door Pieter Van Berkel in palnws.be  

Het ziekteverzuim ligt bij Franstalige federale ambtenaren merkbaar hoger dan bij Nederlandstaligen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Belang-Kamerlid Steven Creyelman opvroeg bij minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit).

De ongeveer 70.000 federale ambtenaren waren in 2020 in totaal 1.122.266 dagen afwezig wegens ziekte. 534.152 dagen aan Nederlandstalige zijde, tegenover 585.866 aan Franstalige kant. Hoewel er meer Nederlandstalige dan Franstalige ambtenaren zijn, nam die laatste groep in totaal dus meer vakantiedagen op. “Het moet zijn dat de lucht bezuiden de taalgrens heel wat ongezonder is dan in Vlaanderen”, grapt Creyelman.

Voor de Federale Overheidsdiensten gaat het om 426.651 dagen afwezigheid bij Nederlandstaligen, tegenover 462.443 dagen bij Franstaligen. Ook bij andere federale instellingen zoals Instellingen van Openbaar Nut, de Openbare Instellingen Sociale Zekerheid en de Wetenschappelijke Instellingen is er een hoger ziekteverzuim bij Franstaligen.

Creyelman pleit voor een betere controle op het ziekteverzuim in het zuiden van het land. “Het wordt tijd dat de regering de scheeftrekkingen in absenteïsme eens onder de loep neemt”, zegt het Kamerlid. “Uiteraard moet wie echt ziek is recht hebben op ziekteverzuim, maar blijkbaar wordt er in het zuiden van het land stevig de kantjes van afgelopen, en dat kost de belastingbetaler handenvol geld.”

Foto’s (c) Gazet van Hove.