Brussel

Neen tegen de sterrenkindjes !

Er was brede consensus om in de Kamer om een wetsvoorstel goed te keuren tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een inwonend kind tot 10 dagen. De regel wordt nu dat er drie dagen verplicht dienen opgenomen te worden tussen het overlijden en de begrafenis en dat de overige 7 dagen kunnen opgenomen worden in het jaar dat op het overlijden volgt. Ellen Samyn van het Vlaams Belang wilde echter ook dat geboorten van levenloze kinderen en doodgeboorte door miskraam vóór 180 dagen zwangerschap (de zogenaamde sterrenkindjes) principieel gelijkgeschakeld zouden worden en mee in de wet zouden opgenomen worden, omdat dergelijke spijtige gebeurtenissen eveneens erg ingrijpen op moeders en hun partners en ook een verwerkingsperiode behoeven. Nahima Lanjri van de gezinspartij CD&V zei wel haar standpunt te begrijpen, maar toch stemde zij samen met haar partij en bijna álle andere partijen tegen. De andere gezinspartij N-VA onthield zich om onduidelijke redenen. Alleen Jean-Marie Dedecker steunde het VB-amendement.

Ongeziene minachting

Peter De Roover (fractievoorzitter N-VA) is, sinds zijn partij weer in de oppositie beland is na Michel I, meer dan hem lief is een roepende in de woestijn. Maar hij geeft niet op en blijft de Vivaldi-regering confronteren met wat hij beschouwt als het verschil tussen hun woorden en hun daden. Donderdag hekelde hij zo de klaarblijkelijk nieuwe gewoonten van bepaalde regeringsleden om met hun informatie eerst naar de pers te stappen en dan pas naar het parlement te komen. Of het opzettelijk achterhouden van informatie aan parlementsleden. Van dat laatste was de weigering om na herhaalde vragen aan Sciensano om de ziekenhuiscijfers vrij te geven het sterkste voorbeeld. De weigering kwam van de FOD, rechtstreeks onder ministeriële bevoegdheid. Het andere verwijt was gericht aan minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) die niet wenste in te gaan op de vraag van commissieleden om inzage te geven in het dossier Jürgen Conings. Ze was wel zo brutaal om het eerst door te (laten) spelen aan Le Soir… Dat was er zover over dat zelfs leden van de meerderheid haar erover aanpakten, waarna ze niets anders meer kon dan het uiteindelijk toch te bezorgen. De Roover gaf nog meerdere voorbeelden van miskenning van het parlement, wat blijkbaar de bon ton is geworden. De minachting van het parlement is ongezien, zo zei hij nog en cynisch stelde hij aan de premier de vraag op welke datum “dat zinnetje over parlementaire en democratische vernieuwing” uit het regeerakkoord in voege gaat.

Georkestreerde vragen en antwoorden

We gaven er op deze plaats eerder al meerdere voorbeelden van, maar ook donderdag gebeurde het weer : de voorzet-en-inkopvragen. Daar waar het meestal backbenchers zijn uit de meerderheidspartijen die aan een van hun ministers eens een vraagje mogen stellen waarna dezen dan uitgebreid antwoorden over hun beleid en inzichten, waren het donderdag niemand minder dan Egbert Lachaert (Open Vld) en Servais Verherstraeten (CD&V) die zelf nog eens graag in de kijker stonden en aan respectievelijk premier Alexander De Croo en minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden eerder een uitgebreide inleiding kwamen geven op het “Overlegcomité van morgen”, waarna de ministers in het lang en het breed de corona-aanpak en hun inspanningen voor versoepelingen konden komen debiteren, tot meerdere eer en glorie van zichzelf. Het is een bewuste strategie, want tijdens het vragenuurtje is Villa Politica aanwezig, alsook andere journalisten. Om de indruk te wekken dat men het parlement wel degelijk inlicht, voert men dergelijke nummertjes op.

Belgisch geld voor Hamas en de PFLP ?

Kathleen Depoorter (N-VA) en Annick Ponthier (VB) vatten minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir over de 8 miljoen ‘humanitaire hulp’ die zij aan de Palestijnen in de Gazastrook zou willen overmaken via ngo’s. Beide spreeksters wezen de minister op rapporten uit o.m. Israël die erop wezen dat op die wijze Nederlands geld zou verduisterd zijn dat doorgesluisd werd naar de communistische terreurorganisatie “Het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina”. Ponthier wees de minister erop dat de organisaties waarmee Kitir wil samenwerken, precies dezelfde zijn als dewelke Nederlandse steungelden hebben doorgesluisd naar extremistische Palestijnse organisaties. Depoorter stelde scherp: “Het financiële kluwen en de schandalen rond ontwikkelingssamenwerking hebben de geloofwaardigheid van ontwikkelingshulp ondermijnd. Wanneer wij verwachten dat onze burgers solidair bijdragen, moet u als minister op elk moment kunnen aangeven met welke middelen u wat financiert.” Uiteraard ontkende de minister alles en bezwoer de vragenstellers dat alles terechtkomt waar het hoort terecht te komen. Niettemin zei ze dat ze een onderzoek had bevolen naar de beweringen van Israël “alvorens mij te beraden over vervolgstappen”. Depoorter en Ponthier bleven van oordeel dat de minister best eerst en vooraf actie onderneemt of zelfs beter vooralsnog de financiële steun opschort.

Foto’s (c) Gazet van Hove.