Energiefactuur gaat omhoog

Er doen zich in post-coronatijden vreemde prijsschommelingen voor. Twee daarvan zijn gerelateerd aan de voorbije pandemie. Een is een verhaal van fiscaliteit en politiek geknoei.

Het is bekend : van zodra men een auto koopt daalt de waarde ervan op een drastische wijze. Een investering op lange termijn is het vervoersmiddel nooit. Of toch ? Recente analyses leren dat de waarde van een eerstehandse wagen die in de garage staat met 7 procent is gestegen. De reden is dat de markt voor tweedehands auto’s volop aan het ‘boomen’ is. De vraag stijgt en dus ook de prijs. Een gevolg van corona. Mensen durven minder het openbaar vervoer gebruiken en kopen dus een wagen. De tweede verklaring heeft ook met de pandemie te maken. De markt van de nieuwe wagens staat onder druk. De productie kan de vraag niet volgen en dus lopen de wachttijden op. Het is namelijk zo dat de auto-assemblagebedrijven langer dan normaal moeten wachten op onderdelen, vooral voor elektronica. Er is meer bepaald een tekort aan halfgeleiders en chips. Die werden de voorbije maanden vooral aangekocht door IT-bedrijven die ze nodig hadden om de stijgende vraag naar onder andere laptops op te vangen, wat dan weer een gevolg is van het toenemende thuiswerk.

In andere landen was de opstoot in de tweedehandsmarkt sterker dan in België. In de VS sprak men op een bepaald moment van prijsstijgingen van 30 procent of meer. Dit is natuurlijk een tijdelijk fenomeen. Wanneer de aanvoerlijnen voor de auto-industrie hersteld zijn, zal dit ook tot een correctie op de tweedehandsmarkt leiden.

Terugwinnen van marktaandelen

De coronacrisis mag dan wel een zogenaamde exogene crisis zijn – niet direct economisch gerelateerd, zoals de bankencrisis van 2008 of vroeger de oliecrisis van de jaren ’70 -, ze heeft wel degelijk een grote economische impact. Niet enkel op de automarkt. Zelfs in de supermarkt. Aanvankelijk was er sprake van prijsstijgingen, want in de grootwarenhuizen vielen kortingsacties weg. Consumenten zorgden er ook zelf voor dat de bedragen op het ticket stegen. Want ze gingen sneller naar een duurdere buurtwinkel.

Welnu, die trend is aan het keren, of de grootwarenhuizen willen toch stappen in die richting zetten. Experts verwachten zowaar een prijzenoorlog in de distributie. De reden is dat de grootwarenhuizen als Colruyt het marktaandeel willen terugwinnen dat ze verloren hebben ten opzichte van de buurtsupermarkten, waar de consument nog altijd naartoe gaat. De prijsbrekers staan klaar voor een offensief, ook al omdat de komst van de Russische harddiscounter Mede wordt aangekondigd. Daar zal de consument goed bij varen.

Verkeerd beleid

Dat is echter niet het geval voor de energiefactuur. Dit bleef de laatste tijd onder de radar, maar hier mogen we prijsstijgingen verwachten. En dat heeft niet te maken met corona. Wel met verkeerd beleid. De obsessie van de federale Vivaldi-regering om komaf te maken met kernenergie maakt dat er – in afwachting van voldoende ‘groene’ elektriciteitsproductie – een beroep moet worden gedaan op energie uit gascentrales die voor een deel nog moeten worden gebouwd en er deels niet zullen komen door lange procedures voor de toekenning van vergunningen. Een beperkter energie-aanbod is mogelijk, met dus hogere prijzen tot gevolg.

Dat is het resultaat van marktwerking. Een andere factor is dat de energiefactuur veel weg heeft van een belastingbrief. Want geloof het of niet: met de totale elektriciteitsprijs van 0,3 euro per kilowattuur zitten we in de middenmoot. Toch hebben we de derde hoogste factuur, na Denemarken en Duitsland. Een gevolg van het feit dat minstens een derde van de factuur bestaat uit heffingen allerhande, die door de verschillende beleidsniveaus worden opgelegd. En die factuur zal niet snel dalen. Als overheden via belastingen nieuwe middelen willen binnenrijven voor de bloedrode begrotingen, is de energiefactuur een gemakkelijke weg.

Foto’s (c) Gazet van Hove.