scholl !

Eén tafel, acht ministers

De gezondheidscrisis van het voorbije jaar had ook politiek een bijzonder ontwrichtende impact : voor sommigen was ze het ultieme bewijs dat dit land niet meer werkte, een kwart van de Vlamingen droomt dan weer hardop van de terugkeer naar een unitair België. Dit lijkt me redelijk rampzalig voor een partij die intussen al zeven jaar de Vlaamse minister-president mag leveren en het aloude motto ‘wat we zelf doen, doen we beter’ zo ook in praktijk kon brengen ?
Jan Jambon : ‘Deze pandemie konden we enkel samen aanpakken, en in crisisbestrijding heeft de Vlaamse regering eigenlijk zelfs helemaal geen bevoegdheden. Zeker vanuit onze achterban mag het verwachtingspatroon naar de Vlaamse regering toe dan al bijzonder hoog zijn, net de vaak wankele bevoegdheidsverdeling in dit land maakte het er niet bepaald eenvoudiger op. De deelregeringen schoven telkens mee aan in het overlegcomité – en voor het draagvlak daarvan was dit ook een goede zaak – maar net daardoor zaten we dan telkens ook met acht ministers van Gezondheid aan tafel.’

Die acht ministers illustreren uiteraard net het probleem, en ze waren voor vele Vlamingen wellicht ook de druppel die de emmer deed overlopen ?
‘Wel, er zat dus één federale minister en één Vlaamse minister mee aan tafel. De overige zes waren Brusselse en Franstalige excellenties. Dit kan men ons als Vlaamse regering dus echt niet verwijten.’

Vlaanderen is wél bevoegd voor bijvoorbeeld de aanpak in de woonzorgcentra, ook niet bepaald een toonbeeld van efficiëntie en goed bestuur.
‘Daar ben ik het totaal niet mee eens. In de rusthuizen zaten de meest kwetsbare mensen samen, en wereldwijd hebben zich dus net daar de grootste drama’s afgespeeld. In Wallonië en Brussel zijn er in verhouding overigens nog veel meer slachtoffers gevallen in de rusthuizen. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt, maar daar moeten we nu overal lessen uit trekken.’

Unitarisme lonkt

Verbaast het u toch niet dat — volgens een bevraging van Knack — één op vier Vlamingen blijkbaar terug wil naar het unitaire België ? Het antwoord van uw partij luidt dan doorgaans dat we nood hebben aan een nieuwe staatshervorming en aan meer homogene bevoegdheidspakketten, maar de praktijk leert ons ook dat de vorige staatshervormingen vooral tot een nog ingewikkelder staatsstructuur hebben geleid.
‘Binnen de domeinen waar we wél voor bevoegd zijn, denk maar aan het onderwijs, werd de crisis wel degelijk goed aangepakt. Vooral de gedeelde bevoegdheden — met de gezondheidszorg als pijnlijkste illustratie — zorgen vaak voor problemen.’

‘Dus ja, de bevoegdheidsafbakening zit soms niet goed en ik begrijp de roep om eenheid van commando, maar ik vul die wel anders in dan zij die nu om herfederalisering roepen. In mijn ogen is een confederaal model de ultieme oplossing. Daarbij kunnen belangrijke bevoegdheden die nu nog op verschillende niveaus zitten, zoals gezondheid en tewerkstelling, volledig naar de deelstaten gaan.’

‘Als 25 procent van de Vlamingen heimwee heeft naar een unitaire structuur, betekent dit uiteraard net zo goed dat een grote meerderheid daar helemaal niet meer van wilt weten. Het verleden heeft overduidelijk aangetoond dat zowel de visie rond gezondheid als de uitdagingen op de arbeidsmarkt in Vlaanderen en Wallonië totaal verschillend zijn, en dus ook een eigen aanpak vragen.’

Demandeurs de rien 

Heel wat Franstalige politici zitten helemaal niet te wachten op die nieuwe staatshervorming. Vlaanderen zal dus ongetwijfeld opnieuw flink wat water in de wijn moet doen, waardoor we opnieuw met een draak van een compromis opgezadeld dreigen te worden.
‘Er is in mijn ogen niets mis met een compromis. Dat kan soms verkeerd uitdraaien, dat klopt, maar wij hebben het compromis rond de gezondheidszorg en het arbeidsmarktbeleid ook nooit gesteund. En dus moeten we dat werk nu overdoen. Ook Elio Di Rupo is het overigens met me eens dat onze huidige staatsstructuur veel te ingewikkeld is.

