Bij de regionale verkiezingen vorige week in Corsica steeg de deelname naar 59%, terwijl ze in de rest van Frankrijk daalde naar een ongeziene 34%. De reden is voor de hand liggend: in Corisca lééft de politiek, want er moet een duidelijke keuze worden gemaakt. Meer of minder Frankrijk, meer of minder zelfbestuur voor Corsica. Of de volledige onafhankelijkheid.

Opnieuw een absolute meerderheid

De regionale verkiezingen gaven in 2017 aan Gilles Simeoni en zijn nationalistische coalitie een absolute meerderheid: maar liefst 41 op de 63 zetels. Vorige week werden er dat 40, maar als men het grotere plaatje bekijkt, is het resultaat zeker bemoedigend: de Fransgezinde oppositiepartijen zakken samen van 22 zetels naar 17.

Opvallend is daarbij de desastreuse score van La République en Marche (LREM), de partij van president Macron. Die stort gewoon in elkaar: van nog zes zetels in 2017 naar nul, weg uit het Corsicaanse parlement.

In de plaats van LREM duikt er een serieuze versterking van het regionalistische kamp op: Rinnovu Naziunale (RN), een nieuwe Corsicaans-nationalistische partij, meteen goed voor zes zetels. RN heeft niets te maken met dat andere RN, het Rassemblement National van Marine Le Pen. Rinnovu is een links-nationalistische partij die niet naar zelfbestuur, maar direct naar onafhankelijkheid streeft en het geweld van sommige extreme Corsicaans separatisten niet wil afkeuren. Ze wil Simeoni het vuur aan de schenen leggen en aanzetten om met zijn unieke absolute meerderheid niet langer te aarzelen en over te gaan tot de daad.

La rivoluzione di Corsica

Deze week werd het nieuwe Corsicaanse parlement geïnstalleerd. Zoals gebruikelijk leggen de parlementsleden de eed af op de Giustificazione della rivoluzione di Corsica, een revolutionaire belijdenis uit 1758, en zingen ze daarna samen het Corsicaans volkslied. Dat dateert uit 1735 toen Corsica zijn onafhankelijkheid uitriep. Minstens zo oud is de vrijheidsdrang van dit eiland.

De vraag is of Corsica wel groot genoeg is om als zelfstandige staat door het leven te gaan. Corsicaanse nationalisten verwijzen steevast naar Malta, een eiland in de Middellandse Zee, nauwelijks groter dan Corsica, onafhankelijk en volwaardige lidstaat van de Europese Unie.

Corsica heeft een taaie nationale traditie en een soliede eigen taal en cultuur. Het Corsicaans is geen dialect van het Italiaans, maar een Romaanse taal die verwant is aan het Toscaans en het Sardisch, de taal van Sardinië. Eeuwenlang bezit van en bezet door Genua, tot dat in 1735 de Corsicanen niet meer zint. Het koninkrijk Corsica dat wordt uitgeroepen, houdt het echter slechts acht maanden uit. Maar het verzet smeult ondergronds voort.

Pasquale di Paoli

P. Paoli – schilderij J. Chabord

De Corsicaanse officier Pasquale di Paoli (1725-1807) verlaat in 1755 het Italiaanse leger om op Corsica de leiding te nemen van het gewapende verzet. Hij is dan net dertig. Op korte tijd kan hij de Genuezen bijna helemaal, maar niet volledig verdrijven van het eiland. Op 13 juli 1755 wordt hij benoemd tot ‘generaal van de Natie’. Veertien jaar lang, van 1755 tot 1769, leidt hij het eiland. Hij wordt het boegbeeld van het Corsicaanse nationalisme en de algemeen erkende ‘Vader des Vaderlands’.

Paoli maakt van Corsica een opmerkelijk voorbeeld van een democratisch bestuurde staat. Hij neemt het uitvoerende bestuur van het land in handen, maar respecteert nauwlettend de volkssoevereiniteit en de scheiding van de machten. Weduwen kunnen vanaf nu het stemrecht van hun overleden echtgenoot ‘overnemen’, een Europese primeur (op IJsland na).

