‘Elio Di Rupo heeft maar drie jaar om zijn kakelverse relanceplannen waar te maken. In 2024 kan Wallonië niet meer rekenen op Vlaams geld om in het onderhoud te voorzien.’ Dat is de unanieme commentaar in de Waalse pers nadat de man uit Bergen het zoveelste plan voor de gezondmaking van zijn gewest had voorgesteld.

Exit ‘Get up Wallonia’

Zeg niet zomaar ‘plan’. Er is een ongezien hoge som van meer dan 7,6 miljard mee gemoeid. Als we de Europese fondsen meerekenen zelfs tien miljard.  ‘Dat is niet allemaal nieuw geld’ repliceerde de oppositie. ‘Drie miljard die voorzien waren in het regeerakkoord verschijnen opnieuw’.

Zo’n 3 miljard was opzijgezet voor het zogenaamde ‘Get up Wallonia‘. Deze brede maatschappelijke oefening moest de opvolger baren van de Marshall- en andere toekomstplannen. Het werd vorig jaar met veel bombarie ingeleid. Werkelijk iedereen – ja zelfs de burger ! –  die iets te zeggen wou hebben in Wallonië mocht zijn of haar mening spuien. En toen het rapport zo goed als klaar was om uitgerold te worden, verdronk ‘men’ het. ‘Men’ dat zijn de politici en de ‘krachten die ertoe doen’.

‘Get down Wallonia’

De Waalse vakbond had in de loop van het wordingsproces al eens een ‘Vrije Tribune’ gebruikt om te vertellen dat het allemaal toch wel traag ging door die brede inspraak. De kennis en kunde zat toch bij hen en bij de traditionele middenveldspelers ? ‘Waarom er dan nog dure consultants bij betrekken ?’. Dat is een zinnetje dat het altijd goed doet, als iemand liever zelf aan de knoppen blijft zitten. En het bleef nazinderen.

‘Get up Wallonia’ wordt ingekapseld in een algemeen relanceplan, waarvan de naam misschien ‘Stimulusplan’ zou kunnen worden. ‘Intellectueel oneerlijk’ vond François Desquesnes,  cdH-fractieleider in het Waals parlement. ‘Men heeft ons een jaar zoetgehouden met ‘Get up Wallonia’ en nu flanst de regering plotsklaps allerlei plannen en plannetjes in elkaar’.

Jean-Luc Crucke, Waals minister van onder andere Begroting en Financiën voor MR : ‘Natuurlijk zit Get up Wallonia vol goede ideeën, maar het was belangrijker dat we alle plannen samenbrachten om heel vlug sociale, economische en klimaatvriendelijke resultaten te bekomen.’

Tweetaligheid

Wat er precies in de plannen zal staan is nog onduidelijk. De meester heeft zich nog niet in het detail gegooid. De Waalse gewestregering wil vooral inzetten op milieu en klimaat  met 2,67 miljard, op economische relance en ontwikkeling met 1,26 miljard, op welzijn, solidariteit, werkgelegenheid en sociale integratie met 2,12 miljard, op een innovatief en participatief beleid met 149 miljoen en op het ontwikkelen van het jeugdige talent met 1,44 miljard. Ook wil Wallonië de tweetaligheid van haar inwoners bevorderen. ‘Ze moeten de taal van de meerderheid van het land begrijpen’.

Dit laatste zorgde meteen voor kritiek. Pers en oppositie stelden niet zozeer het principe in vraag, maar vroegen waarom de Waalse gewestregering plannen maakte in domeinen die niet de hare zijn ? Sport, onderwijs, vorming : dat zijn toch gemeenschapsbevoegdheden ? En zet de regering hiermee de Fédération Wallonie-Bruxelles niet onder druk ? Wordt dit een rondje communautair, grondwettelijk gekissebis ? Of zal het ‘overleg dat er dringend moet komen’ de spanning wegnemen ?

Wordt het anders ?

In perskringen werden de nieuwe plannen eerder lauw ontvangen. ‘We moeten ons toch gaan afvragen waartoe die plannen allemaal dienen. We hebben er al ‘tig’ gekend, en we staan nog geen stap verder’. Bovendien kennen we alleen maar de grote lijnen zonder de details.

‘La Libre Belgique’ lijkt zelfs een beetje cynisch uit de hoek te komen : ‘Een financiële meevaller van 10 miljard over vijf jaar, een beheersbaar begrotingstraject en dit alles zonder nieuwe belastingen, als dat geen reden tot feest is ? Helaas staken de voorlopers van dit plan ook vol goede bedoelingen en toch zijn de voorbije twintig jaar onze economische indicatoren niet echt spectaculair verbeterd. Maar binnen tien jaar leven we in een tweetalig Wallonië waar nauwelijks nog werkloosheid noch armoede heerst, in een regio die zijn steentje heeft bijgedragen tot de verbetering van het klimaat en dat een toeristische hoogvlieger is. Ja, Vlaanderen zal niet meer wakker moeten liggen van zijn Waalse buur’.  ‘We kunnen dromen, het kost niet veel’, besluit de krant.

Wie zal dat betalen ?

Natuurlijk kost het plan wél veel. En hoe gaan ze dat financieren ? ‘Niet met nieuwe belastingen, weet Jean-Luc Crucke. ‘We moeten genereus zijn in investeringen en rigoureus in de uitgaven’. ‘We moeten het geld vinden op de markt. Die investeringen moeten groei creëren en weer een hefboom zijn voor de volgende groeicurve. Zo lossen we het budgettair probleem vanzelf op’. ‘We mogen de financiële kraan niet dichtdraaien, als we dat zouden doen, dan zou alles wat we tot nu toe gedaan hebben voor niets geweest zijn’. Crucke is een liberaal, en ‘optimism is a moral duty. Ergens dacht ik aan Guy Mathot en zijn gat in de begroting.

Geld naar ten dode opgeschreven structuren

Misschien wel de belangrijkste aarzeling komt voor uit het falen van de voorbije plannen. ‘We moeten vermijden dat we, zoals in het verleden, het geld uitgeven aan ten dode opgeschreven structuren en sectoren’ schrijft La Libre. ‘Sud Presse’ verwoordt dezelfde gedachte met praktisch dezelfde woorden : ‘We moeten vermijden dat Wallonië weer eens ‘hier en daar’ wat geld gaat besteden en iedereen en dus niemand echt helpt.’

structurele wijzigingen krijgen geen kans

Deze laatste bedenking stond enkele maanden geleden ook in het rapport van KPMG over de ‘Waalse toestand’. Wil Wallonië veranderen, dan zal ook zijn bestuur moeten evolueren. Het moet bedrijven, vakbonden, middenveld en burgers verenigen in een meer op partnership geënte politiek. Maar de huidige realiteit zegt dat die samenwerking niet bestaat. De implementatie van de vroegere plannen liep onder andere spaak op de verdeling van de middelen. Elke actor wil zijn deel van de koek en heeft baat bij het status-quo waardoor hij zich defensief opstelt en structurele wijzigingen geen kans krijgen.

Of deze aanbeveling samen met ‘Get up Wallonia’ begraven is ? De vraag stellen…

JOHAN VAN DUYSE
Johan Van Duyse (1953) is erkend gids voor en in de Westhoek en gefascineerd door WO I. Hij publiceerde het boek ‘1919: Een jaar van (on)vrede’.
Foto’s (c) Gazet van Hove.