Tegelijk onderschrijft de PS — tot nader orde toch de grootste partij ten zuiden van de taalgrens — onze recepten voor de arbeidsmarkt en het gezondheidsbeleid helemaal niet. Dan kunnen we op dat vlak beter allebei onze weg gaan, en dat besef rijpt ook almaar meer in Wallonië. Met dat aanbod willen wij in 2024 dan ook naar de kiezer trekken.’

Vlaams Belang

Over die kiezer gesproken : de meest recente opiniepeilingen gaven aan dat een Vlaamse meerderheid voor de twee zogenaamde V-partijen binnen bereik komt. Principieel weigert N-VA nog altijd in zee te gaan met Vlaams Belang, terwijl er op ideologisch vlak nochtans heel wat overeenkomsten bestaan tussen die twee partijen. Wat moet het Vlaams Belang dan precies doen om niet langer automatisch buitenspel te worden gezet ?
‘Er lopen bij die partij een aantal figuren rond waar wij liever niets mee te maken hebben, en daar moet die partij dus afstand van nemen. Daarnaast is er ook hun simplistische visie op migratie, die in praktijk misschien goed klinkt maar op het terrein totaal onwerkbaar is en ook indruist tegen enkele internationale verdragen. Los daarvan wil ik ook wel weten of die partij zelf wel bereid is om met ons samen te werken. Ze zitten natuurlijk in een luxepositie door nooit verantwoordelijkheid te moeten opnemen.’

In die luxepositie heeft onder meer de N-VA hen ook zelf geduwd ?
‘Dat vind ik niet, wij hebben gewoonweg altijd consequent herhaald dat we met een aantal figuren van die partij niets te maken willen hebben.

Mochten wij als Vlaams-nationale partijen in 2024 een meerderheid halen in Vlaanderen, dan biedt dit op strategisch vlak misschien wel wat perspectieven. Bijvoorbeeld om een aantal programmapunten sneller te realiseren. Maar samen met hen een regering vormen, dat lijkt me voorlopig niet aan de orde.’

Ranzigheid als breekpunt

Hun standpunt op vlak van migratie verschilt te veel van dat van N-VA, stelt u, maar ook in een aantal andere domeinen botst jullie visie stevig met die van andere mogelijke coalitiepartners. Is dit dan al meteen een echt breekpunt ? Coalitiegesprekken zijn er toch net op gericht om die verschillende visies te overstijgen en op elkaar af te stemmen ?
‘Het gaat niet enkel om hun migratiestandpunt, ook de ranzigheid van enkele figuren binnen die partij vormt een groot probleem. Willen zij echt met ons in zee gaan, dan zullen ze op een aantal vlakken het geweer stevig van schouder moeten veranderen.’

Maakt u dit even concreet : wat moet het Vlaams Belang dan concreet doen ?
‘Dat is niet aan mij om dat te bepalen : die partij moet zelf orde op zaken stellen. Ik wil er hier ook niet verder op ingaan, daarvoor dienen de media niet.’

Door systematisch 20 tot 25% van de Vlaamse stemmen niet te laten meetellen, spelen jullie de andere partijen wel stevig in de kaart : zelfs met 10 à 12 procent van de stemmen blijven zij meetellen en boksen ze de facto zwaar boven hun gewicht.
‘Laat ons daarvoor dan maar de uitslag van de volgende verkiezingen afwachten.’

Dit verhaal horen we natuurlijk al flink wat jaren, en intussen lijken de opiniepeilingen aan te geven dat u net door deze houding heel wat N-VA-kiezers richting Vlaams Belang jaagt ?
‘Die analyse moeten die kiezers dan maar zelf maken. Meer wil ik daar voorlopig ook niet over kwijt.’

Verantwoordelijkheid

Jan Jambon met twee aanbidsters

Iets anders dan : de N-VA kreeg de voorbije jaren almaar regelmatiger het verwijt dat ze eigenlijk een machtspartij geworden is, perfect vergelijkbaar met de traditionele partijen waartegen ze zich ooit afzette. Dan moet u zich als minister-president echt wel aangesproken voelen ?
‘Wij hebben er inderdaad voor geopteerd om mee de verantwoordelijkheid op te nemen op alle niveaus waar een regeerakkoord mogelijk was waarin ons programma voldoende weerspiegeld wordt. Toch denk ik niet dat wij een partij als de andere zijn geworden : in tegenstelling tot de traditionele zuilenpartijen is het voor ons geen ramp als we niet mee aan de macht zijn. Wij kunnen een mogelijk regeerakkoord onbevangen aftoetsen aan ons programma, en dat onderscheidt ons.’