Hij slaat een eigen Corsicaanse munt en richt een staatsdrukkerij op. Die drukt o.m. schoolboeken in het Corsicaans. Paoli zorgt voor een systematische uitbreiding van het onderwijs, bekroond met de oprichting van een Corsicaanse universiteit in Corte. Die bestaat nog altijd. De Paoli-Universiteit, zoals ze sinds 1981 heet, telt ongeveer 5.000 studenten. De voertaal is er Frans, maar men kan er Corsicaans studeren.

Ophef in heel Europa

Destijds verbaast Pasquale di Paoli heel verlicht Europa. Hij krijgt lof toegezwaaid van Jean-Jacques Rousseau, Voltaire en vooral van de beroemde Schotse jurist en auteur James Boswell. Die komt Paoli op Corsica bezoeken en publiceert er een uitgebreid verslag over: Account of Corsica, the Journal of a Tour to that Island and Memoirs of Pascal Paoli (1768). Dat gaat de wereld rond en inspireert o.m. de Amerikaanse Sons of Liberty die voor hun onafhankelijkheid van Groot-Brittannië strijden.

Frankrijk, dat tot dan toe met Corsica helemaal niets te maken heeft, koopt in 1768 het eiland voor 200.000 pond van de Italiaanse stadstaat Genua. Dat was een frauduleuze handel, want Genua verkocht een eiland waar het sinds lang haast niets meer te zeggen had. ‘We werden verkocht zoals een stomme kudde schapen!’, reageert Paoli. De Franse koning Lodewijk XVI probeert eerst Paoli te laten vermoorden en zijn  medewerkers om te kopen. Geen van beide lukt. Daarop stuurt Parijs een aanzienlijke troepenmacht naar Corsica.

Paoli en de zijnen bieden hardnekkig weerstand tegen de Franse overmacht, maar worden uiteindelijk overwonnen in de slag van Ponte Novu (8 mei 1769). Via Amsterdam kan Paoli naar Londen ontkomen waar zijn vriend Boswell hem bescherming biedt en zorgt voor een aangenaam appartement in Old Bond Street. Hij wordt ook ontvangen door koning George III die hem een mooi oud-strijderspensioen geeft.

Frankrijk stelt teleur

De Franse revolutionairen zien in Pasquale di Paoli een verlichte held. Hij mag terug naar Corsica, intussen een Frans departement geworden, en krijgt er het plaatselijk bestuur in handen. Een jonge Corsicaanse officier, Napoleone Buonaparte, is gedurende korte tijd een van zijn medewerkers. Paoli is echter hoegenaamd niet akkoord met de imperialistische veroveringspolitiek van de jonge Franse republiek. Als de Fransen in 1793 vanuit Corsica het naburige Sardinië willen binnenvallen, dwarsboomt Paoli deze operatie waar hij maar kan. Ze mislukt dan ook. Parijs komt erachter en probeert hem te arresteren.

Paoli reageert met een nieuwe opstand en verdrijft de Fransen uit hun belangrijkste bases, met de hulp van de Britten. Die blijken op hun beurt uitsluitend voor eigen rekening te werken. Paoli wordt bedankt voor zijn diensten maar komt er verder niet meer aan te pas. In 1795 verlaat hij definitief zijn vaderland en vestigt zich opnieuw in Londen. Een jaar later wordt Corsica weer volledig deel van de Franse republiek en begint er een even officieel als massief verfransingsoffensief.

Paoli leefde in totaal 37 jaar in ballingschap. Hij overleed in Londen in 1807. Zijn as kon pas in 1889 worden overgebracht naar zijn geboortedorp Morosaglia in de Corsicaanse bergen. Daar wordt ook een klein museum geopend dat aan zijn nagedachtenis is gewijd.

Het zelfbeschikkingsrecht der volkeren

Naast Catalonië en Schotland is het aan te raden Corsica in ’t oog te houden. Welk land het eerst voor de verrassing zal zorgen, is nog niet duidelijk. In ieder geval is de meerderheid die in Corsica voor onafhankelijkheid is niet 50+1, maar meer dan twee derde van de kiezers.

Voor de anekdote : in Antwerpen staat er een flatgebouw dat ‘Residentie Pasquale Paoli’ heet. Waar dan wel? Op de Belgiëlei. Een subtiel grapje van bouwondernemer Walter Kunnen (1921-2011).

Het “Europa der Volkeren” in het Bretoens
LUC PAUWELS

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift ‘TeKoS’.