Vlaanderen en het beeld versterkte dat de PS de echte baas is in de federale regering. Tenslotte liggen de verhogingen van de sociale uitgaven en de evolutie richting 1.500 euro minimumpensioen al vast. De eerste maanden van Vivaldi werd er met de steun van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) al een effectentaks-bis door het parlement gesleurd. Ondertussen zit de Open Vld erbij en kijkt ernaar. Net als in de regering-Di Rupo (2011-2014) valt er voor de Vlaamse liberalen weinig eer te halen. De PS regisseert Vivaldi en het lijkt erop dat premier Alexander De Croo (Open Vld) zich nu al aan het klaarstomen is voor een internationale post wanneer hij geen premier meer is. Op sociale media post hij met graagte foto’s van videoconferenties met Europese en internationale leiders.

Bouchez wil de PS doen vergeten

Maar schijn bedriegt. De PS voelt zich niet altijd comfortabel in de Vivaldi-regering, ook al weegt de partij sterk op het beleid. Dat heeft te maken met het feit dat voorzitter Magnette van buiten de regering een uitgesproken links profiel moet aannemen om zo de extreemlinkse PTB/PVDA de wind uit de zeilen te halen. Aan de andere kant nemen vice-premier Pierre-Yves Dermagne en staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine in de regering eerder een bezadigde houding aan. Een moeilijke spreidstand voor de PS.

Tegelijk is er de politieke aartsvijand Georges-Louis Bouchez. De MR-voorzitter blijft de andere regeringspartijen jennen en het is een publiek geheim dat de PS hem en zijn partij liever niet in de regering hadden.

Politiek aartsvijand Georges-Louis Bouchez. 

Bouchez is een meester in de communicatie en probeert er nu alles aan te doen om de PS in het ideologische debat te verdrinken. Zoals bekend houdt de MR al jaren een eigen 1 mei-viering en daar sprak Bouchez niet over de PS. Neen, hij ging frontaal in de aanval tegen de PTB/PVDA. En de dag erna volgde een debat op het scherp van de snee met radicaal-links kopstuk Raoul Hedebouw. De strategie van de MR-voorzitter bestaat erin zich te profileren als de verdediger van de werkende burger tegenover de onzinnige voorstellen van extreem-links. Meer nog: het is het liberalisme en de democratie tegenover de communisten en de dictatuur. In zo’n tweestrijd bestaat de PS niet meer.

Extra pijnlijk voor de PS: Bouchez en Magnette bellen elkaar niet op, terwijl er goede contacten zijn tussen de MR-voorzitter en zijn groene collega’s.

Zowaar heimwee naar de N-VA

Gevolg van dit alles is dat ze bij de PS zowaar heimwee hebben naar de onderhandelingen met de N-VA van vorige zomer. Toen scheelde het niet veel of de grootste twee partijen aan elke kant van de taalgrens hadden een coalitie gesloten die weinigen voor mogelijk hadden gehouden. Maar de liberalen staken er via een slinkse deal met de groenen een stokje voor.

Politiek commentator Rik Van Cauwelaert stelde het terecht in De Zevende Dag: “De PS voelt zich niet op haar gemak in deze regering. Ze had liever samengewerkt met die andere partij.” Hoe konden PS en N-VA elkaar dan vinden? Zouden ze nu niet vechtend over straat rollen na het mislukte loonoverleg? Dat is niet zeker. De economische tegenstellingen tussen beide partijen zijn enorm. Maar voor beiden bestaat de oplossing er deels in om bepaalde heikele dossiers te regionaliseren. De N-VA zou geen probleem hebben met een royalere loonnorm als er substantiële stappen werden gezet richting regionalisering van het loonoverleg. Wat trouwens niet meer dan logisch zou zijn. De loonkosten liggen in Wallonië gewoon te hoog in verhouding tot de productiviteit van bedrijven en werknemers aldaar. Vlaamse bedrijven zouden meer loonstijgingen kunnen toekennen dan Waalse.

    
Wit konijn – Minister Verlinden (CD&V) – lijkt toch vooral een flaterparcours af te leggen.

En dan zijn er nog de persoonlijke relaties : na lang praten was er een soort van vertrouwen gegroeid tussen N-VA-voorzitter Bart De Wever en Paul Magnette. Men zou elkaar in de eerste paar jaar van de regering niet voor de voeten lopen. Bovendien is men het bij de PS gewoon om aan Vlaamse kant in de regering sterke persoonlijkheden tegenover zich te hebben. “Avec la N-VA, ça a de la gueule”, zegt men bij de PS. Vrij vertaald: je weet wat je aan hun kopstukken hebt. Samenwerken met Theo Francken als minister zou geen probleem zijn geweest indien er na harde onderhandelingen duidelijke afspraken waren gemaakt.

De PS zit nu verveeld met de zwakke Vlaamse ministers in de federale regering. Een Vincent Van Quickenborne (Open Vld) die op Justitie vooral met communicatie bezig is. Een Vincent Van Peteghem die op Financiën eerder een notaris is. En Annelies Verlinden (CD&V) die op Binnenlandse Zaken de ene flater na de andere slaat. Zelden is de term “topadvocate” zo snel uitgehold geraakt als bij deze Antwerpse.

Foto’s (c) Gazet van Hove.