Ook persoonlijk krijgt u wel eens het verwijt dat u vandaag te veel staatsman en te weinig Vlaams-nationalist bent ?
‘Ik begrijp dat verwijt, maar ik blijf in hart en nieren een Vlaams-nationalist. Laat ons toch niet uit het oog verliezen dat ook een deelstaat Vlaanderen bestuurd moet worden, en dat je daarvoor een meerderheid nodig hebt. Dit impliceert dat je ook altijd wat water in de ideologische wijn zal moeten doen. Maar als Vlaams-nationale partij doe je toch aan politiek om die Vlaamse natie te kunnen leiden ?

We hebben met de partij de analyse gemaakt dat er in het huidige Vlaamse regeerakkoord voldoende eten en drinken zat voor onze partij. Het voorbije anderhalf jaar heeft corona uiteraard flink wat roet in het eten gegooid, waardoor we vooral aan crisisbeheer moesten doen.’

Vlaanderen en de Belgische ziekte

Kritische academici — onder meer Itinera-econoom Ivan Van de Cloot — vinden dat Vlaanderen almaar meer vervalt in de Belgische ziekte : een zware administratie, een onoverzichtelijk kluwen aan subsidies en een chronisch onvermogen om uitdagingen op langere termijn aan te pakken.
‘Ons relanceplan is het beste bewijs dat we daar wel degelijk werk van willen maken, maar ik ken nu eenmaal weinig regeringen die perfect werk afleveren. De vraag is dus maar wat je als maatstaf hanteert.’

Laat het ons niet te ver zoeken : op vlak van werkzaamheidsgraad, openbaarheid van bestuur en politieke verantwoordingscultuur scoren pakweg Nederland en de Scandinavische landen een stuk beter dan Vlaanderen. Moeten ons daar dan niet aan durven te spiegelen ?
‘Toch wel. Met deze regering willen we in een aantal cruciale domeinen de Europese top bijbenen, en qua tewerkstellingsgraad komen we dan inderdaad bij die landen uit.

Vandaag zitten we in Vlaanderen met 74 procent iets boven het Europese gemiddelde, maar tegen 2024 willen we op 80 procent uitkomen. Idem dito voor onderzoek en ontwikkeling en innovatiebeleid : ook daar wil deze Vlaamse regering echt bij de Europese top aansluiting vinden.’

Dit verhaal horen we al enkele legislaturen ?
‘Dat is juist, maar we hebben daartoe jammer genoeg zelf ook niet alle hefbomen in handen. Zolang we bijvoorbeeld het arbeidsmarktbeleid niet volledig zelf kunnen uittekenen, hangen we daarvoor ook deels af van het federale beleid. Als ik het recente federale interprofessionele akkoord bekijk — waarin een uitstroom uit de arbeidsmarkt op jongere leeftijd opnieuw mogelijk wordt gemaakt — dan staat dit net haaks op ons streven om nog meer mensen aan het werk te krijgen.’

Beter doen

Vindt u dan met de hand op het hart dat Vlaanderen de voorbije decennia het motto ‘wat we zelf doen, doen we beter,’ voldoende hard heeft kunnen maken ? Ik denk dan concreet aan het nog altijd imposante ambtenarenapparaat, of aan de diepgewortelde subsidiecultuur.
‘Kijk, de voorbije jaren hebben we het aantal ambtenaren hier al gigantisch teruggeschroefd. En wat die subsidies betreft : we hebben eenvoudigweg geen andere middelen. Ik zou zelf ook liever wat meer fiscale hefbomen in handen hebben, maar de volledige vennootschapsbelasting zit op federaal niveau.

Maar voor een goed begrip : ik ben het absoluut eens met de basisstelling dat de Vlaamse regering te veel subsidies uitkeert. Om te sleutelen aan de financieringswet hebben we nu een nieuwe staatshervorming nodig, en ik kan enkel maar hopen dat de kiezers ons daarin zullen volgen. Niet alles wat we de voorbije jaren hebben gedaan is perfect, maar vandaag kunnen we wel een beleid voeren waarvoor er in Vlaanderen ook echt een stevig draagvlak bestaat.’

Cultuurstrijd

Sommigen ter rechterzijde — ook binnen uw partij — verdenken u van een verregaand masochisme : u nam het de voorbije twee jaar vaak en hartstochtelijk op voor de cultuursector, maar kreeg daar doorgaans vooral stank voor dank ?
‘Ik voer geen beleid om die mensen mee te krijgen, maar wel om de kunst- en cultuursector in Vlaanderen naar een nog hoger niveau te tillen. We hebben op dat vlak ook wel wat erfgoed te verdedigen uiteraard. Ik werd in het begin van deze legislatuur uitgespuwd door de sector omdat die niet geloofde in de besparingsstrategie die ik naar voor schoof — de grote cultuurhuizen sparen en vooral knippen in de projectsubsidies — maar intussen lijkt het tij stilaan wel te keren.’

U wilde ook meer Vlaamse accenten leggen in het cultuurbeleid en toonde zich een voorstander van een Vlaamse canon: was en is het protest niet vooral ideologisch gekleurd ?
‘Misschien zijn de keuzes die ik nu maak — op basis van het regeerakkoord overigens — af en toe best confronterend voor een sector die het jarenlang anders gewend was, maar moet ik die sector daarom links laten liggen ? Ik denk het niet, daarvoor zijn kunst en cultuur me veel te dierbaar. Het Vlaams-nationalisme is ontstaan uit culturele ontvoogding, wat zouden we die sector dan nu laten schieten ?

En los daarvan : de sector telt inderdaad wel wat luide roepers, maar op basis van mijn contacten op het terrein merk ik best ook veel steun voor ons beleid en voor de accenten die we nu leggen. De Vlaamse canon zal er sowieso komen, net zoals het museum voor het Vlaamse cultuurleven en de Vlaamse geschiedenis. Dat niet iedereen het daarmee eens is, dat zal me worst wezen.’

PFOS

Zuhal Demir

Uw partijgenote Zuhal Demir zette vorige week de Vlaamse regering min of meer voor schut door als minister zelf een onderzoekscommissie te vragen in het PFOS-dossier. Ook u leek die stap niet echt te waarderen ?
‘Dat klopt niet. Ik denk wel dat Zuhal de draagwijdte van haar wat onverwachte tussenkomst in het parlement zelf ook enigszins onderschat had. Ze had dit beter vooraf even doorgepraat binnen de partij en de regering. Daar leefde dus wat misnoegdheid over, maar intussen is alles netjes bijgelegd.’

Zou er dan echt ook een onderzoekscommissie zijn gekomen, mocht de meerderheid daar vooraf over kunnen hebben overleggen ?
‘Dat denk ik wel, ja. Als je een onderzoekscommissie weigert, geef je pas echt toe dat je iets te verbergen hebt. Dit PFOS-dossier zal nog jaren op de agenda blijven staan, ik denk dat ook de meerderheid dus alle belang heeft bij een zo groot mogelijke transparantie.’

Afrekening in 2024

Is de aanpak van Zuhal Demir in deze nu niet precies wat de bevolking ook verwacht van politici : net iets vaker afstappen van de politique politicienne en vaste geplogenheden en eerder je politieke instinct volgen ? De kans is groot dat deze aanpak haar electoraal geen windeieren zal leggen.
‘Als politicus mag het niet je eerste doelstelling zijn om je populair te maken. Je moet je departement beheren — wat zij overigens uitstekend doet — en eventuele problemen oplossen. Maar bij voorkeur niet op de kap van je partij of je coalitiepartners, die zal je later immers ook nog hard nodig hebben. Een regering beslist nog altijd bij consensus.’

N-VA doet het in de peilingen voorlopig niet echt briljant, maar nu de coronacrisis stilaan verteerd lijkt, heeft u nog een kleine drie jaar om ook echt beleid te voeren. Waar mag uw regering in 2024 op worden afgerekend ?
‘Op de realisatie van het relanceplan Vlaamse Veerkracht. De doelstellingen daarvan moeten de komende twee jaar al grotendeels gerealiseerd zijn of minstens stevig in de steigers staan. Daarnaast ook op een werkzaamheidsgraad van 80 procent in Vlaanderen én op een stekje in de Europese top vijf van de meest innovatieve regio’s. En niet te vergeten : op de Vlaamse canon en het nieuwe museum.’

FILIP MICHIELS

Filip Michiels is zelfstandig journalist.

Foto’s (c) Gazet van Hove.